Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
- veroordeling van verdachte ten aanzien van het onder 1 primair, 2, 3 en 4 tenlastegelegde tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht en met oplegging van zowel de maatregel van terbeschikkingstelling (hierna: tbs-maatregel) met verpleging van overheidswege, niet gemaximeerd in duur, als de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel;
- gehele toewijzing van de vordering van de benadeelde partij, vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het vonnis waarvan beroep
Verbetering ten aanzien van de uitgewerkte bewijsmiddelen
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van verdachte
stelt hieronder (onder het kopje `Gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke
verdachte verminderd toerekeningsvatbaar achten. Dit betekent dat zijn strafbaarheid niet geheel is uitgesloten.
Oplegging van straf en maatregel
Vordering van de advocaat-generaal
Standpunt van de verdediging
Oordeel van het hof
- Reclasseringsrapport van [naam instantie 2] d.d. 6 september 2022;
- Pro Justitiarapportage d.d. 7 februari 2023 opgemaakt door [naam specialist] , psychiater , en [naam specialist 2] , GZ-psycholoog ;
- Reclasseringsrapport van [naam instantie 2] d.d. 14 maart 2023.
ziet zich, gelet op de problematiek rondom verdachte in combinatie met de ernst van de bewezenverklaarde feiten, daarnaast voor de vraag gesteld of er aanleiding is om verdachte ter beschikking te stellen, al dan niet met verpleging van overheidswege.
te kunnen opleggen dient, op grond van het eerste lid van artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr), de vraag te worden beantwoord of bij verdachte ten tijde van het begaan van het feit een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond (sub 1), alsmede of de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen het opleggen van die maatregel eist (sub 2).
met dwangverpleging worden opgelegd. De eis van een (volwaardig) multidisciplinair onderzoek, als bedoeld in artikel 37a, derde lid, Sr in combinatie met artikel 37, tweede lid, Sr vervalt in dat geval. Alsdan kan tbs ook zonder een advies van de gedragsdeskundigen worden opgelegd. In dat geval is wel vereist dat derechter
zelf vaststelt dat er een ziekelijke stoornis of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens bestond ten tijde van het begaan van het feit. Voldoende is dat de ziekelijke stoornis of de gebrekkige ontwikkeling op basis van een zekere aannemelijkheid wordt vastgesteld.
acht,net als de rechtbank,
gelet op het rapport van de deskundigen van het [naam instantie] , in het licht van de overige beschikbare rapporten over de persoon van verdachte, voldoende aannemelijk geworden dat er bij verdachte sprake is van persoonlijkheidsstoornissen in de vorm van een antisociale persoonlijkheidsstoornis en een agressieregulatiestoornis. Dergelijke stoornissen zijn duurzaam en verdachte is hiervoor niet eerder (kunnen worden) behandeld. Hierdoor neemt de rechtbank aan dat er ten tijde van het plegen van de strafbare feiten sprake was van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens van verdachte.
achthet hof
het risico op recidive hoog.
zodanig dat het vanuit veiligheidsoogpunt onverantwoord is om verdachte na een onvoorwaardelijke gevangenisstraf onbehandeld terug te laten keren in de maatschappij. De stoornissen behoeven, gelet op het recidiverisico, behandeling in een beveiligde setting.
heeft verklaard, dathij niet bereid is aan behandeling mee te werken en dat
hij vindt dat hij niet geholpen hoeft te worden.
geen mogelijkheid om een tbs met voorwaarden op te leggen.
geen andere mogelijkheid dan om
geen meerwaarde in het opleggen van een maatregel strekkende tot gedragsbeïnvloeding of vrijheidsbeperking, naast het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in combinatie met het opleggen van de maatregel tot tbs met dwangverpleging.Het hof
zal daartoe dan ook niet overgaan.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
- kraswonden vlak voor haar linker oor en op haar oorlel;
- een snijwond op de rechterkant van haar voorhoofd;
- een blauw oog;
- schaafletsel en bloeduitstortingen in de hals;
- een kraswond en bloeduitstorting op de linkerborst;
- een huidbeschadiging bij de vagina;
- bloeduitstortingen op zowel de linker en rechterarm, als het rechterbeen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) jaren.
ter beschikking wordt gestelden beveelt
dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 11.000,00 (elfduizend euro) bestaande uit € 1.000,00 (duizend euro) materiële schade en € 10.000,00 (tienduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
opom aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer, genaamd [slachtoffer] , ter zake van het onder 1 primair, 2, 3 en 4 bewezenverklaarde een bedrag te betalen van
€ 11.000,00 (elfduizend euro)bestaande uit
€ 1.000,00 (duizend euro)materiële schade en
€ 10.000,00 (tienduizend euro)immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.