In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de benoeming van mentoren en het ontslag van bewindvoerders in een familiezorgzaak. De zaak betreft [verzoeker], geboren in 2000, die onder bewind en mentorschap staat. De kantonrechter had eerder op 8 maart 2023 de ouders van [verzoeker] ontslagen als bewindvoerders en mentoren, en de Stichting [naam1] benoemd tot opvolgend bewindvoerders en mentoren. [verzoeker] ging in hoger beroep tegen deze beslissing, maar trok zijn beroep tegen het ontslag van zijn ouders in, waardoor de focus kwam te liggen op de vraag wie de mentoren van [verzoeker] zouden moeten zijn.
Tijdens de mondelinge behandeling op 7 december 2023 heeft [verzoeker] aangegeven dat hij zijn moeder samen met [de bewindvoerder1] als mentoren wenst. De moeder en de vader steunen dit verzoek, terwijl [verweerster] zich verzet tegen de benoeming van de moeder als mede mentor. Het hof heeft de argumenten van beide partijen afgewogen en vastgesteld dat er gewichtige redenen waren voor het ontslag van de ouders als bewindvoerders, maar dat de situatie inmiddels verbeterd is. Het hof heeft besloten om de wens van [verzoeker] te honoreren en zijn moeder als mede mentor te benoemen, met ingang van 1 februari 2024.
De beslissing van het hof houdt in dat de eerdere beschikking van de kantonrechter wordt bekrachtigd, maar dat de moeder van [verzoeker] nu ook als mentor wordt benoemd. De kosten van het hoger beroep worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. Deze beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.