ECLI:NL:GHARL:2024:3327

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
14 mei 2024
Publicatiedatum
14 mei 2024
Zaaknummer
21-004091-23
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor overtreding van artikel 5 Wegenverkeerswet 1994 met ontzegging rijbevoegdheid en verbeurdverklaring motorfiets

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 14 mei 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland. De verdachte was eerder vrijgesproken van het tenlastegelegde feit, maar het hof heeft dit vonnis vernietigd. De verdachte werd beschuldigd van het maken van burnouts met zijn motorfiets op 30 mei 2021, wat gevaar op de weg zou hebben veroorzaakt. De officier van justitie had hoger beroep ingesteld tegen de vrijspraak en vorderde een ontzegging van de rijbevoegdheid voor vier maanden, voorwaardelijk met een proeftijd van één jaar, en verbeurdverklaring van de in beslag genomen motorfiets. Tijdens de zitting op 30 april 2024 heeft het hof de verklaringen van de verbalisanten en de verdachte gehoord. Het hof oordeelde dat de verdachte door zijn gedrag gevaar op de weg had kunnen veroorzaken en het verkeer had kunnen hinderen. Het hof heeft de verdachte schuldig bevonden aan de overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 en heeft de eerder uitgesproken vrijspraak vernietigd. De verdachte is veroordeeld tot een ontzegging van de rijbevoegdheid voor vier maanden, voorwaardelijk, en de motorfiets is verbeurd verklaard. Het hof heeft rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn werk als automonteur, maar oordeelde dat de opgelegde straf passend was.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-004091-23
Uitspraak d.d.: 14 mei 2024
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Midden-Nederland van 24 augustus 2023 met parketnummer 96-150050-21 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1988,
wonende te [adres] .

Het hoger beroep

De officier van justitie heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van het hof van 30 april 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, strekkende tot veroordeling van verdachte ter zake van het tenlastegelegde feit tot een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van één jaar. Daarnaast heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de inbeslaggenomen motorfiets wordt verbeurdverklaard. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd.
Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en zijn raadsvrouw,
mr. N.J.B. Vegelien, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

Verdachte is bij vonnis van de kantonrechter van 24 augustus 2023 vrijgesproken ter zake van het tenlastegelegde feit. Daarnaast heeft de kantonrechter beslist dat de inbeslaggenomen motorfiets wordt teruggegeven aan verdachte.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing komt en daarom opnieuw rechtdoen.
De tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
hij op of omstreeks 30 mei 2021 te [plaats] als bestuurder van een voertuig (motorfiets (met verlengde achterbrug)), dat voorzien was van gladde banden, daarmee rijdende op de weg, [weg] , met een snelheid van ongeveer 20 kilometer per uur, meermalen, althans eenmaal, een zogenaamde burnout heeft gemaakt en/of (daarbij) met het door hem bestuurde voertuig van links naar rechts over de rijbaan/rijstrook is gegaan, ten gevolge waarvan er een rookwolk achter het voertuig is ontstaan, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Overweging met betrekking tot het bewijs

De door het hof gebezigde bewijsmiddelen
1. Een naar wettelijk voorschrift opgemaakt proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 juni 2021 opgenomen op digitale pagina 14 e.v. van het dossier van Politie Midden-Nederland met nummer PL0900-2021167544, inhoudende het relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
Op 30 mei 2021 waren wij belast met het houden van verkeerstoezicht in [plaats] .
Omstreeks 16:43 uur kwamen wij ter plaatse bij [weg] . Ter hoogte van het bedrijf genaamd [bedrijf] zagen wij een groep van ongeveer 50 personen staan. Wij zagen meerdere auto’s en motoren geparkeerd staan en zagen dat enkele motoren in onze richting reden. Wij zagen dat een witte motor met verlengde achterbrug in onze richting kwam rijden. Wij zagen dat deze motorfiets werd bestuurd door een mannelijke bestuurder. Wij zagen dat deze mannelijke bestuurder was gekleed in een zwart motorpak en dat hij een helm droeg. Wij zagen dat hij een zogeheten burnout over het asfalt trok en dat hij deze actie herhaalde. Wij zagen dat hij hierbij van links naar rechts over de rijbaan ging. De snelheid was ongeveer tussen de 20 en 30 kilometer per uur. Wij zagen dat deze rijbaan is bedoeld voor verkeer in beide richtingen en dat er een fietspad naast de rijbaan lag. Wij zagen dat er een rookwolk achter het voertuig ontstond en dat de bestuurder moeite had om het voertuig onder controle te houden. Dit zagen wij omdat hij, nadat hij deze burnout maakte, bijna ten val kwam. Wij zagen dat hij aan zijn stuur trok waardoor hij rechtop bleef staan.
Ik, verbalisant [verbalisant 2] , zag dat er meerdere voertuigen op de rijbaan reden. Ik zag dat deze voertuigen omdraaiden toen wij aan kwamen rijden. Ik zag dat er op het naastgelegen fietspad meerdere fietsers en snorfietsers reden.
Ik, verbalisant, [verbalisant 1] , heb het kenteken van de motorfiets nagetrokken, het kenteken betrof: [kenteken] . Dit voertuig stond op naam van [verdachte] , geboren [geboortedag] 1988 te [geboorteplaats] . Na controle van de tenaamgestelde zagen wij dat de foto in ons politiesysteem overeen kwam met de bestuurder van de motofiets.
Wij zagen dat de motorfiets niet was voorzien van spiegels en dat de achterband glad was.
2. De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van het hof van 30 april 2024, voor zover inhoudende:
Op 30 mei 2021 ging ik naar [weg] in [plaats] . Ik heb een burnout gemaakt met mijn motor, dit veroorzaakte rook.
Bewijsoverweging
De verdediging heeft ter terechtzitting in hoger beroep betoogd dat er niemand in de buurt van verdachte was toen hij burnouts maakte met zijn motor en dat er aldus geen (kans op) reëel gevaar dan wel hinder was.
Het hof ziet in hetgeen de verdediging naar voren heeft gebracht geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisanten zoals opgenomen in voormeld proces-verbaal van bevindingen. Uit die verklaring volgt dat de verbalisanten hebben waargenomen dat verdachte meerdere burnouts maakte en hierbij van links naar rechts over de rijbaan ging. De verbalisanten zagen dat hierdoor een rookwolk ontstond. Tevens hebben de verbalisanten verklaard dat er meerdere voertuigen op de rijbaan en meerdere fietsers en snorfietsers op het naastgelegen fietspad reden.
Daartegen stelt de verdediging slechts dat er niemand in de buurt van verdachte was toen hij een burnout maakte en dat er alleen mensen achter hem waren. De enkele ontkenning van verdachte is naar het oordeel van het hof onvoldoende om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisanten. Het hof gaat daarom uit van de juistheid en betrouwbaarheid van het proces-verbaal van bevindingen.
Het hof is van oordeel dat verdachte, door het maken van burnouts met zijn motor en daarbij van links naar rechts over de rijbaan gaan, terwijl daardoor een rookwolk ontstond, gevaar op de weg kon veroorzaken en het verkeer op die weg kon hinderen.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op 30 mei 2021 te [plaats] als bestuurder van een motorfiets met verlengde achterbrug, die voorzien was van gladde banden, daarmee rijdende op de weg, [weg] , met een snelheid van ongeveer 20 kilometer per uur, meermalen een zogenaamde burnout heeft gemaakt en daarbij met het door hem bestuurde voertuig van links naar rechts over de rijbaan is gegaan, ten gevolge waarvan er een rookwolk achter het voertuig is ontstaan, door welke gedragingen van verdachte gevaar op die weg kon worden veroorzaakt, en het verkeer op die weg kon worden gehinderd.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:

overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf

De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 door met zijn motor burnouts te maken, waardoor een rookwolk ontstond en daarbij over de rijbaan te slingeren met zijn motor. Door zijn gedragingen kon gevaar op de weg worden veroorzaakt en kon het verkeer worden gehinderd.
Het hof heeft bij de strafoplegging gelet op het uittreksel uit de Justitiële Documentatie van de verdachte van 26 maart 2024. Daaruit blijkt dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld ter zake van een soortgelijk strafbare feit. Ook houdt het hof rekening met toepassing van artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.
Het hof houdt tevens rekening met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Verdachte heeft ter terechtzitting van het hof verklaard dat hij werkzaam is als automonteur en zijn rijbewijs nodig heeft voor de uitoefening van zijn werk.
De raadsvrouw van verdachte heeft bepleit toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht. Het hof is echter van oordeel dat, gelet op de aard en ernst van het feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan, toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht niet aan de orde is.
Alles afwegende is het hof van oordeel dat oplegging van een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van vier maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van één jaar, een passende afdoening is. Deze voorwaardelijke straf dient tevens als stok achter de deur, teneinde te voorkomen dat verdachte zich opnieuw schuldig maakt aan (soortgelijke) strafbare feiten.

Beslag

Het bewezenverklaarde is begaan met betrekking tot het hierna te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp. Het behoort de verdachte toe. Het zal daarom worden verbeurd verklaard.
Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 5, 177 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Ontzegt de verdachte ter zake van het bewezenverklaarde de
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
4 (vier) maanden.
Bepaalt dat de bijkomende straf van ontzegging niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
1 (één) jaaraan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1 motorfiets (omschrijving: G2828221, merk: [automerk] , chassisnr: JS1B2111200102311, bouwjaar 2005).
Aldus gewezen door
mr. L.G. Wijma, voorzitter,
mr. J. Hielkema en mr. E. de Witt, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. N.E. Renders, griffier,
en op 14 mei 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.