Op 25 januari 2024 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1982 en verblijvende in een Forensisch Psychiatrisch Centrum. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank Overijssel van 7 september 2023 vernietigd, waarin de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege met twee jaar was verlengd. In plaats daarvan heeft het hof de maatregel met één jaar verlengd, gelet op positieve ontwikkelingen in het traject van de terbeschikkinggestelde. Het hof oordeelde dat de terbeschikkinggestelde voldoende stappen had gezet en dat een kortere termijn voor verdere toetsing wenselijk was.
Tijdens de zitting op 11 januari 2024 heeft het hof de advocaat-generaal en de terbeschikkinggestelde gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw. De advocaat-generaal pleitte voor bevestiging van de eerdere beslissing van de rechtbank, maar het hof oordeelde anders. Het hof heeft de relevante stukken van de rechtbank Overijssel in aanmerking genomen, evenals adviezen van externe rapporteurs die een lager recidiverisico inschatten. Het hof concludeerde dat, hoewel er een stoornis aanwezig is en het recidiverisico als matig tot hoog wordt ingeschat, de terbeschikkinggestelde recentelijk geen incidenten heeft vertoond en grote stappen heeft gezet in zijn resocialisatie.
Het hof heeft benadrukt dat de terbeschikkinggestelde niet de verwachting mag hebben dat de verpleging van overheidswege na de verlenging van één jaar voorwaardelijk zal worden beëindigd. Het hof heeft de reclassering opgedragen om vóór de volgende verlengingszitting de mogelijkheden van een voorwaardelijke beëindiging van de verpleging te onderzoeken. De beslissing is openbaar uitgesproken en de raden waren buiten staat deze mede te ondertekenen.