In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 juli 2024 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2022, die sinds 10 augustus 2022 onder toezicht staat van de gecertificeerde instelling (GI) Stichting De Jeugd- & Gezinsbeschermers. De ouders, die gezamenlijk het gezag over de minderjarige hebben, waren het niet eens met de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 2 november 2024. Zij verzochten het hof om de beslissing van de rechtbank ongedaan te maken of de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen voor de duur die noodzakelijk is om terugplaatsing bij hen mogelijk te maken.
Het hof heeft vastgesteld dat de machtiging tot uithuisplaatsing terecht is verlengd, omdat de minderjarige op dit moment niet bij de ouders kan wonen. De ouders hebben onvoldoende transparantie getoond naar de GI en hebben belangrijke informatie, zoals de zwangerschap van de moeder van een tweeling, verzwegen. Dit heeft geleid tot zorgen over de veiligheid van de minderjarige en heeft de terugplaatsing bemoeilijkt. Het hof benadrukt dat de GI moet blijven kijken naar de opvoedvaardigheden van de ouders en hen de kans moet geven om te laten zien dat zij in staat zijn om voor de minderjarige te zorgen.
De beslissing van het hof bekrachtigt de eerdere beschikking van de rechtbank en wijst het verzoek van de ouders af. Het hof concludeert dat er op dit moment geen zicht is op terugplaatsing van de minderjarige bij de ouders, gezien het gebrek aan contact en de huidige situatie.