Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM - LEEUWARDEN
[woonplaats](hierna: belanghebbende)
inspecteurvan de
Belastingdienst/Kantoor Arnhem(hierna: de Inspecteur)
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Vaststaande feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
(€ 1.923 + € 13 =) € 1.936 (belanghebbende) of € 13 (de Inspecteur). Het verschil van € 1.923 heeft betrekking op het bedrag van de aanslag IB/PVV 2018.
€ 13 heeft berekend. Naar het oordeel van het Hof heeft de Rechtbank op goede gronden een juiste beslissing genomen. Het Hof neemt de overwegingen dan ook over en maakt deze tot de zijne. Het Hof merkt nog op dat belanghebbende in tabel 3 van zijn brief van 4 augustus 2021 (zie 2.16) ten onrechte het bedrag van € 1.923 heeft opgeteld bij de betaalde IB/PVV voor de jaren 2016, 2017 en 2018 van in totaal € 19.857. In dit bedrag van € 19.857 zit namelijk al het bedrag van € 1.923 en wel onder de voor het jaar 2018 verschuldigde IB/PVV van
€ 12.644. Dit laatste bedrag bestaat uit € 9.072 ingehouden loonheffingen, € 1.660 heffingskorting en € 1.912 op aanslag betaalde IB/PVV (de belastingrente wordt buiten beschouwing gelaten).
5.Griffierecht en proceskosten
6.Beslissing
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).