ECLI:NL:GHARL:2024:5498

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
27 augustus 2024
Publicatiedatum
28 augustus 2024
Zaaknummer
23/2408
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake de waarde van onroerende zaak onder de Wet WOZ

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 augustus 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 14 juni 2023. De rechtbank had de waarde van de onroerende zaak, gelegen aan [adres1] te [woonplaats], vastgesteld op € 366.000, na een eerdere vaststelling door de heffingsambtenaar van € 426.000. De heffingsambtenaar had deze waarde vastgesteld op basis van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) per waardepeildatum 1 januari 2021. Belanghebbende was het niet eens met de uitspraak van de rechtbank en heeft hoger beroep ingesteld.

Tijdens de mondelinge behandeling op 6 augustus 2024 hebben partijen ter zitting een compromis bereikt, waarbij de waarde van de woning voor het jaar 2022 is verminderd naar € 311.000. Het hof heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd, met uitzondering van de beslissing over het griffierecht, en heeft de heffingsambtenaar gelast het griffierecht van € 136 aan belanghebbende te vergoeden. Belanghebbende heeft ter zitting verklaard af te zien van een proceskostenvergoeding.

De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is op 28 augustus 2024 verzonden. Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden. De uitspraak is gedaan door mr. A.E. Keulemans, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. K. de Jong-Braaksma als griffier.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
nummer BK-ARN 23/2408
uitspraakdatum: 27 augustus 2024

Uitspraak van de achttiende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 14 juni 2023, nummer ZWO 22/1005, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van het GBLT, gemeente- en waterschapsbelastingen(hierna: de heffingsambtenaar)

Procesverloop

1. De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [adres1] te [woonplaats] (hierna: de woning), per waardepeildatum 1 januari 2021, voor het jaar 2022 vastgesteld op € 426.000. Tegelijk met deze beschikking heeft de heffingsambtenaar voor dat jaar aan belanghebbende een aanslag onroerendezaakbelasting opgelegd.
2. Belanghebbende is tegen de uitspraken op bezwaar in beroep gekomen bij de rechtbank Overijssel (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de waarde verminderd op € 366.000, de aanslag dienovereenkomstig verminderd en een vergoeding van griffierecht toegekend.
3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De mondelinge behandeling van het hoger beroep heeft plaatsgevonden op 6 augustus 2024, waar zijn verschenen en gehoord belanghebbende en namens de heffingsambtenaar [naam1] , bijgestaan door [naam2] , taxateur.
4. Ter zitting van het Hof zijn partijen overeengekomen dat de waarde van de woning voor het jaar 2022 verminderd moet worden naar € 311.000. Het Hof zal dienovereenkomstig beslissen, waarbij wordt opgemerkt dat de Rechtbank al heeft bepaald dat de heffingsambtenaar het griffierecht voor beroep van € 50 vergoedt. Belanghebbende heeft ter zitting van het Hof verklaard af te zien van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

Het Hof:
- vernietigt de uitspraak van de Rechtbank, behalve de beslissing wat betreft het griffierecht,
- vernietigt de uitspraken op bezwaar van de heffingsambtenaar,
- vermindert de waarde voor de Wet WOZ van de woning voor het jaar 2022 naar € 311.000,
- vermindert de aanslag onroerendezaakbelasting voor het jaar 2022 dienovereen-komstig, en
- gelast dat de heffingsambtenaar aan belanghebbende het griffierecht van € 136 in verband met hoger beroep vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.E. Keulemans, voorzitter in tegenwoordigheid van mr. K. de Jong-Braaksma als griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 27 augustus 2024
De griffier, De voorzitter,
(De griffier is verhinderdA.E. Keulemans
de uitspraak te ondertekenen)
Een afschrift van deze uitspraak is in Mijn Rechtspraak geplaatst. Indien u niet digitaal procedeert, is een afschrift aangetekend per post verzonden op 28 augustus 2024.
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
Bepaalde personen die niet worden vertegenwoordigd door een gemachtigde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent, mogen per post beroep in cassatie instellen. Dit zijn natuurlijke personen en verenigingen waarvan de statuten niet zijn opgenomen in een notariële akte. Als zij geen gebruik willen maken van digitaal procederen kunnen deze personen het beroepschrift in cassatie sturen aan
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).
Bij het instellen van beroep in cassatie moet het volgende in acht worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak gevoegd;
2 - ( alleen bij procederen op papier) het beroepschrift moet ondertekend zijn;
3 - het beroepschrift moet ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.