Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in het principaal hoger beroep,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift tevens houdende een vermeerdering van eis, met producties, ingekomen op 12 februari 2024;
- het verweerschrift tevens houdende incidenteel hoger beroep en een vermeerdering van eis, met een productie;
- het verweerschrift in het incidenteel hoger beroep en tegen de vermeerdering van eis met een productie, en
- een journaalbericht van mr. Otten van 13 juni 2024 met een productie.
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat, en
- een vertegenwoordiger van de raad voor de kinderbescherming (verder: de raad).
3.De feiten
4.De omvang van het geschil
- de gezondheid van [de minderjarige] ;
- hoe het met hem gaat op school, en
- de hobby’s en het wel en wee van [de minderjarige] ,
- primairhet verzoek van de vader om een informatieregeling vast te stellen alsnog af te wijzen;
- subsidiairte bepalen dat zij de vader één keer per kwartaal per e-mail informeert over het welzijn van [de minderjarige] , zonder dat zij daarbij een foto van [de minderjarige] en rapporten aan hem moet sturen.
5.De motivering van de beslissing
- de moeder niet-ontvankelijk verklaren in haar verzoek te bepalen dat de vader pas na twee jaar na de te geven beschikking weer een verzoek met betrekking tot [de minderjarige] mag indienen;
- het verzoek van de vader om een omgangsregeling vast te stellen, afwijzen;
- het verzoek van de vader om te bepalen dat hij gehouden is elk kwartaal een kaartje te sturen naar [de minderjarige] , afwijzen;
- als informatieregeling vaststellen dat de moeder de vader één keer per kwartaal informeert over de gezondheid van [de minderjarige] , hoe het met hem gaat op school (inclusief de inhoud van zijn rapport als [de minderjarige] het afgelopen kwartaal een rapport heeft gekregen), de hobby’s en het wel en wee van [de minderjarige] , voor zover die informatie niet herleidbaar is tot de woonplaats van [de minderjarige] ;
- de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaren voor zover die betrekking heeft op de informatieregeling, en
- het meer of anders verzochte afwijzen.
a. omgang ernstig nadeel zou opleveren voor de geestelijke of lichamelijke ontwikkeling van
b. de ouder kennelijk ongeschikt of kennelijk niet in staat moet worden geacht tot omgang, of
c. het kind dat twaalf jaren of ouder is, bij zijn verhoor van ernstige bezwaren tegen omgang met zijn ouder heeft doen blijken, of
d. omgang anderszins in strijd is met zwaarwegende belangen van het kind.
De informatieregeling is de enige verbinding die de vader op dit moment nog heeft met [de minderjarige] . Het hof zal de informatieregeling wel aanpassen in frequentie, zoals de moeder subsidiair heeft verzocht en de raad heeft geadviseerd. Het hof zal bepalen dat de moeder de vader elk kwartaal moet informeren over [de minderjarige] . Het hof acht die frequentie passend bij de leeftijd van [de minderjarige] en de beperkte rol die de vader heeft in het leven van [de minderjarige] en die frequentie is minder belastend voor de moeder. Anders dan de rechtbank zal het hof niet bepalen dat de moeder een foto van [de minderjarige] en eventuele rapporten van hem moet meesturen, omdat het hof dit niet in het belang van [de minderjarige] acht. De moeder maakt zich grote zorgen over de veiligheid van haar, [de minderjarige] en zijn halfbroer en vreest dat de vader met de foto’s en rapporten hun verblijfplaats zou kunnen achterhalen. Het hof vindt die angst begrijpelijk en reëel. Conform het advies van de raad zal het hof daarom bepalen dat de moeder alleen de inhoud van eventuele rapporten dient te vermelden, voor zover die informatie niet herleidbaar is tot de woonplaats van [de minderjarige] . De moeder heeft op de mondelinge behandeling bij het hof gezegd dat zij daarmee instemt.