Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij op of omstreeks 18 december 2020 te [plaats 1] in de gemeente [gemeente] als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto, merk Peugeot), daarmede rijdende over de weg, de [straat] , zich zodanig, te weten zeer, althans aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onoplettend en/of onachtzaam heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, immers heeft hij, verdachte na voorafgaand gebruik van een middel/middelen welke de rijvaardigheid kan/kunnen verminderen het door hem bestuurde motorrijtuig niet voortdurend onder controle gehad en/of toen en daar niet zoveel mogelijk rechts heeft gehouden en/of (daarbij) de dubbele doorgetrokken (witte) (as)strepen - gelegen tussen de twee rijstroken - heeft overschreden en/of op het weggedeelte dat bestemd was voor het tegemoetkomende verkeer heeft gereden, (mede) waardoor hij, verdachte, met het door hem bestuurde motorrijtuig in botsing of aanrijding is gekomen met tegemoetkomende motorvoertuig (te weten een personenauto, merk BMW, bestuurd door [slachtoffer] ), door welk verkeersongeval aan [slachtoffer] (ernstig/zwaar) letsel aan haar been/benen en/of enkel(s), althans zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht of zodanig letsel werd toegebracht dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste of tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994, danwel na het feit niet heeft voldaan aan een bevel gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde, achtste of negende ligt van genoemde wet;
hij op of omstreeks 18 december 2020 te [plaats 1] , gemeente [gemeente] als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, [straat] , daarmede rijdende over de weg, de [straat] , terwijl hij verkeerde onder zodanige invloed van een stof (welke stof de rijvaardigheid kan verminderen) is blijven rijden, (mede) waardoor hij niet met voldoende aandacht deelnam aan het verkeer, en/of toen en aldaar, het door hem bestuurde motorrijtuig niet voortdurend onder controle heeft gehad en/of toen en daar niet zoveel mogelijk rechts heeft gehouden en/of (daarbij) de dubbele doorgetrokken (witte) (as)strepen - gelegen tussen de twee rijstroken - heeft overschreden en/of op het weggedeelte dat bestemd was voor het tegemoetkomende verkeer heeft gereden, tengevolge, althans mede tengevolge waarvan, een hem, met het door hem bestuurde motorrijtuig in botsing of aanrijding is gekomen met tegemoetkomende motorvoertuig (te weten een personenauto, merk BMW, bestuurd door [slachtoffer] ) en/of (aldus) door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
hij op of omstreeks 18 december 2020 te [plaats 2] , in elk geval in Nederland, als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een personenvoertuig te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het vermoeden bestond dat hij onder invloed van een stof als bedoeld in artikel 8, eerste of vijfde lid van genoemde wet verkeerde, nadat hij de door een opsporingsambtenaar aan hem gevraagde toestemming tot het verrichten van bloedonderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanheb en onder b van genoemde wet, niet had verleend, geen gevolg heeft gegeven aan een aan hem gegeven bevel van een hulpofficier van justitie of van een daartoe bij regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen ambtenaar van politie, zich aan een bloedonderzoek te onderwerpen en/of geen medewerking daaraan heeft verleend.
Overweging met betrekking tot het bewijs feit 1 en feit 3
- het door hem bestuurde motorrijtuig niet voortdurend onder controle heeft gehad, en;
- toen en daar niet zoveel mogelijk rechts heeft gehouden, en;
- daarbij de dubbele doorgetrokken asstrepen - gelegen tussen de twee rijstroken – heeft overschreden, en;
- op het weggedeelte dat bestemd was voor het tegemoetkomende verkeer heeft gereden.
aannemelijkis geworden. Anders dan de raadsvrouw heeft gesteld, is daarbij niet bepalend of het alternatief scenario al dan niet kan worden uitgesloten.
Bewezenverklaring
hij op 18 december 2020 te [plaats 1] in de gemeente [gemeente] als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto, merk Peugeot), daarmede rijdende over de weg, de [straat] , zich zodanig, te weten aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend en onachtzaam heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, immers heeft hij, verdachte, het door hem bestuurde motorrijtuig niet voortdurend onder controle gehad en toen en daar niet zoveel mogelijk rechts gehouden en daarbij de dubbele doorgetrokken asstrepen - gelegen tussen de twee rijstroken - overschreden en op het weggedeelte dat bestemd was voor het tegemoetkomende verkeer gereden, waardoor hij, verdachte, met het door hem bestuurde motorrijtuig in botsing is gekomen met tegemoetkomende een personenauto, merk BMW, bestuurd door
hij op 18 december 2020 te [plaats 2] , in elk geval in Nederland, als degene tegen wie verdenking was gerezen als bestuurder van een personenvoertuig te hebben gehandeld in strijd met artikel 8 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het vermoeden bestond dat hij onder invloed van een stof als bedoeld in artikel 8, eerste of vijfde lid van genoemde wet verkeerde, nadat hij de door een opsporingsambtenaar aan hem gevraagde toestemming tot het verrichten van bloedonderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder b van genoemde wet, niet had verleend, geen gevolg heeft gegeven aan een aan hem gegeven bevel van een hulpofficier van justitie, zich aan een bloedonderzoek te onderwerpen en geen medewerking daaraan heeft verleend.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering tenuitvoerlegging
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
taakstrafvoor de duur van
200 (tweehonderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
100 (honderd) dagen hechtenis.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
12 (twaalf) maanden.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
6 (zes) maanden.