ECLI:NL:GHARL:2024:5178

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
13 juni 2024
Publicatiedatum
13 augustus 2024
Zaaknummer
P24/96
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beslissing van de rechtbank en verlenging van de terbeschikkingstelling met één jaar

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 13 juni 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland van 11 augustus 2023, die de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met twee jaar had verlengd. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank vernietigd en de terbeschikkingstelling met één jaar verlengd. De terbeschikkinggestelde, geboren in 1949, verblijft in een kliniek en heeft vasculaire dementie, wat als risicoverlagend wordt beschouwd. Het hof heeft de argumenten van zowel de terbeschikkinggestelde als het openbaar ministerie in overweging genomen. De terbeschikkinggestelde stelde dat de verlenging met één jaar voldoende was gezien zijn gezondheidstoestand en de complexiteit van zijn ziektebeelden. De advocaat-generaal steunde dit standpunt, wijzend op de noodzaak om de gevolgen van de vasculaire dementie voor het recidiverisico te onderzoeken. Het hof oordeelde dat de veiligheid van anderen een verlenging van de terbeschikkingstelling eist, maar dat de huidige cognitieve achteruitgang van de terbeschikkinggestelde en de moeilijkheden bij het vinden van een geschikte vervolgvoorziening aanleiding gaven om de verlenging te beperken tot één jaar. Het hof heeft de beslissing in het openbaar uitgesproken, waarbij de voorzitter en de raadsheren aanwezig waren, maar niet allemaal in staat waren om de beslissing mede te ondertekenen.

Uitspraak

TBS P24/96
Beslissing van 13 juni 2024
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] (Nederland) op [geboortedag] 1949,
verblijvende in [de kliniek] (de kliniek),
verder te noemen: de terbeschikkinggestelde.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, van 11 augustus 2023. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en daarnaast op:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van 14 augustus 2023 waarbij de terbeschikkinggestelde beroep heeft ingesteld;
- de aanvullende informatie van de kliniek van 13 mei 2024, en de wettelijke aantekeningen over de periode 8 januari 2024 tot en met 11 april 2024.
Het hof heeft ter zitting van 30 mei 2024 gehoord de advocaat-generaal, mr. A. Kooij, en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman, mr. F.C. Knoef, advocaat te
's-Gravenhage . De terbeschikkinggestelde was via een videoverbinding verbonden met de zittingszaal.

Overwegingen

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De terbeschikkinggestelde heeft zich op het standpunt gesteld dat de terbeschikkingstelling met slechts één jaar moet worden verlengd. Bij de terbeschikkinggestelde is vasculaire dementie geconstateerd, zodat thans sprake is van meerdere ziektebeelden. Bekeken moet worden hoe de resocialisatie van de terbeschikkinggestelde – gezien deze naast elkaar bestaande ziektebeelden – het beste vorm kan krijgen. Daarnaast is van belang om vast te stellen hoe de ontwikkeling van de dementie van invloed zal zijn op het recidiverisico en op de noodzaak van de voortzetting van de terbeschikkingstelling.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft zich ook op het standpunt gesteld dat de terbeschikkingstelling met één jaar moet worden verlengd. De nieuwe diagnose vasculaire dementie maakt dat bekeken moet worden welke vervolgvoorziening voor de terbeschikkinggestelde nodig zal zijn. Ook dienen de gevolgen van die diagnose voor het recidiverisico te worden bezien. Hoewel de beslissing van de rechtbank, met de informatie die destijds voorhanden was, begrijpelijk is, bestaat er nu redenen de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof komt tot een andere beslissing dan de rechtbank en zal daarom de beslissing van de rechtbank vernietigen.
Indexdelict
Het hof stelt vast dat de terbeschikkinggestelde bij arrest van het gerechtshof te Arnhem van 10 juli 2008 is (onder andere) veroordeeld ter zake van het met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren plegen van handelingen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam. Dit is een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De terbeschikkingstelling is daarom niet in duur beperkt.
Stoornis en recidivegevaar
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een stoornis in het autismespectrum met narcistische trekken. Daarnaast is er sprake van seksuele identiteitsproblematiek met pedofiele neigingen.
Wanneer het toezicht rondom de terbeschikkinggestelde volledig weg zou vallen, schat de kliniek het risico op herhaling van soortgelijke delicten als het indexdelict in als hoog. Het door de terbeschikkinggestelde aangegeven onvermogen seksuele behoeften te ervaren, zijn visie dat zijn seksueel grensoverschrijdende handelingen in het verleden moeten worden beschouwd als een passende vorm van hulpverlenging/seksueel onderricht en zijn onvermogen zich te verplaatsen in een ander, vormen blijvende risicofactoren.
Het hof is van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
Duur van de verlening
Bij de terbeschikkinggestelde is – naast voornoemde stoornis – vasculaire dementie geconstateerd. Volgens de kliniek beïnvloedt de huidige cognitieve achteruitgang zijn vermogen tot het leggen van contacten en het aannemen van de docerende rol die hij geneigd was aan te nemen. Dit wordt als risicoverlagend beschouwd. De kliniek zoekt een geschikte vervolgplek voor de terbeschikkinggestelde waar hij voldoende zorg kan krijgen op basis van zijn fysieke en mentale gesteldheid. De huidige maatregel speelt hierbij een complicerende factor. De reclassering zal bij de resocialisering van de terbeschikkinggestelde worden betrokken.
In de (verwachte) cognitieve achteruitgang van de terbeschikkinggestelde en de gevolgen daarvan voor het recidiverisico en gelet op de moeilijkheden voor het vinden van een geschikte vervolgvoorziening, ziet het hof aanleiding de terbeschikkingstelling te verlengen met één jaar in plaats van twee jaren.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt de beslissing van de rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, van 11 augustus 2023 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde, [terbeschikkinggestelde] .
Verlengt de terbeschikkingstelling met een termijn van
een jaar.
Aldus gedaan door
mr. A.B.A.P.M. Ficq, voorzitter,
mr. G. Mintjes en mr. P.C. Vegter, raadsheren,
en drs. R.A. Graaff en dr. E.L.M. Klein Haneveld, raden,
in tegenwoordigheid van mr. C. Aalders, griffier,
en op 13 juni 2024 in het openbaar uitgesproken.
Mr. Vegter en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.