ECLI:NL:GHARL:2024:4900
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 juli 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Overijssel. Het hof heeft het openbaar ministerie ontvankelijk verklaard in de vordering tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. De zaak betreft een ontnemingsvordering die is ingesteld naar aanleiding van een strafzaak die op 10 september 2018 inhoudelijk is behandeld. De rechtbank had eerder het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot ontneming, omdat er een verzuim zou zijn in de aankondiging van de ontneming volgens artikel 311 van het Wetboek van Strafvordering. Het hof heeft echter geoordeeld dat er geen aanwijzingen zijn dat de aankondiging niet correct is gedaan en dat de rechtszekerheid van de verdachte niet in het geding is gekomen. Het hof heeft de zaak terugverwezen naar de rechtbank Overijssel voor verdere behandeling, waarbij het hof de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie in de vordering tot ontneming bevestigde.