In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 9 juli 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de benoeming van een bewindvoerder en mentor voor [naam1]. De zaak betreft een verzoek tot onderbewindstelling en mentorschap, ingediend door [verweerder] en [verweerster] bij de kantonrechter in de rechtbank Gelderland. De kantonrechter heeft op 11 oktober 2023 een bewind ingesteld over de goederen van [naam1] en een mentorschap ten behoeve van haar, met benoeming van [verweerder] als bewindvoerder en [verweerster] als mentor. [verzoeker] is in hoger beroep gegaan en verzoekt het hof de bestreden beschikkingen te vernietigen en een onafhankelijke bewindvoerder en mentor te benoemen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 21 juni 2024 heeft [verzoeker] zijn verzoek gewijzigd en richtte hij zich niet langer tegen de instelling van het bewind en mentorschap, maar tegen de personen van de benoemde bewindvoerder en mentor. Het hof heeft overwogen dat [verzoeker] niet aannemelijk heeft gemaakt dat [verweerder] en [verweerster] hun wettelijke verplichtingen niet zijn nagekomen. Het hof heeft vastgesteld dat de benoemingen van [verweerder] en [verweerster] in overeenstemming zijn met de wettelijke voorkeuren, aangezien [naam1] door haar geestelijke toestand niet in staat is haar voorkeur kenbaar te maken.
Het hof heeft de bestreden beschikkingen bekrachtigd en [verzoeker] veroordeeld in de proceskosten, vastgesteld op € 2.428,-. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.