ECLI:NL:GHARL:2024:4122
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- J.U.M. van der Werff
- R. Prakke-Nieuwenhuizen
- M.P. den Hollander
- Rechtspraak.nl
Afwikkeling van een samenlevingsovereenkomst en verrekening van kosten van de huishouding
In deze zaak gaat het om de afwikkeling van een samenlevingsovereenkomst tussen een man en een vrouw die een affectieve relatie hebben gehad. De partijen hebben op 28 januari 2019 een samenlevingsovereenkomst gesloten en hebben gezamenlijk een woning aangeschaft. Na het beëindigen van hun relatie heeft de vrouw de woning verlaten en de samenlevingsovereenkomst opgezegd. De rechtbank heeft in een eerder vonnis de wijze van verdeling van de woning gelast, waarbij de man de woning zou overnemen en de vrouw recht had op de helft van de netto overwaarde. De man is het niet eens met deze beslissing en heeft hoger beroep ingesteld, evenals de vrouw, die een gebruiksvergoeding vordert.
Tijdens de procedure bij het hof zijn verschillende grieven naar voren gebracht door beide partijen. De man betwist de hoogte van de hypothecaire lening en de verdeling van de gemeenschappelijke rekeningen, terwijl de vrouw zich verzet tegen het niet toekennen van de gebruiksvergoeding. Het hof heeft de grieven van de man en de vrouw beoordeeld en heeft geoordeeld dat de grieven 1 en 2 falen, terwijl de grieven 3 en 4 gedeeltelijk slagen. Het hof heeft de vrouw veroordeeld om een bedrag van € 367,78 aan de man te betalen en heeft de kosten van de procedure gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.
Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bekrachtigd en de zaak verder afgewikkeld, waarbij het arrest uitvoerbaar bij voorraad is verklaard. De uitspraak is gedaan op 18 juni 2024.