ECLI:NL:GHARL:2024:3571

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
28 mei 2024
Publicatiedatum
28 mei 2024
Zaaknummer
200.337.597
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bepaling van het voortbestaan van een mentorschap en benoeming van een nieuwe mentor in een civiele zaak

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 28 mei 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over het mentorschap van [verzoeker]. De kantonrechter had op 29 maart 2023 een mentorschap ingesteld voor [verzoeker], waarbij haar broer [naam1] als mentor was benoemd. [verzoeker] verzocht de kantonrechter om het mentorschap op te heffen, maar dit verzoek werd afgewezen in de beschikking van 14 november 2023. Het hof oordeelt dat het mentorschap moet blijven bestaan, gezien de aanhoudende zorgen over de geestelijke toestand van [verzoeker]. Echter, het hof is van mening dat [naam1] niet langer als mentor kan functioneren en dat er een professionele mentor benoemd moet worden. Het hof verwijst de zaak terug naar de kantonrechter om een nieuwe, onafhankelijke mentor aan te stellen. De beslissing van het hof is gebaseerd op de psychische toestand van [verzoeker] en de onhoudbare situatie binnen de familie, die bijdroeg aan haar klachten. Het hof benadrukt het belang van een professionele en onafhankelijke mentor voor [verzoeker] om haar belangen adequaat te behartigen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Arnhem, afdeling civiel
zaaknummer gerechtshof 200.337.597
zaaknummers rechtbank Midden-Nederland 10580096 en 10622296
beschikking van 28 mei 2024
in de zaak van
[verzoeker],
die woont in [woonplaats1] ,
verzoeker in hoger beroep,
hierna: [verzoeker] ,
advocaat: mr. H.G.J. Ligtenberg,
[naam1],
die woont in [woonplaats2] ,
belanghebbende in hoger beroep,
hierna (ook): [naam1] of de mentor,
en
[naam2]
die woont in [woonplaats3] ,
[naam3],
die woont in [woonplaats3] ,
en
[naam4],
die woont in [woonplaats4] ,
allen (ook) belanghebbenden in hoger beroep.

1.Samenvatting van de beslissing

De kantonrechter heeft op 29 maart 2023 een mentorschap ingesteld voor [verzoeker] .
Zij heeft de kantonrechter daarna verzocht om het mentorschap op te heffen. De kantonrechter heeft dit verzoek afgewezen in de beschikking van 14 november 2023. Het hof vindt dat het mentorschap moet blijven bestaan, maar ook dat [verzoeker] een nieuwe mentor moet krijgen. Het hof legt hierna uit waarom.

2.De kern van de zaak

2.1
[verzoeker] is geboren [in] 1990. Zij is de dochter van [naam2] en [naam3] en de zus van [naam1] en [naam4] .
2.2
In de beschikking van 29 maart 2023 heeft de kantonrechter een mentorschap ingesteld voor [verzoeker] . Haar broer [naam1] is benoemd tot mentor.
Op 29 maart 2023 heeft de kantonrechter ook een bewind ingesteld over de goederen van [verzoeker] . [naam5] is de bewindvoerder.
2.3
[verzoeker] heeft de kantonrechter verzocht om het mentorschap op te heffen. De kantonrechter heeft dat verzoek afgewezen in de beschikking van 14 november 2023.
2.4
[verzoeker] is het niet eens met de beslissing van de kantonrechter komt in hoger beroep. [verzoeker] verzoekt het hof om de beschikking van 14 november 2023 te vernietigen en primair om het mentorschap op te heffen en subsidiair om een andere mentor te benoemen.
2.5
Het hof heeft de volgende stukken ontvangen:
  • het beroepschrift, binnengekomen op 13 februari 2024, en
  • een e-mail van mr. Ligtenberg van 11 april 2024.
2.6
De zitting bij het hof was op 30 april 2024. Aanwezig waren:
  • [verzoeker] met haar advocaat, en
  • de mentor.

3.Het oordeel van het hof

Wat staat in de wet?
3.1
De kantonrechter kan een mentorschap instellen als een meerderjarige vanwege zijn geestelijke of lichamelijke toestand zijn belangen niet goed kan waarnemen. [1] De kantonrechter kan het mentorschap opheffen als de noodzaak daarvan niet meer bestaat of als het mentorschap niet zinvol is gebleken. [2] De kantonrechter kan de mentor ontslag verlenen:
  • op verzoek van de mentor;
  • om gewichtige redenen, of
  • als de mentor niet meer voldoet aan de eisen om mentor te kunnen worden.
Wat is het oordeel van het hof?
3.2
Het hof stelt vast dat voor [verzoeker] een mentorschap is ingesteld vanwege haar geestelijke toestand. Haar advocaat heeft verteld dat [verzoeker] een psychose heeft gehad. Zij woonde toen nog bij haar ouders en er waren grote spanningen in het gezin. Die spanningen hebben mede geleid tot de psychose.
3.3
[verzoeker] vindt dat het mentorschap niet meer nodig is. Zij woont inmiddels zelfstandig in een eigen huurhuis en heeft wat afstand genomen van haar familie. Daardoor gaat het veel beter met haar. [verzoeker] heeft verteld dat zij binnenkort wordt geopereerd aan haar longen. Zij heeft dit zelf geregeld, zonder tussenkomst van de mentor. [verzoeker] wordt nu nog begeleid door [naam6] , maar dat gaat binnenkort stoppen, omdat zij verhuisd is. Daarna zal zij woonbegeleiding krijgen van [naam7] en daarnaast blijft haar bewindvoerder betrokken. Volgens [verzoeker] worden haar belangen daardoor voldoende behartigd.
3.4
Het hof is van oordeel dat het mentorschap voor [verzoeker] nog wel nodig is. Het hof stelt vast dat het een stuk beter gaat met [verzoeker] , nu zij zelfstandig woont, maar de zorgen over de psychische toestand van [verzoeker] zijn er nog. Haar advocaat heeft verteld dat hij contact opgenomen heeft met de begeleiders van [verzoeker] bij [naam6] . [naam6] vindt dat het mentorschap moet blijven bestaan. Het hof merkt op dat [verzoeker] pas een jaar geleden nog een psychose had en dat nog onduidelijk is of er een risico bestaat op herhaling. Daarom is het hof van oordeel dat het mentorschap moet blijven bestaan.
3.5
Het hof is echter ook van oordeel dat er een nieuwe mentor moet komen. [naam1] heeft verteld dat hij het mentorschap heeft aangevraagd omdat het (voor [verzoeker] zelf en voor het hele gezin) onhoudbaar was dat [verzoeker] nog bij hun ouders woonde. Hij wilde dat [verzoeker] een eigen woning zou krijgen en een eigen leven zou gaan opbouwen. Dit doel is behaald. Het hof stelt vast dat [naam1] sindsdien nauwelijks meer invulling geeft aan zijn mentorschap. [naam1] heeft verteld dat hij in de afgelopen maanden niet meer betrokken is geweest bij beslissingen die de gezondheid en het welzijn van [verzoeker] betreffen. Hij heeft ook geen contact meer met [verzoeker] . [naam1] heeft contact opgenomen met [naam6] , maar hij krijgt van [naam6] geen informatie, omdat [verzoeker] daar geen toestemming voor geeft. [naam1] vindt het belangrijk dat het mentorschap blijft bestaan, maar hij ziet in dat hij het mentorschap zelf niet meer kan invullen. Het hof is van oordeel dat dit een gewichtige reden is voor ontslag van de mentor.
3.6
Het hof is van oordeel dat [verzoeker] een professionele, onafhankelijke mentor moet krijgen. Het hof is van oordeel dat niet de vader van [verzoeker] de mentor moet worden, zoals zij zou willen. [verzoeker] en haar advocaat hebben namelijk verteld dat de psychische klachten van [verzoeker] mede werden veroorzaakt door de spanningen binnen de familie. Sinds [verzoeker] meer afstand heeft genomen van haar familie, gaat het beter met haar. [verzoeker] en haar advocaat hebben verteld dat [verzoeker] wel goed contact heeft met haar bewindvoerder, die een onafhankelijke professional is. Het hof heeft er daarom vertrouwen in dat [verzoeker] ook goed contact kan hebben met een professionele mentor.
3.7
Het hof zal dus het primaire verzoek van [verzoeker] afwijzen en het subsidiaire verzoek toewijzen. [verzoeker] heeft geen nieuwe mentor aangedragen. Het hof verwijst de zaak daarom terug naar de kantonrechter, zodat die een professionele mentor kan benoemen.

4.De beslissing

Het hof:
vernietigt de beschikking van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, van 14 november 2023, voor wat betreft het mentorschap;
verwijst de zaak terug naar de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, zodat de kantonrechter een professionele mentor kan benoemen;
verleent [naam1] , die is geboren [in] 1986, ontslag als mentor met ingang van de datum waarop de kantonrechter een andere professionele mentor zal benoemen.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.B. de Groot, K. Mans en E.H. Schijven-Bours, bijgestaan door mr. L.M. de Wit als griffier en is in het openbaar uitgesproken op 28 mei 2024.

Voetnoten

1.Artikel 1:450 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
2.Artikel 1:462 BW.
3.Artikel 1:461 BW.