ECLI:NL:GHARL:2024:4612

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
9 juli 2024
Publicatiedatum
10 juli 2024
Zaaknummer
23/1464
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake de vastgestelde WOZ-waarde en aanslagen onroerendezaakbelasting en rioolheffing

In deze zaak gaat het om een hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 18 april 2023, waarin de rechtbank het beroep ongegrond verklaarde. De heffingsambtenaar van de gemeente Arnhem had de waarde van de onroerende zaak, gelegen aan [adres] te [woonplaats], vastgesteld op € 690.000 per waardepeildatum 1 januari 2020 voor het kalenderjaar 2021. Belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze beschikking, maar de heffingsambtenaar verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar een vergoeding van immateriële schade van € 500 moest betalen en het griffierecht van € 49 aan belanghebbende moest vergoeden.

Tijdens de zitting op 26 juni 2024 hebben partijen een compromis bereikt, waarbij de WOZ-waarde voor het kalenderjaar 2021 werd vastgesteld op € 669.000. De heffingsambtenaar heeft ook toegezegd het door belanghebbende betaalde griffierecht te vergoeden. Het Hof heeft vervolgens de uitspraak van de rechtbank vernietigd, behoudens de beslissingen omtrent de vergoeding van immateriële schade en het griffierecht, en het beroep gegrond verklaard. De WOZ-waarde is verlaagd tot € 669.000 en de aanslagen onroerendezaakbelasting en rioolheffing zijn dienovereenkomstig verminderd. Tevens is de heffingsambtenaar gelast het betaalde griffierecht van € 136 aan belanghebbende te vergoeden.

De uitspraak is gedaan door mr. J.M.W. van de Sande, in tegenwoordigheid van mr. J.H. Riethorst als griffier, en is openbaar uitgesproken op 9 juli 2024. Beide partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
nummer BK-ARN 23/1464
uitspraakdatum: 9 juli 2024

Uitspraak van de drieëntwintigste enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) van 18 april 2023, nummer ARN 22/1843, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van de gemeente Arnhem (hierna: de heffingsambtenaar)

Overwegingen

1. De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak [adres] te [woonplaats] (hierna: de woning), per waardepeildatum 1 januari 2020, voor het kalenderjaar 2021 vastgesteld op € 690.000. Tegelijk met deze beschikking heeft de heffingsambtenaar voor dat jaar aan belanghebbende aanslagen onroerendezaakbelasting en rioolheffing opgelegd.
2. Het hiertegen gemaakte bezwaar heeft de heffingsambtenaar ongegrond verklaard.
3. De Rechtbank heeft het daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard, beslist dat de heffingsambtenaar een vergoeding van immateriële schade van € 500 dient te betalen alsmede dat de heffingsambtenaar het griffierecht van € 49 aan belanghebbende dient te vergoeden.
4. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
5. Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 26 juni 2024. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede [naam1] namens de heffingsambtenaar, bijgestaan door [naam2] , taxateur.
6. Ter zitting zijn partijen bij wijze van compromis overeengekomen dat de WOZ-waarde voor het kalenderjaar 2021 (waardepeildatum 1 januari 2020) wordt vastgesteld op € 669.000.Verder heeft de heffingsambtenaar toegezegd het door belanghebbende betaalde griffierecht te vergoeden.
7. Het Hof zal dienovereenkomstig beslissen.

Beslissing

Het Hof:
– vernietigt de uitspraak van de Rechtbank, behoudens de beslissingen omtrent de vergoeding van immateriële schade en het griffierecht,
– verklaart het beroep gegrond,
– vernietigt de uitspraak van de heffingsambtenaar,
– vermindert de vastgestelde WOZ-waarde van [adres] te [woonplaats] voor het kalenderjaar 2021 tot € 669.000;
– vermindert de aanslagen onroerendezaakbelasting en rioolheffing dienovereenkomstig;
– gelast dat de heffingsambtenaar aan belanghebbende het betaalde griffierecht vergoedt, te weten € 136 in verband met het hoger beroep bij het Hof.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.M.W. van de Sande, in tegenwoordigheid van mr. J.H. Riethorst als griffier.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2024.
De griffier, De raadsheer,
(J.H. Riethorst) (J.M.W. van de Sande)
Een afschrift van deze uitspraak is in Mijn Rechtspraak geplaatst. Indien u niet digitaal procedeert, is een afschrift aangetekend per post verzonden op 10 juli 2024
Tegen deze uitspraak kunnen beide partijen binnen zes weken na de verzenddatum beroep in cassatie instellen bij
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
Bepaalde personen die niet worden vertegenwoordigd door een gemachtigde die beroepsmatig rechtsbijstand verleent, mogen per post beroep in cassatie instellen. Dit zijn natuurlijke personen en verenigingen waarvan de statuten niet zijn opgenomen in een notariële akte. Als zij geen gebruik willen maken van digitaal procederen kunnen deze personen het beroepschrift in cassatie sturen aan
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).
Bij het instellen van beroep in cassatie moet het volgende in acht worden genomen:
1. bij het beroepschrift wordt een afschrift van deze uitspraak gevoegd;
2 - ( alleen bij procederen op papier) het beroepschrift moet ondertekend zijn;
3 - het beroepschrift moet ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van de uitspraak waartegen het beroep in cassatie is gericht;
d. de gronden van het beroep in cassatie.
Voor het instellen van beroep in cassatie is griffierecht verschuldigd. Na het instellen van beroep in cassatie ontvangt de indiener een nota griffierecht van de griffier van de Hoge Raad. In het cassatieberoepschrift kan de Hoge Raad verzocht worden om de wederpartij te veroordelen in de proceskosten.