Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de moeder, met haar advocaat;
- de vader, met zijn advocaat, en
- een vertegenwoordiger van de GI.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 11 juni 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [de minderjarige]. De moeder, verzoekster in hoger beroep, is het niet eens met de beslissing van de kinderrechter van de rechtbank Overijssel, die op 8 november 2023 de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] heeft verlengd tot 8 november 2024. De moeder heeft vijf grieven ingediend en verzoekt het hof om de bestreden beschikking te vernietigen en het verzoek van de gecertificeerde instelling, Stichting Jeugdbescherming Overijssel (hierna: de GI), tot verlenging van de ondertoezichtstelling af te wijzen. De vader, verweerder in hoger beroep, verzet zich tegen de verzoeken van de moeder en vraagt het hof om haar niet-ontvankelijk te verklaren.
Tijdens de mondelinge behandeling op 14 mei 2024 waren de moeder en vader, beide met hun advocaten, en een vertegenwoordiger van de GI aanwezig. De raad voor de kinderbescherming was niet aanwezig. Het hof heeft de zaak gelijktijdig behandeld met een andere zaak die betrekking heeft op de zorgregeling. Het hof heeft vastgesteld dat de gronden voor de ondertoezichtstelling nog steeds aanwezig zijn, zoals ook door de rechtbank was geoordeeld. De moeder heeft aangegeven dat zij en [de minderjarige] behoefte hebben aan rust, maar het hof is van mening dat deze rust niet zal leiden tot een verbetering van de situatie van [de minderjarige].
Het hof heeft geconcludeerd dat professionele hulp voor zowel [de minderjarige] als de ouders dringend noodzakelijk is. De moeder moet zonder nadere eisen samenwerken met de GI in het belang van [de minderjarige]. Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de kinderrechter bekrachtigd, waarmee de ondertoezichtstelling van [de minderjarige] is verlengd tot 8 november 2024.