Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- het beroepschrift met producties, ingekomen op 27 december 2023;
- het verweerschrift met een productie;
- journaalberichten van mr. Gerrits van 26 april 2024 en 6 mei 2024, met producties, en
- een journaalbericht van mr. Germs van 9 mei 2024 met producties.
- de man, bijgestaan door zijn advocaat, en
- namens de vrouw haar advocaat.
3.De feiten
1. LEVENSONDERHOUD
4.De omvang van het geschil
- primair: de door de man aan de vrouw te betalen partneralimentatie op nihil wordt gesteld met ingang van de datum van indiening van het verzoekschrift in eerste aanleg (21 maart 2023), subsidiair met ingang van de datum van indiening van het beroepschrift, meer subsidiair met ingang van de datum van de beschikking van het hof;
- subsidiair: de partneralimentatie te matigen op een wijze als het hof juist acht;
- meer subsidiair: de huidige alimentatieverplichting in een tijdsbestek van drie jaar dan wel gedurende een periode als het hof juist acht af te bouwen naar nihil;
- uiterst subsidiair: de door de man aan de vrouw te betalen partneralimentatie te wijzigen naar een bedrag van € 1.101,- per maand, ingaande primair de datum van indiening van het verzoekschrift in eerste aanleg (21 maart 2023), subsidiair met ingang van de datum van indiening van het beroepschrift, meer subsidiair met ingang van de datum van de beschikking van het hof, waarbij eventueel achteraf te veel betaalde alimentatie kan worden verrekend met toekomstige alimentatietermijnen;
- uiterst, uiterst subsidiair: de door de man aan de vrouw partneralimentatie te wijzigen naar een bedrag van € 1.273,-ingaande primair de datum van indiening van het verzoekschrift in eerste aanleg (21 maart 2023), subsidiair met ingang van de datum van indiening van het beroepschrift, meer subsidiair met ingang van de datum van de beschikking van het hof, waarbij eventueel achteraf te veel betaalde alimentatie kan worden verrekend met toekomstige alimentatietermijnen.