Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.De procedure bij de rechtbank
2.De procedure in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, binnengekomen op 20 oktober 2023;
- het verweerschrift met producties, en
- een journaalbericht van de man van 20 april 2024 met producties.
- de man met zijn advocaat, en
- de vrouw met haar advocaat.
3.De feiten
4.Het geschil
- met ingang van de datum van inschrijving van de bestreden beschikking in de registers van de burgerlijke stand een bedrag van € 278,- per maand moet betalen aan de vrouw als kinderalimentatie voor [de minderjarige] ;
- met ingang van de datum van inschrijving van de bestreden beschikking in de registers van de burgerlijke stand een bedrag van € 68,- bruto per maand moet betalen aan de vrouw als partneralimentatie en
- de kinder- en partneralimentatie steeds voor de eerste van de maand moet betalen.
5.De overwegingen voor de beslissing
Midden-Utrecht werkt door, een organisatie die mensen helpt bij het vinden van een baan. Hij verwacht dat hij dan een inkomen van € 40.000,- per jaar zal kunnen verwerven. Het hof is van oordeel dat dit ook van de man verwacht mag worden, gelet op zijn onderhoudsverplichting voor [de minderjarige] en de vrouw. Anders dan de vrouw acht het hof niet aannemelijk dat de man meer dan dat bedrag zal kunnen verdienen: het is de man de afgelopen jaren niet gelukt om – in de woorden van de vrouw – ‘van de bank te komen’ en een hoger inkomen dan € 40.000,- acht het hof op korte termijn volstrekt onhaalbaar