ECLI:NL:GHARL:2024:488

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
25 januari 2024
Publicatiedatum
22 januari 2024
Zaaknummer
P23/0324
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Penitentiair strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de beslissing tot verlenging van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege

Op 25 januari 2024 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1982 en verblijvende in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank Overijssel van 7 september 2023 vernietigd, waarin de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met twee jaar was verlengd. In plaats daarvan heeft het hof de maatregel met één jaar verlengd, gelet op positieve ontwikkelingen in het traject van de terbeschikkinggestelde. Het hof oordeelde dat de terbeschikkinggestelde voldoende stappen had gezet en dat een kortere termijn voor verdere toetsing wenselijk was.

Tijdens de zitting op 11 januari 2024 heeft het hof de advocaat-generaal en de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw. De advocaat-generaal pleitte voor bevestiging van de eerdere beslissing van de rechtbank, maar het hof oordeelde anders. Het hof heeft de relevante stukken van de rechtbank Overijssel in aanmerking genomen, evenals adviezen van externe rapporteurs die een lager recidiverisico inschatten. Het hof concludeerde dat, hoewel er een stoornis aanwezig is en het recidiverisico als matig tot hoog wordt ingeschat, de terbeschikkinggestelde recentelijk geen incidenten heeft vertoond en grote stappen heeft gezet in zijn resocialisatie.

Het hof heeft benadrukt dat de terbeschikkinggestelde niet de verwachting mag hebben dat de verpleging van overheidswege na de verlenging van één jaar voorwaardelijk zal worden beëindigd. Het hof heeft de reclassering opgedragen om vóór de volgende verlengingszitting de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging te onderzoeken. De beslissing is openbaar uitgesproken en de raden waren buiten staat deze mede te ondertekenen.

Uitspraak

TBS P23/0324
Beslissing van 25 januari 2024
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[de terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1982,
verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) [FPC] te [plaats] , verder te noemen: de terbeschikkinggestelde.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, van 7 september 2023. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar en de afwijzing van het verzoek tot het doen onderzoeken van de mogelijkheid van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en daarnaast op:
- het vonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, van 22 juni 2014, waarbij de terbeschikkingstelling met voorwaarden werd opgelegd;
  • de beslissing van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, van 22 mei 2018, waarbij de vordering tot omzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden in de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege werd toegewezen;
  • de beslissing van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 11 oktober 2018, waarbij de beslissing van de rechtbank van 22 mei 2018 is bevestigd;
  • het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
  • de beslissing waarvan beroep;
  • de akte van 19 september 2023 waarbij de terbeschikkinggestelde beroep heeft ingesteld;
  • de aanvullende informatie van [FPC] van 3 januari 2024.
Het hof heeft ter zitting van 11 januari 2024 gehoord de advocaat-generaal,
mr. L.H.J. Vijlbrief-Smit, en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw,
mr. J.J. Serrarens, advocaat te Beek.

Overwegingen

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De terbeschikkinggestelde heeft verzocht om te volstaan met een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar, omdat hij wil toewerken naar een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Met een jaar verloopt het traject sneller en de terbeschikkinggestelde wil laten zien dat hij buiten de kliniek kan functioneren. De reclassering kan toezien op het voorkomen van middelengebruik en ambulante hulpverlening is ook mogelijk. Primair is verzocht om de zaak aan te houden en een maatregelrapport op te laten maken. Subsidiair is verzocht om te volstaan met een verlenging van de maatregel met één jaar.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de beslissing van de rechtbank
moet worden bevestigd. De terbeschikkinggestelde is op de goede weg, maar de kliniek heeft geadviseerd om de maatregel te verlengen met twee jaar, waarbij het streven is om medio 2025 te komen tot een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. Het recidiverisico wordt ingeschat als matig tot hoog bij het einde van de maatregel en de terbeschikkinggestelde is eerder onbetrouwbaar gebleken. Geleidelijkheid is dan ook van groot belang en wellicht is eerst proefverlof nodig voordat gekeken kan worden naar voorwaardelijke beëindiging. Gelet op het verleden en de huidige stand van zaken is waakzaamheid op zijn plaats en de terbeschikkingstelling dient dan ook met twee jaar te worden verlengd.
Het oordeel van het hof
Primaire verzoek
Het hof acht zich op basis van de aanwezige informatie voldoende voorgelicht om te kunnen oordelen over het door de terbeschikkinggestelde ingediende beroep. Het verzoek tot het doen onderzoeken van de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege wordt afgewezen. De noodzakelijkheid van dit onderzoek is niet gebleken. Op grond van de aanwezige informatie acht het hof een voorwaardelijke beëindiging op dit moment niet aan de orde.
Vernietiging
Het hof vernietigt de beslissing van de rechtbank, omdat het tot een andere beslissing komt over de duur van de verlenging van de maatregel.
Procesverloop en indexdelict
De rechtbank Overijssel heeft aan de terbeschikkinggestelde bij vonnis van 22 juli 2014 een terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd voor - onder meer - een poging tot verkrachting. Op 24 april 2018 heeft de officier van justitie een vordering ingediend tot het alsnog verplegen van overheidswege van de terbeschikkinggestelde en deze is bij beslissing van de rechtbank Overijssel van 22 mei 2018 toegewezen. Deze beslissing is op 11 oktober 2018 door dit gerechtshof bevestigd. Het indexdelict betreft een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De terbeschikkingstelling is daarom niet in duur beperkt.
Stoornis en recidivegevaar
Uit het verlengingsadvies van de kliniek volgt dat bij de terbeschikkinggestelde sprake is van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met afhankelijke en vermijdende trekken, een andere gespecificeerde parafiele stoornis en een stoornis in het alcohol-, cocaïne- en cannabisgebruik (de laatste drie zijn in langdurige remissie in een gereguleerde omgeving). Het recidiverisico bij beëindiging van de terbeschikkingstelling wordt ingeschat als matig tot hoog. De terbeschikkinggestelde is recent verhuisd naar een resocialisatieafdeling [afdeling] en wil graag na zijn verblijf samen gaan wonen met zijn partner. Hoewel de kliniek eerst zocht naar mogelijke alternatieven voor zelfstandig wonen, is in de update omschreven dat de kliniek de koers heeft verlegd naar samenwonen. Het recidiverisico is onveranderd en het risicomanagement richt zich specifiek op het samenwonen. De kliniek acht het stapsgewijs uitbreiden van transmuraal verlof en toewerken naar samenwonen verantwoord, maar is bedacht op schijnaanpassing en deviante seksualiteit. Gelet op het stapsgewijze traject zal dit de duur van één jaar overstijgen. Het streven is om in 2025 tot een voorwaardelijke beëindiging te komen.
Beide externe rapporteurs psychiater J.C. Zwemstra en psycholoog J.M. Oudejans zijn in hun adviezen van 15 april 2022 en 1 mei 2022 op een lager recidiverisico uitgekomen. Zwemstra heeft geadviseerd de maatregel te verlengen met één jaar en Oudejans heeft primair geadviseerd de mogelijkheden van voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege te onderzoeken en subsidiair ook geadviseerd te verlengen met één jaar.
Verlenging
Op grond van het voorgaande stelt het hof vast dat bij de terbeschikkinggestelde sprake is van een stoornis en dat vanwege het recidiverisico de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel vereist.
Duur van de verlenging
Het hof constateert dat de terbeschikkinggestelde inmiddels geruime tijd niet meer betrokken is bij incidenten of middelen heeft gebruikt. De terbeschikkinggestelde heeft grote stappen gezet in zijn traject en hij heeft plannen voor zijn toekomst buiten de kliniek, die al deels zijn gerealiseerd. Gelet op deze ontwikkelingen ziet het hof, anders dan de rechtbank, aanleiding om te verlengen met een termijn van één jaar met als doel de verdere ontwikkelingen op een kortere termijn te kunnen toetsen.
Aan deze verlenging met één jaar mag de terbeschikkinggestelde niet de verwachting ontlenen dat na afloop van dit jaar de verpleging van overheidswege voorwaardelijk zal worden beëindigd of dat de terbeschikkingstelling opnieuw slechts met een jaar zal worden verlengd. Wel overweegt het hof dat het wenselijk is dat vóór de volgende verlengingszitting de (on)mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege worden onderzocht door de reclassering.

BESLISSING

Het hof:
Wijst afhet verzoek tot het doen onderzoeken van de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege.
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo, van
7 september 2023 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde
[de terbeschikkinggestelde].
Verlengtde terbeschikkingstelling met een termijn van
een jaar.
Aldus gedaan door
mr. M.J. Vos, voorzitter,
mr. W.A. Holland en mr. O.O. van der Lee, raadsheren,
en drs. I.A.M. Breukel en drs. I. van Outheusden, raden,
in tegenwoordigheid van mr. M.A. Valé, griffier,
en op 25 januari 2024 in het openbaar uitgesproken.
De raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.