ECLI:NL:GHARL:2024:4868

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
30 mei 2024
Publicatiedatum
23 juli 2024
Zaaknummer
TBS P24/0020
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Penitentiair strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling en wijziging van voorwaarden in hoger beroep

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 mei 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van de terbeschikkinggestelde, geboren in 1961. De rechtbank Noord-Nederland had op 28 november 2023 de tbs met een jaar verlengd, maar het hof heeft deze beslissing vernietigd. Het hof oordeelt dat de veiligheid van anderen de verlenging van de tbs eist, ondanks de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege. De voorwaarden zijn gewijzigd naar een meldplicht bij de reclassering, wat het hof voldoende acht voor de bescherming van de veiligheid van anderen.

De terbeschikkinggestelde had eerder een veroordeling voor poging tot doodslag en mishandeling van zijn ex-echtgenote. Het hof heeft de relevante stukken van de rechtbank en aanvullende rapportages van de reclassering in overweging genomen. De advocaat-generaal en de raadsvrouw van de terbeschikkinggestelde hebben hun standpunten toegelicht tijdens de zitting op 16 mei 2024. Het hof concludeert dat, hoewel het recidiverisico laag tot matig is, de omstandigheden zodanig zijn dat de verlenging van de tbs noodzakelijk is. De terbeschikkinggestelde moet zich houden aan de gewijzigde voorwaarden, die in wezen beperkt zijn tot een meldplicht bij de reclassering.

Uitspraak

TBS P24/0020
Beslissing van 30 mei 2024
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1961,
verblijvende in [zorginstelling] op het adres [adres] ,
verder te noemen: de terbeschikkinggestelde.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, van 28 november 2023. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar en wijziging van de gestelde voorwaarden.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en daarnaast op:
‒ het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
‒ de beslissing waarvan beroep;
‒ de akte van 8 december 2023 waarbij de terbeschikkinggestelde beroep heeft ingesteld;
‒ het voortgangsverslag van de Reclassering Nederland (hierna: de reclassering) van 28 december 2023;
‒ het voortgangsverslag van de reclassering van 21 maart 2024;
‒ de e-mail van reclasseringswerker [naam] van 25 april 2024.
Het hof heeft ter zitting van 16 mei 2024 gehoord:
‒ de advocaat-generaal, mr. R.J.A. Segerink, en
‒ de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. L.M. Oldenburg, advocaat te Westzaan.

Overwegingen

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De raadsvrouw heeft bepleit dat het hof de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling zal afwijzen. Er is sprake van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege en dat brengt mee dat de terbeschikkinggestelde zich aan de voorwaarden moet houden. De terbeschikkinggestelde staat echter niet open voor contact met de reclassering. In het voortgangsverslag van 28 december 2023 staat dat de reclassering die situatie op 12 december 2023 heeft besproken met de tbs-officier van justitie. Die officier van justitie liet toen weten dat de gebruikelijke route bij het niet-naleven van de voorwaarden bij deze casus lastig zal worden en dat een vordering tot hervatting van de verpleging van overheidswege slechts een reële optie is als het niet-naleven van de voorwaarden gepaard gaat met een toename van het recidiverisico. De opstandigheid van de terbeschikkinggestelde leidt namelijk niet tot een verhoging van het recidiverisico, maar alleen tot een moeizame samenwerking met de reclassering. De terbeschikkinggestelde heeft lang moeten wachten op een plek in [zorginstelling] en het is voorstelbaar dat dit voor hem moeilijk te begrijpen is.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat niet langer wordt voldaan aan de wettelijke voorwaarden voor verlenging van de terbeschikkingstelling. De rechtbank heeft ook overwogen dat in dat geval voortzetting van de terbeschikkingstelling in strijd kan zijn met artikel 5 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM), maar de gekozen oplossing is dat volgens de rechtbank niet, omdat de gewijzigde voorwaarden niet of nauwelijks vrijheidsbeperkend zijn. Anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, is een verlenging van de terbeschikkingstelling ook onder die voorwaarden wel in strijd met artikel 5 van het EVRM, als daarbij in aanmerking wordt genomen dat de terbeschikkinggestelde na de beslissing tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege maar liefst drie jaar heeft moeten wachten op de overplaatsing waardoor die voorwaardelijke beëindiging is ingegaan. De vordering tot verlening van de terbeschikkingstelling moet dus worden afgewezen, omdat een verlenging van de terbeschikkingstelling in strijd is met artikel 5 van het EVRM.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De rechtbank heeft de terbeschikkingstelling verlengd, ondanks dat zij heeft geconcludeerd dat niet wordt voldaan aan het zogenoemde gevaarscriterium. Die beslissing is ingegeven doordat artikel 6:2:17, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering voorschrijft dat beëindiging door de rechter van de terbeschikkingstelling niet plaatsvindt dan nadat de verpleging van overheidswege gedurende minimaal een jaar voorwaardelijk beëindigd is geweest. Anders dan de rechtbank meent het openbaar ministerie dat wel wordt voldaan aan het gevaarscriterium voor verlenging van de terbeschikkingstelling. Uit het verlengingsadvies van [tbs-kliniek] blijkt dat het recidiverisico stijgt bij een toename van sociale druk, doordat de terbeschikkinggestelde niet heeft kunnen werken aan zijn copingvaardigheden. Doordat de risicoscenario’s een lange aanloop kennen, wordt het risico ingeschat als laag tot matig, maar in de visie van het openbaar ministerie is dat voldoende voor verlenging van de terbeschikkingstelling. Verder kan worden beslist conform de beslissing van de rechtbank. De advocaat-generaal heeft primair geconcludeerd tot vernietiging van de beslissing van de rechtbank, gevolgd door een verlenging van de terbeschikkingstelling met een jaar en met wijziging van de voorwaarden conform de beslissing van de rechtbank. Subsidiair heeft de advocaat-generaal geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank.
Het oordeel van het hof
Het hof vernietigt de beslissing van de rechtbank, omdat het hof (anders dan de rechtbank) van oordeel is dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de terbeschikkingstelling eist.
Indexdelict en verloop van de terbeschikkingstelling
De rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, heeft de terbeschikkinggestelde bij vonnis van 18 mei 2017 veroordeeld tot een terbeschikkingstelling met voorwaarden. De maatregel is opgelegd voor – kort gezegd – een poging tot doodslag en mishandeling van zijn toenmalige echtgenote. De terbeschikkingstelling is dus opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Op 6 september 2018 heeft het hof beslist dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Op 26 augustus 2021 heeft het hof beslist tot voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege met ingang van de feitelijke plaatsing van de terbeschikkinggestelde in [zorginstelling] .
De plaatsing van de terbeschikkinggestelde in [zorginstelling] heeft plaatsgevonden op 11 september 2023. Daarmee is de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege ingegaan.
Stoornis en recidivegevaar
Het verlengingsadvies van [tbs-kliniek] van 5 juni 2023 houdt in dat de terbeschikkinggestelde gediagnosticeerd is met een persoonlijkheidsstoornis met paranoïde, antisociale, narcistische, borderline en schizoïde trekken. Ook is een stoornis in alcoholgebruik gediagnosticeerd (in langdurige remissie).
[tbs-kliniek] heeft het recidiverisico bij beëindiging van de terbeschikkingstelling ingeschat als laag tot matig. Het recidiverisico zal vooral aan de orde zijn binnen een relatie, waardoor dit op de korte termijn wordt ingeschat als laag. Het risico stijgt wanneer meer sociale druk op de terbeschikkinggestelde wordt uitgeoefend. Doordat de terbeschikkinggestelde niet heeft kunnen werken aan het vergroten van zijn copingvaardigheden, zal ervaren stress en spanning nog immer leiden tot vermijdingsgedrag en mogelijk ook tot alcoholgebruik, ondanks dat geen sprake meer lijkt van zucht. Binnen een complexe situatie waarin stress en spanning (eventueel binnen een relatie) hoog oplopen, de terbeschikkinggestelde overvraagd wordt en vermijding van die stress en spanning niet mogelijk is, kan er, in combinatie met alcoholgebruik, een impulsdoorbraak ontstaan. Alle risicoscenario’s rondom de terbeschikkinggestelde kennen een lange aanloop van overvraging en sociale druk.
Verlenging van de terbeschikkingstelling
Gelet op de omstandigheid dat de terbeschikkinggestelde relatief kort functioneert in het kader van een terbeschikkingstelling waarbij de verpleging van overheidswege voorwaardelijk is beëindigd, terwijl overigens niet is gebleken van risicoverhogend gedrag, is het hof van oordeel dat thans het belang van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen nog eist dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd.
Duur van de verlenging
Het hof verlengt de terbeschikkingstelling met één jaar. Naar het oordeel van het hof is het een reële mogelijkheid dat binnen die termijn blijkt dat het recidiverisico zodanig is afgenomen dat er geen gronden meer zijn voor verdere verlenging van de terbeschikkingstelling.
Wijziging van de voorwaarden
Het hof wijzigt de voorwaarden – conform de beslissing van de rechtbank – zodanig dat deze in wezen worden beperkt tot een meldplicht bij de reclassering. Mede gelet op het huidige beperkte recidiverisico is het hof van oordeel dat dit beperkte geheel van voorwaarden thans voldoende is ter bescherming van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, van 28 november 2023 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde, [terbeschikkinggestelde] .
Verlengt de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar.
Wijzigt de gestelde voorwaarden zodanig dat deze als volgt komen te luiden.
De terbeschikkinggestelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is.
De terbeschikkinggestelde verleent ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of biedt een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan.
Aldus gedaan door
mr. M.J. Vos, voorzitter,
mr. M. Keppels en mr. L.J. Hofstra, raadsheren,
drs. I.E. Troost en drs. R.J.A. van Helvoirt, raden,
in tegenwoordigheid van mr. D. van der Geld, griffier,
en op 30 mei 2024 in het openbaar uitgesproken.
De voorzitter, mr. Hofstra en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.