Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De procedure in eerste aanleg
2.De procedure in hoger beroep
- het beroepschrift
- het verweerschrift en incidenteel hoger beroep
- het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep
- de stukken van mr. Hendriksen van 12 juni 2024, ingediend op 13 juni 2024,
- de stukken van mr. Ten Brummelhuis van 13 juni 2024, ingediend op 18 juni 2024, en
- de stukken van mr. Ten Brummelhuis van 19 juni 2014, ingediend op 19 juni 2024.
3.De feiten
4.Het geschil
€ 254,- per maand vanaf het moment dat de vrouw volledig is hersteld en geen recht meer heeft op een Ziektewetuitkering, steeds bij vooruitbetaling te voldoen;
- een zorgregeling tussen de man en [de minderjarige] vast te stellen, waarbij [de minderjarige] de ene week in elk geval van donderdag 8.30 uur tot en met vrijdag 17.00 uur bij de man verblijft en de andere week in elk geval van donderdag 8.30 uur tot en met zondag 17.00 uur bij de man verblijft;
- [de minderjarige] vanaf de zomervakantie van 2024 in de even jaren de tweede, vijfde en zesde week bij de man zal zijn en in de oneven jaren de eerste, derde en vierde week en dat [de minderjarige] vanaf de even jaren de laatste drie weken van de zomervakantie bij de man zal zijn en in de oneven jaren de eerste drie weken van de zomervakantie.
5.De overwegingen voor de beslissing
6.De beslissing
- van 15 maart 2023 tot en met 31 december 2023 € 370,- per maand
- van 1 januari 2024 tot 1 juni 2024 € 380,- per maand, en
- van 7 mei 2024 tot 3 juni 2024 € 25,-, en
- vanaf 3 juni 2024 € 313,- per maand