Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 24 oktober 2023;
- het verweerschrift.
- de moeder in persoon, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader in persoon, bijgestaan door zijn advocaat;
- een vertegenwoordigster van de raad voor de kinderbescherming (hierna: de raad).
3.De feiten
- [de minderjarige1] , geboren [in] 2011 in [plaats1] en
- [de minderjarige2] , geboren [in] 2011 in [plaats1] .
- bepaald dat de kinderen voortaan hun hoofdverblijfplaats bij de vader hebben;
- de vader vervangende toestemming verleend om de kinderen in te schrijven op het [naam1] College in [plaats2] met ingang van het nieuwe schooljaar (2023/2024);
- de zorgregeling gewijzigd en bepaald dat de kinderen buiten de vakanties om 25 weekenden per jaar bij de moeder verblijven; dit komt in de praktijk neer op twee achtereenvolgende weekenden bij de moeder en vervolgens één weekend bij de vader;
- een vakantieregeling en een feestdagenregeling vastgesteld;
- de beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard;
- de verzoeken van de ouders voor het overige afgewezen.