Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
Vereniging van Eigenaars [adres1] 14/14 bis te [plaats1]
die bij de kantonrechter optrad als belanghebbende
hierna wordt [naam1] genoemd: [naam1]
1.Het verloop van de procedure
- het beroepschrift van [appellant] , aangevuld bij brief van 10 november 2022 met een proces-verbaal,
- de brief van de advocaat van [naam2] en [naam1] , waarin die advocaat heeft meegedeeld dat [naam1] in december 2022 is overleden
- het verweerschrift met incidenteel hoger beroep van [naam2] (en niet ook van de VvE, zoals de advocaat van [naam2] tijdens de eerste mondelinge behandeling bij het hof heeft meegedeeld)
- de brieven van de griffier van het hof waarin deze aan partijen heeft meegedeeld dat het hof aan de advocaat van [naam1] informatie heeft gevraagd in verband met het overlijden van [naam1]
- het verweerschrift in incidenteel hoger beroep van [appellant]
- de brieven van de griffier van het hof waarin deze aan partijen heeft meegedeeld dat het hof aan de erfgenamen van [naam1] , via [naam3] (hierna: [naam3] ) als executeur-testamentair van [naam1] , de mogelijkheid heeft gegeven een verweerschrift in te dienen
- de brief van 7 september 2023 van [appellant] met twee producties
- de e-mailwisseling van 13 september 2023 en 9 oktober 2023 tussen [naam4] en de griffier van het hof
- de mondelinge behandeling van de zaak bij dit hof op 11 oktober 2023, waarvan een verslag is gemaakt
- de e-mail van 11 oktober 2023 van [naam3] en de brief van 1 november 2023 van de advocaat van [naam2] , beide met de akte van erfrecht vanwege het overlijden van [naam1]
- de voortgezette mondelinge behandeling van de zaak bij dit hof op 29 november 2023, waarvan een verslag is gemaakt.
2.De kern van de zaak
3.3 De feiten
[naam5] te [plaats2] (hierna: het modelreglement), aangevuld en/of gewijzigd als in de splitsingsakte is vastgelegd. Daarnaast is bij de splitsingsakte de VvE opgericht, waarbij de modelstatuten van de vereniging van eigenaars zoals opgenomen in het modelreglement van toepassing zijn verklaard.
4.De redenen voor de beslissing
Het hof constateert dat [naam2] , vanwege de wettelijke verdeling, door het overlijden van [naam1] de enige eigenaar is van het bovenappartement. Voorafgaand aan het overlijden van [naam1] was [naam2] samen met [naam1] gerechtigd tot dat appartementsrecht, omdat zij in algehele gemeenschap van goederen was gehuwd met [naam1] . Dat het appartementsrecht volgens de eigendomsinformatie van het Kadaster op naam van [naam1] stond, doet daaraan niet af. Grief 1 van [appellant] , waarin [appellant] anders betoogt, is dus ongegrond.
appartementseigenaars.
wijziging strekkende besluit is genomen in de vergadering van eigenaars met een
meerderheid van ten minste vier vijfden van het aantal stemmen dat aan de
appartementseigenaars toekomt of met een zodanige grotere meerderheid als in de akte
van splitsing is bepaald. De termijn voor oproeping tot de vergadering bedraagt ten minste
vijftien dagen. Artikel 2:42 leden 1, eerste zin, 2, eerste zin, en 3 BW is van
overeenkomstige toepassing.
5.5. De beslissing
16 januari 2024.