Uitspraak
1.Nevo Vastgoed B.V.
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
Topgeleden schade. Omdat het hof voor dat voorlopige oordeel argumenten gebruikt die het niet met partijen heeft besproken, krijgen Nevo c.s. de mogelijkheid op dit voorlopige oordeel te reageren, waarna Ahold haar commentaar mag geven op die reactie. Als na de aktewisseling blijkt dat Ahold onvoldoende zorg heeft gehad voor de belangen van Top, is de vervolgstap dat het hof een deskundige zal benoemen die op basis van het beschikbare schriftelijke bewijsmateriaal beoordeelt of en zo ja, in welke mate, de door Ahold opgeleverde vloer beschadigingen vertoonde die Nevo c.s. niet behoefden te verwachten. Verder beslist het hof dat
Nevogeen schade heeft geleden, omdat haar betaling van € 100.000 aan Top niet als schade van Nevo is aan te merken. Gelet daarop zal het hof de vordering van Nevo tegenover Ahold bij eindarrest afwijzen. Het hof zal hieronder uitwerken hoe het tot deze beslissing is gekomen.
Vleesmeesters/Alogvan 24 september 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO9069. De kernoverweging van dat arrest luidt als volgt:
NJ1946/323) beroepen. In die procedure ging het om wanprestatie van onderaannemer Degens die zijn verplichting tot levering van isolatiemateriaal niet nakwam jegens hoofdaannemer Atiba, waardoor Atiba dat materiaal elders duurder moest inkopen. Omdat opdrachtgever de Staat Degens bij Atiba had aanbevolen, voelde de Staat zich gehouden Atiba’s schade te vergoeden. Die situatie vertoont gelijkenis met de situatie in deze procedure, waar Top op basis van de Turnkey-overeenkomst de schade van Nevo voor haar rekening heeft genomen. Ahold heeft betwist dat zij wist dat Top als projectontwikkelaar ook het risico op schade van belegger Nevo overnam. Zij heeft verder aangevoerd dat verwijdering van de cementdek- en tegelvloer onmogelijk was zonder het toebrengen van schade aan de betonnen vloeren.
zelfonzorgvuldig heeft gehandeld. Zij is, anders dan Nevo c.s. stellen in nr. 18 van de memorie van grieven, niet risico-aansprakelijk voor de fouten van haar aannemer of de door deze gecontracteerde onderaannemer. De aannemer en de onderaannemer zijn immers niet werkzaam in de uitoefening van het bedrijf van Ahold (artikel 6:171 BW). Uit de stellingen van Nevo c.s. komt onvoldoende naar voren welke gedragingen van Ahold zelf nu onzorgvuldig tegenover Top zijn. Het hof oordeelt daarom voorshands dat Nevo c.s. onvoldoende hebben gesteld op basis waarvan kan worden vastgesteld dat Ahold onzorgvuldig in de zin van de Vleesmeesters/Alog-jurisprudentie heeft gehandeld. Omdat dit aspect van de stelplicht niet door Ahold is besproken en omdat daarover ook niet tijdens de mondelinge behandeling is gesproken, merkt het hof dit oordeel als voorlopig aan. Het hof nodigt Nevo c.s. uit daarop bij akte te reageren. Ahold kan daarop weer reageren bij antwoordakte.
coulancehalve” is gedaan (tijdens de mondelinge behandeling op 31 mei 2023). Nevo c.s. geven daarmee zelf aan dat Nevo niet verplicht was deze betaling aan Top te verrichten. De betaling kan daarom niet als schade van Nevo worden bestempeld. Dit brengt mee dat de vordering van Nevo tegenover Ahold bij eindarrest zal worden afgewezen.
Adams 1:Adams Bouwadviesbureau, Memo begane grondvloer 1, 19 maart 2019
Adams 2:Adams Bouwadviesbureau, Memo begane grondvloer 2, 25 juni 2019
NewArmstrong 1: NewArmstrong, Notitie Utrecht Troosterhof, beoordeling vloerschade, 18 maart 2021
Vloeradvies:Buro Vloeradvies B.V., brief van 4 maart 2021
NewArmstrong 2:NewArmstrong, Notitie Utrecht Troosterhof, beoordeling herstel (“visie op uiteindelijk uitgevoerde vloerreparatie”), 18 maart 2021
[de deskundige van Nevo c.s.] 1:[de deskundige van Nevo c.s.] , Schade vloer winkelcentrum De Gaard te Utrecht, 25 april 2023
[de deskundige van Nevo c.s.] 2:[de deskundige van Nevo c.s.] , Nadere opmerkingen constructies, 11 mei 2023
NewArmstrong 3:NewArmstrong Notitie, reactie op [de deskundige van Nevo c.s.] I en II, 18 juni 2023.
2020kan echter niet het resultaat zijn van tot en met 31 maart
2019bestede tijd aan de advisering van Nevo c.s. Omdat de door het hof te benoemen deskundige de vloeren niet meer kan onderzoeken, maar zich moet baseren op schriftelijk bewijsmateriaal, is het nuttig als ook de schriftelijke advisering/beoordeling van de vloeren door IMd in de periode vóór 31 maart 2019 in het geding wordt gebracht. Het hof zal daarom Nevo c.s. bevelen op de voet van artikel 22 Rv om de schriftelijke advisering/beoordeling van IMd van de vloeren in de vakken A, B, C en D na voltooiing door Ahold van de verwijderingswerkzaamheden in het geding te brengen.