Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekers in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 30 mei 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de benoeming van een bewindvoerder en mentor voor verzoekers, [verzoekster] en [verzoeker]. De kantonrechter had eerder op 3 augustus 2023 besloten om hun goederen onder bewind te stellen en een mentorschap in te stellen, omdat verzoekers, die in een rolstoel zitten en zorgafhankelijk zijn, niet in staat zouden zijn om hun vermogensrechtelijke en niet-vermogensrechtelijke belangen zelf te behartigen. Verzoekers zijn het niet eens met deze beslissing en hebben hoger beroep ingesteld, waarbij zij verzoeken om de eerdere beschikking te vernietigen en een andere bewindvoerder te benoemen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 23 april 2024 hebben verzoekers hun standpunt toegelicht, waarbij zij benadrukken dat zij geen geestelijke of lichamelijke beperkingen hebben en dat de vrijwillige hulp van [naam2] voldoende is. De verweerster, een zorginstelling, heeft echter betoogd dat verzoekers kwetsbaar zijn en dat professionele vertegenwoordiging noodzakelijk is voor hun zorg en financiën. Het hof heeft de argumenten van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat verzoekers inderdaad niet in staat zijn om hun belangen adequaat te behartigen. Het hof heeft de beslissing van de kantonrechter bekrachtigd, waarbij [naam1] als bewindvoerder en mentor is benoemd, en heeft het verzoek van verzoekers om een andere bewindvoerder afgewijzen. Het hof benadrukt het belang van continuïteit in de zorg en de noodzaak van een professionele bewindvoerder in deze situatie.