Parketnummer: 21-005320-23
Uitspraak d.d.: 8 augustus 2024
TEGENSPRAAK
Tussenarrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Noord-Nederland van 2 november 2023 met parketnummer
18-172784-22 in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1998,
thans verblijvende in P.I. [locatie] .
De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 25 juli 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft van de zijde van de verdediging op 30 november 2023 een appelschriftuur ontvangen met onderzoekswensen. Van de zijde van het openbaar ministerie heeft het hof op 23 april 2024 een reactie op deze onderzoekswensen ontvangen. Door het openbaar ministerie zijn geen onderzoekswensen ingediend. Het hof heeft kennisgenomen van de inhoud van het dossier en bovengenoemde processtukken.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van hetgeen op de terechtzitting van het hof op
25 juli 2024 door verdachte en zijn raadslieden, mr. K. Karakaya en mr. M. van den Hoonaard, naar voren is gebracht, alsmede van hetgeen door de advocaat-generaal op de zitting naar voren is gebracht.
Bespreking van de onderzoekswensen
Vanwege de leesbaarheid van dit tussenarrest zal het hof de toelichting van de verdediging en de advocaat-generaal ten aanzien van de onderzoekswensen achterwege laten. Het hof verwijst in dit verband naar de inhoud van de appelschriftuur, de schriftelijke reactie hierop van het openbaar ministerie en het proces-verbaal van de terechtzitting van het hof van
25 juli 2024.
1.1
Verzoeken die samenhangen met het horen van getuigen
Onderzoekswensen van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om de volgende personen te horen als getuigen:
[naam 1] ;
[naam 2] ;
[naam 3] ;
[naam 4] ;
[naam 5] ;
[naam 6] ;
[naam 7] ;
[naam 8] ;
[naam 9] ;
[naam 10] ;
[naam 11] ;
[naam 12] ;
[naam 13] ;
[naam 14] ;
[naam 15] ;
[naam 16] ;
[naam 17] ;
[naam 18] ;
[naam 19] ;
[naam 20] .
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de getuigenverzoeken onder
1. tot en met 4 dienen te worden toegewezen, dat de getuigenverzoeken onder 5 tot en met 7 vooralsnog dienen te worden afgewezen en dat de getuigenverzoeken 8 tot en met 20 dienen te worden afgewezen.
Het hof stelt voorop dat de getuigenverzoeken 1 tot en met 19 dienen te worden getoetst aan het verdedigingscriterium. Ten aanzien van getuigenverzoek 20 geldt dat dit verzoek dient te worden getoetst aan het noodzaakscriterium. Het hof overweegt als volgt.
Ten aanzien van de getuigenverzoeken onder 1 tot en met 7 is naar het oordeel van het hof het verdedigingsbelang voldoende gebleken. Het hof wijst de verzoeken tot het horen van getuigen 1 tot en met 7 toe en zal de stukken in handen stellen van de raadsheer-commissaris teneinde deze personen te horen als getuigen.
Met betrekking tot de getuigenverzoeken onder 8 tot en met 13 overweegt het hof dat deze personen tot op heden geen (belastende) verklaring hebben afgelegd. Het betreffen personen die in het [café] aanwezig waren, terwijl verdachte zich volgens de verdediging tegenover het café geconfronteerd zag met een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding. Uit het dossier blijkt onvoldoende of, en zo ja wat zij kunnen verklaren aan nadere onderbouwing voor het te voeren verweer betreffende noodweer(exces), dan wel putatief noodweer. In zoverre zijn deze verzoeken ontoereikend gemotiveerd. Het hof wijst de verzoeken tot het horen van getuigen 8 tot en met 13 af.
Wat betreft de getuigenverzoeken onder 14 en 15 overweegt het hof dat dit personen betreffen die het laatste deel van het incident hebben waargenomen. Deze getuigen hebben hierover een verklaring afgelegd en van dit deel van het incident zijn camerabeelden aanwezig in het dossier. Gelet op de beelden in het dossier is er objectief materiaal aanwezig van hetgeen de getuigen mogelijkerwijs aanvullend kunnen verklaren. In dat licht bezien acht het hof ontoereikend gemotiveerd welk belang de verdediging heeft bij het horen van de getuigen. Het hof wijst de verzoeken tot het horen van getuigen 14 en 15 af.
Ten aanzien van getuigenverzoek 16 overweegt het hof dat de verdediging vragen wil stellen over het telefoongesprek tussen verdachte en getuige [naam 16] . Tijdens dat gesprek zou verdachte gezegd hebben dat hij lastig werd gevallen door een groep van wel 15 personen. Het hof is van oordeel dat uit de beelden en de verklaringen in het dossier redelijkerwijs kan worden opgemaakt dat sprake is geweest van enige animositeit tussen verdachte en de groep van latere slachtoffers. Gelet hierop bestaat geen verdedigingsbelang om deze getuige te horen. Het hof wijst het verzoek tot het horen van getuige 16 af.
Met betrekking tot getuigenverzoek 17 is naar het oordeel van het hof het verdedigingsbelang voldoende gebleken. Het hof wijst het verzoek tot het horen van getuige 17 toe en zal de stukken in handen stellen van de raadsheer-commissaris teneinde deze persoon te horen als getuige.
Wat betreft getuigenverzoek 18 overweegt het hof dat getuige [naam 18] in de [straat] aanwezig was kort voor, ten tijde en na het schietincident. Gelet op de beelden in het dossier is er objectief materiaal aanwezig van hetgeen de getuige [naam 18] mogelijkerwijs kan verklaren van het moment voor en ten tijde van het schietincident. Wat voor handelingen getuige [naam 18] heeft verricht met betrekking tot het verlenen van eerst hulp is niet relevant voor de nadere onderbouwing van het te voeren verweer betreffende noodweer(exces), dan wel putatief noodweer. Het hof wijst het verzoek tot het horen van getuige 18 af nu het verdedigingsbelang niet is gebleken.
Ten aanzien van getuigenverzoek 19 overweegt het hof dat [naam 19] tot op heden geen (belastende) verklaring heeft afgelegd. Het betreft een persoon die in het [café] werkzaam en aanwezig was ten tijde van het incident, terwijl volgens de verdediging verdachte zich tegenover het café geconfronteerd zag met een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding. Uit het dossier blijkt onvoldoende of en zo ja wat hij kan verklaren aan nadere onderbouwing voor het te voeren verweer betreffende noodweer(exces), dan wel putatief noodweer. In zoverre is dit verzoek door de verdediging ontoereikend gemotiveerd. Het hof wijst het verzoek tot het horen van getuige 19 af.
Met betrekking tot getuigenverzoek 20 overweegt het hof dat deze getuige al in aanwezigheid van de verdediging is gehoord ten overstaan van de rechter-commissaris. Het hof ziet niet in dat het toewijzen van dit verzoek noodzakelijk is voor de volledigheid van het onderzoek of in het licht van de te beantwoorden vragen van artikel 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering. Het hof wijst het verzoek tot het horen van getuige 20 af.
1.2
Verzoeken die samenhangen met camerabeelden
Onderzoekswensen van de verdediging
21. De verdediging heeft verzocht om het NFI onderzoek te laten verrichten naar de beelden genaamd ‘Filmpje 2’. De verdediging stelt zich op het standpunt dat verdachte het vuurwapen al in zijn rechterhand had, voordat hij de portier van de auto opende. Dit zou op ‘Filmpje 2’ te zien zijn.
22. De verdediging heeft verzocht om het NFI onderzoek te laten verrichten naar hetgeen te horen is vanaf 00:10 op de beelden genaamd ‘Filmpje 2’. Volgens de verdediging heeft de politie onterecht geverbaliseerd dat verdachte “kom” en “kom dan” roept. Verdachte zou in plaats daarvan “niet kom” hebben geroepen.
23. De verdediging heeft verzocht om de onderliggende camerabeelden waarmee de ‘ [naam 21] ’ is gemaakt.
24. De verdediging heeft verzocht om de politie nader onderzoek te laten verrichten naar de route die verdachte per fiets zou hebben afgelegd. De verdediging heeft voorts verzocht om een proces-verbaal van bevindingen te laten opmaken over de camerabeelden van privé-camera’s aan de gevel aan de tattooshop.
25. De verdediging heeft verzocht om de camerabeelden van de toegangsdeur van de woning van verdachte aan het Damsterdiep 269/38 te Groningen aan het dossier toe te voegen.
26. De verdediging heeft verzocht om onderzoek te laten doen naar het lekken van de camerabeelden naar de media.
De verdediging heeft ter terechtzitting in hoger beroep te kennen gegeven dat het hof geen beslissing meer hoeft te nemen over onderzoekswensen 23 en 26.
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat onderzoekswens 21 dient te worden toegewezen en dat de onderzoekswensen 22, 24 en 25 dienen te worden afgewezen.
Ten aanzien van de onderzoekswensen 21, 22, 24 en 25 geldt dat deze verzoeken dienen te worden getoetst aan het noodzaakscriterium. Het hof overweegt als volgt.
Met betrekking tot onderzoekswensen 21 en 22 overweegt het hof dat de verdediging de noodzaak tot toewijzing van deze verzoeken voldoende heeft onderbouwd. Het hof wijst de onderzoekswensen 21 en 22 toe en zal de stukken in handen stellen van de raadsheer-commissaris teneinde onderzoek te laten verrichten naar ‘Filmpje 2’, als omschreven in de appelschriftuur onder de nummers 21 en 22 (kunnen de beelden scherper en duidelijker worden gemaakt en is de geluidskwaliteit te verbeteren?).
Wat betreft onderzoekswensen 24 en 25 overweegt het hof dat het hof niet inziet dat het toewijzen van dit verzoek noodzakelijk is voor de volledigheid van het onderzoek of in het licht van de te beantwoorden vragen van artikel 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering. Het hof wijst de onderzoekswensen 24 en 25 af.
1.3
Verzoeken die samenhangen met forensisch onderzoek
Onderzoekswensen van de verdediging
27. De verdediging heeft verzocht om alle aangetroffen DNA-sporen en dactyloscopische sporen op het vuurwapen te laten onderzoek door het NFI op overeenkomsten met de leden van de vrijgezellengroep.
28. De verdediging heeft verzocht om een toxicologisch onderzoek te laten verrichten door het NFI naar de vraag of er alcohol, drugs en/of geneesmiddelen zijn aangetroffen in het bloed van slachtoffer [slachtoffer] en zo ja, of dit het bewustzijn/gedrag van [slachtoffer] heeft kunnen beïnvloeden.
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de onderzoekswensen 27 en 28 dienen te worden afgewezen.
Ten aanzien van de onderzoekswensen 27 en 28 geldt dat deze verzoeken dienen te worden getoetst aan het noodzaakscriterium. Het hof overweegt als volgt.
Met betrekking tot onderzoekswens 27 overweegt het hof dat in de huidige stand van zaken sporen op een vuurwapen slechts vergeleken kunnen worden met reeds in de databank aanwezige gegevens. Uit het dossier blijkt niet dat door de personen die deelnamen aan het vrijgezellenfeest vrijwillig DNA is afgestaan. De wet biedt geen juridische grondslag om dit alsnog te realiseren. Gelet hierop kan er geen onderzoek plaatsvinden op de wijze zoals door de verdediging is verzocht. Het hof wijst onderzoekswens 27 af.
Wat betreft onderzoekswens 28 overweegt het hof dat op grond van de beschikbare beelden het gedrag van meerdere deelnemers van het vrijgezellenfeest is vast te stellen, waaronder het gedrag van slachtoffer [slachtoffer] . Het hof acht wat er op dat punt eventueel nog uit toxicologisch onderzoek zal komen niet van toegevoegde waarde in relatie tot de uiteindelijk door het hof te nemen beslissingen. De noodzaak tot toewijzing van dit verzoek is onvoldoende onderbouwd. Het hof wijst onderzoekswens 28 af.
Onderzoekswensen van de verdediging
29. De verdediging heeft verzocht om alle 112-gesprekken betreffende de melding van het schietincident uit te laten werken door de politie. Daarnaast heeft de verdediging verzocht om deze 112-gesprekken aan hen te verstrekken.
30. De verdediging heeft verzocht om de politie onderzoek te laten verrichten naar de vraag of er gevels van panden en voertuigen zijn geraakt door de afgeschoten kogels en zo ja, op welke hoogte.
31. De verdediging heeft verzocht om onderzoek te laten verrichten naar de vraag welke zendmasten de telefoon van verdachte heeft aangestraald vanaf zijn vertrek uit het [café] tot zijn terugkeer aldaar.
32. De verdediging heeft verzocht om een reconstructie te gelasten van het tenlastegelegde. Een onderdeel van het incident is niet op camerabeelden vastgelegd, namelijk het deel dat tegenover [café] heeft plaatsgevonden. Met een reconstructie kan dat specifieke deel van het incident in beeld worden gebracht.
Standpunt van de advocaat-generaal
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de onderzoekswensen 29 tot en met 32 dienen te worden afgewezen.
Ten aanzien van de onderzoekswensen 29 tot en met 32 geldt dat deze verzoeken dienen te worden getoetst aan het noodzaakscriterium. Het hof overweegt als volgt.
Met betrekking tot onderzoekswensen 29 en 30 acht het hof de 112-meldkamergesprekken betreffende het schietincident en het onderzoek naar de vindplaats van (eventuele) kogelinslagen, gelet op de verschillende verklaringen in het dossier en het beschikbare beeldmateriaal, niet noodzakelijk. Het hof wijst het verzoek af.
Wat betreft onderzoekswens 31 ziet het hof niet in dat het toewijzen van dit verzoek noodzakelijk is voor de volledigheid van het onderzoek of in het licht van de te beantwoorden vragen van artikel 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering. Het hof wijst onderzoekswens 31 af.
Ten aanzien van onderzoekswens 32 overweegt het hof dat het hof in dit stadium van het strafproces op basis van de camerabeelden, de overige zich in het dossier bevindende stukken en in het licht van de toegewezen onderzoekswensen, het verzochte onderzoek niet noodzakelijk acht ten aanzien van de te beantwoorden vragen van artikel 348 en 350 van het Wetboek van Strafvordering. Het hof wijst onderzoekswens 32 af.
Stelt de stukken in handen van de raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit hof teneinde als getuigen te horen: