Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
verzoekster in hoger beroep,
Stichting De Jeugd- & Gezinsbeschermers,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de moeder met haar advocaat;
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de ondertoezichtstelling van drie minderjarige kinderen, geboren uit de relatie van de moeder en de vader. De moeder, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. C.E. Tonningen, heeft hoger beroep ingesteld tegen de beschikking van de kinderrechter van de rechtbank Midden-Nederland, die op 21 juli 2023 de kinderen onder toezicht heeft gesteld van de gecertificeerde instelling Stichting De Jeugd- & Gezinsbeschermers. De moeder verzoekt de beschikking te vernietigen en de ondertoezichtstelling op te heffen, terwijl de raad voor de kinderbescherming verweer voert en bekrachtiging van de beschikking vraagt.
Het hof heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van de kinderen, met name gedragsproblematiek bij de oudste twee. De ouders hebben onvoldoende meegewerkt aan vrijwillige hulpverlening en er is een gebrek aan inzicht in de opvoedcapaciteiten. Het hof concludeert dat de wettelijke vereisten voor ondertoezichtstelling zijn vervuld en dat de hulpverlening in het gedwongen kader noodzakelijk is. De moeder heeft verzocht om de benoeming van een contra-expert of bijzondere curator, maar dit verzoek is afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing.
De beslissing van het hof is om de bestreden beschikking te bekrachtigen en de proceskosten te compenseren, waarbij elke partij de eigen kosten draagt. De uitspraak benadrukt de noodzaak van professionele hulpverlening voor de kinderen en het gezinssysteem, gezien de langdurige zorgen en het gebrek aan vooruitgang in de vrijwillige hulpverlening.