Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 juli 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling van drie minderjarigen, [de minderjarige1], [de minderjarige2] en [de minderjarige3]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, had grieven ingediend tegen de beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Gelderland, die op 7 februari 2024 de ondertoezichtstelling van de kinderen had uitgesproken. De moeder verzocht het hof om de beschikking te vernietigen en het verzoek van de raad voor de kinderbescherming tot ondertoezichtstelling af te wijzen of in duur te bekorten.
Het hof heeft vastgesteld dat de moeder van [de minderjarige2] terecht onder toezicht is gesteld, gezien de ernstige bedreiging van haar ontwikkeling. [de minderjarige2] heeft een licht verstandelijke beperking en ADHD, en ervaart veel problemen op school en in haar emotionele ontwikkeling. De moeder heeft hulp nodig om de ontwikkelingsbedreiging weg te nemen, en het hof oordeelde dat een ondertoezichtstelling noodzakelijk is.
Voor [de minderjarige1] en [de minderjarige3] oordeelde het hof echter dat de zorgen over hun ontwikkeling niet voldoende zijn om een ondertoezichtstelling te rechtvaardigen. De moeder heeft zich ingespannen voor hulpverlening en er zijn geen aanwijzingen dat zij niet meewerkt. Het hof heeft daarom de beschikking van de kinderrechter vernietigd voor deze twee kinderen en het verzoek van de raad tot ondertoezichtstelling afgewezen. De uitspraak is gedaan door mrs. S. Kuijpers, K. Mans en A.T. Bol.