Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
[verzoekster] ,
[de moeder]
- [verzoekster] met haar advocaat, en
- de ouders.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 12 augustus 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verblijf van een achttienjarige in een gesloten accommodatie van Pluryn. De kinderrechter had eerder besloten om het verblijf van de achttienjarige niet te verlengen, omdat er bijna drie maanden na het bereiken van de achttienjarige leeftijd geen wettelijke basis meer voor was. Het hof heeft deze beslissing in stand gehouden en het verzoek om als voorlopige voorziening te bepalen dat de achttienjarige in de gesloten accommodatie zal verblijven, afgewezen. Tijdens de mondelinge behandeling op 5 augustus 2024 heeft de verzoekster aangegeven niet meer terug te willen naar de gesloten accommodatie, waardoor het hof het verzoek om voorlopige voorziening al afwees.
Het hof oordeelde dat de beslissing van de kinderrechter, genomen op 4 juli 2024, terecht was. De achttienjarige had geen recht meer op verlenging van haar verblijf in de gesloten jeugdzorg, omdat zij inmiddels volwassen was en er geen ondersteuning was van een gedragswetenschapper voor een verdere verlenging. Pluryn verleende bovendien geen medewerking meer aan een verlenging van de gesloten jeugdzorg. De verzoekster is inmiddels aangewezen op volwassenenzorg en zit sinds eind juli in voorlopige hechtenis. Het hof heeft de verzoekster aangespoord om, zodra er een passende plaats in de volwassenenzorg is gevonden, zich aan de afspraken te houden en mee te werken aan noodzakelijke therapieën.
De beslissing van het hof was als volgt: in de zaak met nummer 200.343.726/02 werd het verzoek afgewezen, en in de zaak met nummer 200.343.726/01 werd de beschikking van de kinderrechter bekrachtigd. De voorzitter heeft meegedeeld dat een afschrift van het proces-verbaal zo spoedig mogelijk aan de partijen zal worden toegestuurd.