Naar aanleiding van het hierna te noemen ouderschapsonderzoek hebben de vaders bij journaalbericht van 29 december 2023 hun verzoeken in incidenteel hoger beroep gewijzigd, in die zin dat zij het hof nu verzoeken:
• de moeder niet-ontvankelijk te verklaren in haar beroep;
• de bij de bestreden beschikking bepaalde zorgregeling als volgt te wijzigen:
o ingeval het hof aanleiding ziet tot bepaling van een co-ouderschapsregeling:
[de minderjarige1-A] zal de ene week van maandagochtend 10.00 uur tot de volgende maandag 10.00 uur verblijven bij de moeder en vanaf die maandag 10.00 uur tot de maandag daarop 10.00 uur verblijven bij de vaders. Dit schema herhaalt daarna steeds.
o ingeval het hof aanleiding ziet tot een weekendregeling:
[de minderjarige1-A] zal twee weken bij de vaders verblijven en dan een weekend bij de moeder zijn;
• te bepalen dat de volgende vakantieregeling geldt tussen partijen:
o de vakantie- en nationale feestdagen worden bij helfte verdeeld;
o [de minderjarige1-A] kan daarbij zeventien dagen in de zomervakantie (juli, augustus) en zeventien dagen in de winter (december, januari) aaneengesloten bij de vaders verblijven voor vakantie; zij hebben toestemming haar mee te nemen naar Curaçao;
o indien partijen niet in staat zijn tot een keuze hebben de vaders in de even jaren en heeft moeder in de oneven jaren de eerste keuze voor de verdeling van de vakantie- en nationale feestdagen;
• te bepalen dat de ouder(s) die het kind het laatst bij zich heeft/hebben haar op de afgesproken tijd steeds thuisbrengt/thuisbrengen bij de ouder(s) bij wie zij daarna zal verblijven.
Ter zitting hebben de vaders verklaard dat zij van voornoemde twee opties het liefst een weekendregeling willen.
De vaders hebben hun eerdere verzoek over inschrijving bij een huisarts, ingetrokken. Dit verzoek behoeft dus geen bespreking meer door het hof.