Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Stichting Samen Veilig Midden-Nederland,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 juli 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna aangeduid als [de minderjarige]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, heeft de bestreden beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 22 februari 2024 aangevochten, waarin de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] werd verlengd tot 23 februari 2025. De moeder stelt dat de gronden voor de ondertoezichtstelling niet meer aanwezig zijn en verzoekt het hof de beschikking te vernietigen.
De GI, Stichting Samen Veilig Midden-Nederland, heeft verweer gevoerd en verzocht de bestreden beschikking te bekrachtigen. Tijdens de mondelinge behandeling op 25 juni 2024 waren de moeder, haar advocaat, vertegenwoordigers van de GI en de raad voor de kinderbescherming aanwezig. De moeder en de vader zijn de ouders van [de minderjarige], die bij de moeder woont. De GI heeft aangegeven dat de ontwikkeling van [de minderjarige] nog steeds ernstig bedreigd wordt, vooral door het gebrek aan contact met de vader. De moeder heeft de hulpverlening en afspraken met de GI regelmatig afgezegd, wat de situatie heeft verergerd.
Het hof heeft vastgesteld dat de gronden voor de ondertoezichtstelling nog steeds aanwezig zijn. De ontwikkeling van [de minderjarige] wordt bedreigd door het ontbreken van een relatie met zijn vader en de problemen in de communicatie tussen de ouders. Het hof heeft besloten de bestreden beschikking te bekrachtigen, waarbij de proceskosten in hoger beroep worden gecompenseerd. De beslissing benadrukt het belang van voortzetting van de hulpverlening voor de ontwikkeling van [de minderjarige].