ECLI:NL:GHARL:2024:4902

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
16 mei 2024
Publicatiedatum
25 juli 2024
Zaaknummer
P23/401
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Penitentiair strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beslissing van de rechtbank Rotterdam inzake terbeschikkingstelling en wijziging van voorwaarden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 mei 2024 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de terbeschikkinggestelde, geboren op [geboortedag 1] 1969, die verblijft in [kliniek]. Het beroep was gericht tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam van 14 november 2023, die de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengde en de voorwaarden wijzigde. Het hof heeft de zaak behandeld op basis van de stukken van de rechtbank en de zitting van 2 mei 2024, waar de advocaat-generaal, mr. A.K. Kooij, en de raadsman, mr. J.A.W. Knoester, aanwezig waren.

Het hof heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde zich neerlegt bij de verlenging van de terbeschikkingstelling, maar niet bij de wijziging van de voorwaarden, met name de eis van libidoremmende medicatie. De reclassering heeft geadviseerd om de voorwaarden te wijzigen om medicamenteuze ondersteuning mogelijk te maken in geval van hyperseksualiteit. Het hof oordeelt dat de wijziging van de voorwaarden niet noodzakelijk is, maar past deze aan zodat medicatie alleen kan worden voorgeschreven als hyperseksualiteit objectief is vastgesteld.

Het hof vernietigt de beslissing van de rechtbank en verlengt de terbeschikkingstelling met twee jaar, met gewijzigde voorwaarden. De voorwaarden omvatten onder andere toezicht door de reclassering, medewerking aan identificatie, en het verbod op contact met slachtoffers. Het hof benadrukt dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel vereisen, en dat de terbeschikkingstelling niet in duur beperkt is.

Uitspraak

TBS P23/401
Beslissing van 16 mei 2024
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 1969,
verblijvende op [kliniek] ,
verder te noemen: de terbeschikkinggestelde.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam van 14 november 2023. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar en wijziging van de voorwaarden.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en daarnaast op:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van 28 november 2023 waarbij de terbeschikkinggestelde beroep heeft ingesteld;
- de aanvullende informatie van de reclassering [plaats] van 18 april 2024.
Het hof heeft ter zitting van 2 mei 2024 gehoord de advocaat-generaal, mr. A.K. Kooij, en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.A.W. Knoester, advocaat te 's-Gravenhage.

Overwegingen

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
Het hoger beroep was gericht tegen de verlenging van de terbeschikkingstelling en de wijziging van de voorwaarden. De terbeschikkinggestelde legt zich echter inmiddels neer bij de (termijn van de) verlenging, maar hij is en blijft het niet eens met de wijziging van de voorwaarden. De terbeschikkinggestelde wil geen libidoremmende medicatie. De reclassering wil echter de voorwaarden wijzigen voor het geval dat er sprake is van hyperseksualiteit bij de terbeschikkinggestelde zodat er dan libidoremmende medicatie ingezet kan worden. Dit is niet nodig. Mocht er in de toekomst sprake zijn van hyperseksualiteit dan kan deze voorwaarde te zijner tijd altijd nog worden aangepast. Een wijziging van de voorwaarden is daarom op dit moment niet noodzakelijk. De raadsman heeft primair verzocht de wijziging van de voorwaarden af te wijzen. Subsidiair heeft de raadsman verzocht de gestelde voorwaarde als volgt aan te vullen: “ten aanzien van de libido remmende medicatie als op objectieve wijze is vastgesteld dat er sprake is van hyperseksualiteit”. Met die aanvulling kan de terbeschikkinggestelde leven.
Het standpunt van het openbaar ministerie
Er is voldaan aan de voorwaarden voor verlenging van de maatregel. Gelet hierop is voortzetting van de maatregel geïndiceerd. De stoornis hyperseksualiteit wordt apart geclassificeerd omdat het, indien het terugkeert, een belangrijk risico-verhogende factor is. Deze stoornis is in remissie. De reclassering heeft geadviseerd de voorwaarden te wijzigen zodat het mogelijk is de terbeschikkinggestelde medicamenteus te ondersteunen op het moment dat de behandelaren dat adviseren. Gedacht wordt daarbij aan het inzetten van libodoremmende medicatie. Omdat de gevolgen van deze medicatie ingrijpend zijn en de medicatie ook bijwerkingen kent, moet dit wel echt nodig zijn. De noodzaak van aanpassing van de voorwaarden is door de reclassering onvoldoende onderbouwd. Uit het rapport van psychiater [naam psychiater] van 16 juni 2023 volgt dat het recidiverisico besloten ligt in de mogelijkheid dat de terbeschikkinggestelde, onder de omstandigheden dat hij geen bevredigende seksuele relatie heeft, dat er geen corrigerende omgeving om hem is en dat er sprake is van hyperseksualiteit, zich richt op kinderporno en/of seksuele toenadering zoekt tot een bekend, beschikbaar kind. Hieruit volgt dat het een langdurend traject is voordat de terbeschikkinggestelde gevaarlijk wordt. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar en afwijzing van de wijziging van de voorwaarden, zoals door de reclassering is geadviseerd. Verder heeft de rechtbank geoordeeld dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen verlenging van de maatregel vereist. Omdat de totale duur van de maatregel inmiddels een periode van vier jaren te boven gaat, kan de algemene veiligheid van goederen echter geen grond meer zijn voor verlenging. Dit dient verbeterd te worden.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof zal de beslissing van de rechtbank vernietigen omdat het tot een andere beslissing komt met betrekking tot de wijziging van de voorwaarden.
Indexdelicten
Bij arrest van 11 april 2019 heeft het gerechtshof Den Haag aan de terbeschikkinggestelde de maatregel van terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd voor
- de eendaadse samenloop van met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd en met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd;
- een afbeelding of gegevensdrager bevattende afbeeldingen van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben, terwijl van het plegen van dit misdrijf een gewoonte wordt gemaakt;
- met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.
Dit zijn misdrijven die gericht zijn tegen en/of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van personen. De terbeschikkingstelling is daarom niet in duur beperkt.
Stoornis en recidivegevaar
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een autismespectrumstoornis, een pedofiele stoornis van het niet exclusieve type, aangetrokken tot meisjes en een andere gespecificeerde parafiele stoornis (hyperseksualiteit) in remissie.
Bij een beëindiging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege wordt het risico op gewelddadig gedrag en/of op een recidief seksueel delict ingeschat als gemiddeld respectievelijk hoog.
Binnen het huidige kader wordt het recidiverisico als laag ingeschat. Bij beëindiging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden loopt het recidiverisico op tot matig.
Verlenging
De rechtbank heeft geoordeeld dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen en goederen verlenging van de maatregel vereist. Omdat de totale duur van de maatregel inmiddels een periode van vier jaren te boven gaat, kan de algemene veiligheid van goederen echter geen grond meer zijn voor verlenging (artikel 38e, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht). Gelet op de advisering en op hetgeen overigens op de zitting naar voren is gekomen, stelt het hof vast dat de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel vereist.
Het hof heeft als uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar. Nu hiervan sprake is, zal het hof, overeenkomstig de standpunten van de advocaat-generaal en de verdediging, de maatregel met twee jaar verlengen.
Wijziging van de voorwaarden
De reclassering heeft het hof geadviseerd de (aan de terbeschikkingstelling verbonden) voorwaarden met betrekking tot het medicatiegebruik te wijzigen, teneinde te bewerkstelligen dat het mogelijk is de terbeschikkinggestelde medicamenteus te ondersteunen op het moment dat de behandelaren dat adviseren en teneinde de reclassering in staat te stellen haar toezichthoudende taak op een goede wijze te kunnen verrichten. De reclassering heeft over die voorwaarde geadviseerd in de aanvullende rapportage van 18 april 2024.
De terbeschikkinggestelde heeft zich verzet tegen deze door de recalssering voorgestelde wijziging.
Met de advocaat-generaal en de raadsman acht het hof wijziging van de voorwaarde zoals voorgesteld door de reclassering niet noodzakelijk. Het hof zal - op suggestie van de raadsman - de voorwaarde zo wijzigen dat als er sprake is van hyperseksualiteit de mogelijkheid bestaat om libidoremmende medicatie toe te dienen.
Voorts zal het hof met betrekking tot een time-out-plaatsing zijn beslissing van
van 15 december 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:10739, volgen, in die zin dat de voorwaarde van een klinische time-outopname wordt geschrapt en wordt vervangen door een mogelijkheid tot time-out-plaatsing in de forensisch klinische zorg op vrijwillige basis. Voor een onvrijwillige time-out-plaatsing biedt artikel 6:6:10a van het Wetboek van Strafvordering geen grondslag

BESLISSING

Het hof:
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Rotterdam van 14 november 2023 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde,
[terbeschikkinggestelde].
Verlengtde terbeschikkingstelling met een termijn van
twee jaar.
Wijzigtde aan de terbeschikkinggestelde opgelegde voorwaarden, zoals opgenomen in het arrest van het gerechtshof Den Haag van 11 april 2019, in die zin dat deze thans luiden dat de terbeschikkinggestelde:
1. zich niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van één of meerdere vingerafdrukken en/of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
3. medewerking zal verlenen aan het verstrekken van een pasfoto en het verstrekken van informatie zoals bedoeld in het kader van het landelijke opsporingsbeleid ten aanzien van TBS­gestelden;
4. zich onder toezicht van de reclassering stelt en zich houdt aan de voorschriften en aanwijzingen die door of namens de reclassering aan hem gegeven worden. Betrokkene zorgt ervoor dat hij te allen tijde bereikbaar is voor de reclassering, zijn behandelaren en zijn begeleiders;
5. meewerkt aan het convenant tussen reclassering en politie, dat onder meer inhoudt dat hij door de wijkagent bezocht kan worden in zijn huis of omgeving;
6. zich niet buiten de Europese landsgrenzen van Nederland zal begeven;
7. niet van adres zal wijzigen c.q. verhuizen zonder overleg met en toestemming van de reclassering. Overnachtingen op een ander adres dan zijn vaste verblijfsadres, worden vooraf met de reclassering besproken;
8. de reclassering zicht op de voortgang van zijn behandeling en begeleiding verschaft en de reclassering toestemming verleent om relevante referenten te raadplegen en contact te onderhouden met personen en instanties die deel uitmaken van zijn netwerk;
9. op geen enkele wijze contact zal leggen met de slachtoffers in onderhavige zaak: dochter [naam slachtoffer 1] , geboren op [geboortedag 2] 2005 en nicht [naam slachtoffer 2] , geboren op [geboortedag 3] 1990, tenzij anders besloten, nader te bepalen door de reclassering en/of andere instanties. Hij houdt zich aan de aanwijzingen die door deze instanties aan hem gegeven worden, ook ten aanzien van zijn dochter, die woonachtig is op de Filipijnen of toekomstige kinderen;
10. zal meewerken aan een klinische behandeling (nog nader te bepalen door IFZ), of soortgelijke instelling zulks ter beoordeling van NIFP­ IFZ en zal zich houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar worden gegeven, ook als dit inhoudt de inname van de hem door de behandelaren voorgeschreven medicatie op de voorgeschreven wijze en controle hierop. Voor libido remmende medicatie geldt dit enkel als medisch is vastgesteld dat er sprake is van hyperseksualiteit;
11. na zijn klinische behandelopname zal meewerken aan een Ambulant Forensisch Psychiatrisch Toezicht (FPT) bij een nader te indiceren klinische behandelsetting. Als de reclassering dat nodig vindt en de terbeschikkinggestelde daarmee instemt, kan de terbeschikkinggestelde voor een time-out worden opgenomen in een nader te bepalen instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de terbeschikkinggestelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
12. zal meewerken aan behandel- en begeleidingstrajecten betreffende resocialisatie en nazorg, overeenkomstig de te geven aanwijzingen door de reclassering. Ook als dit inhoudt een forensische ambulante (deeltijd) behandeling bij een nader te bepalen forensische polikliniek. Hij zal zich houden aan de door de behandelaar gegeven adviezen ten aanzien van medicatie. In het geval dat er sprake is van vastgestelde hyperseksualiteit bestaat de mogelijkheid van libido remmende medicatie;
13. zich na zijn klinische behandeling zal laten opnemen in een RIBW indien dit door de behandelaars en/of reclassering nodig wordt geacht en/of ambulant begeleiden in een door een door de reclassering goedgekeurde en geschikte woonplek;
14. zich zal inzetten voor het realiseren en behouden van een passende en door de reclassering goedgekeurde dagbesteding;
15. inzage zal geven in zijn financiën en indien nodig zal meewerken aan een passend financieel begeleidingstraject;
16. openheid zal geven over het aangaan en onderhouden van (partner)relaties. Hij zal meewerken aan de opbouw van een steunend sociaal netwerk en verleent toestemming tot contactopname met een nieuwe relatie;
17. zich op welke wijze dan ook zal onthouden van het op digitale wijze (met een seksuele intentie) communiceren met minderjarigen/kinderen en/of zich onthoudt van gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen en/of onthoudt zich van gedragingen die zijn gericht op internetomgevingen waarin over seksuele handelingen met minderjarigen/kinderen wordt gecommuniceerd, terwijl het daarop uitgeoefende toezicht de afspraak omvat dat hij geen wisprogramma's op zijn digitale apparatuur mag hebben of gebruiken en het toezicht verder mede kan bestaan uit controle van zijn computer(s) en andere apparatuur waarop afbeeldingen (kunnen) worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd;
18. zich zal houden aan de afspraken omtrent middelengebruik die met zijn behandelaar en de reclassering maakt en laat zich hier indien nodig op controleren via urine- en blaascontroles;
Aldus gedaan door
mr. W.A. Holland, voorzitter,
mr. R. Prakke-Nieuwenhuizen en mr. M.J. Vos, raadsheren,
en dr. W.J. Canton en drs. A.W.T.M. Vissers, raden,
in tegenwoordigheid van mr. J.P. Fuchs-van Dis, griffier,
en op 16 mei 2024 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.