In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 27 augustus 2024, gaat het om een hoger beroep inzake een zorgregeling en kinderalimentatie tussen de man en de vrouw, die gezamenlijk het gezag uitoefenen over hun kinderen. De ouders zijn gescheiden sinds november 2015 en hebben drie kinderen, waarvan de jongste twee minderjarig zijn. De man heeft in hoger beroep zeven grieven ingediend tegen de beschikking van de rechtbank Gelderland van 6 oktober 2023, waarin onder andere een zorgregeling en kinderalimentatie zijn vastgesteld. De vrouw heeft in incidenteel hoger beroep twee grieven ingediend met betrekking tot de kinderalimentatie.
Het hof heeft de procedure in hoger beroep gevolgd, waarbij onder andere de mening van de minderjarigen is gehoord. De mondelinge behandeling vond plaats op 25 juni 2024. Het hof heeft de verzoeken van de man om een ouderschapsonderzoek en de benoeming van een bijzondere curator afgewezen, omdat dit niet in het belang van de kinderen zou zijn. De rechtbank had eerder een zorgregeling vastgesteld die het hof in stand heeft gelaten, omdat deze in overeenstemming was met de wensen van de kinderen en hen niet verder in de strijd tussen de ouders zou trekken.
Wat betreft de kinderalimentatie heeft het hof de behoefte van de kinderen vastgesteld en de bijdrage van de man aangepast. De man zal vanaf 22 juni 2023 een bijdrage van € 547,- per maand per kind betalen, met een verhoging per 1 januari 2024. De beslissing van het hof houdt rekening met de draagkracht van beide ouders en de behoeften van de kinderen. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, waarbij elke partij zijn eigen kosten draagt.