Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
Ter zitting van het hof heeft [geïntimeerde] aangegeven dat hij zijn grief – en daarmee in zoverre zijn vordering – over de onderhoudskosten en eigenaarslasten van de woning intrekt.
3.Het oordeel van het hof
4.De beslissing
- deelt de woning toe aan [geïntimeerde] tegen een waarde van € 150.000,-;
- onder de verplichting van [geïntimeerde] om de helft van het verschil tussen de hiervoor genoemde waarde van de woning en het restant van de hypothecaire geldlening (de overwaarde) aan [appellante] uit te keren;
- verbindt aan deze toedeling de ontbindende voorwaarde dat deze toedeling komt te vervallen, indien [geïntimeerde] niet binnen zes weken na heden de financiering heeft geregeld waarbij [appellante] wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid en uiterlijk binnen twee weken daarna de levering bij de notaris heeft plaatsgevonden;
- deelt de woning toe aan [appellante] tegen een waarde van € 150.000,-;
- onder de verplichting van [appellante] om de helft van het verschil tussen de hiervoor genoemde waarde van de woning en het restant van de hypothecaire geldlening (de overwaarde) aan [geïntimeerde] uit te keren;
- verbindt aan deze toedeling de ontbindende voorwaarde dat deze toedeling komt te vervallen, indien [appellante] niet binnen zes weken de financiering heeft geregeld waarbij [geïntimeerde] wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid en uiterlijk binnen twee weken daarna de levering bij de notaris heeft plaatsgevonden;
- bepaalt dat partijen daarna binnen vier weken aan de makelaar die de woning getaxeerd heeft, de opdracht tot verkoop en tot bemiddeling bij het tot stand brengen van een koopovereenkomst geven;
- partijen zullen in onderling overleg met deze makelaar de vraagprijs, die dient te zijn gebaseerd op de woningmarkt ter plaatse en de kwaliteit van de woning, bepalen;
- indien partijen er niet binnen twee weken na de opdrachtverlening aan de makelaar in slagen om gezamenlijk de vraagprijs te bepalen, zal de makelaar de woning te koop mogen aanbieden tegen een marktconforme vraagprijs;
- partijen zullen in overleg met de makelaar de verkoopovereenkomst aangaan met degene die de hoogste prijs biedt indien en voor zover die prijs volgens beide partijen de best mogelijke prijs is. In het geval partijen het niet eens kunnen worden over de vraag of een aanbod de best mogelijke prijs is, dan zal de makelaar dit bindend kunnen bepalen;
- als de verkoopprijs bindend is vastgesteld zijn beide partijen verplicht hun medewerking te verlenen aan de verkoop en levering van de woning;
- na verkoop moet met de verkoopopbrengst de hypothecaire geldlening worden afgelost en de aan de verkoop verbonden kosten worden voldaan;
- als er dan een bedrag overblijft (de netto verkoopwinst), dan moeten partijen die bij helfte delen;
- als er een restschuld overblijft, dan moeten partijen die in hun onderlinge verhouding ieder voor de helft dragen.
- veroordeelt [appellante] om ter zake van de aflossing van de schuld aan Fortis (nu ABN AMRO) een bedrag van € 4.898,89 aan [geïntimeerde] te betalen;
- veroordeelt [appellante] om ter zake van de aflossing van de DSB-schuld een bedrag van € 1.840,90 aan [geïntimeerde] te betalen;