3.1Partijen zijn [in] 2012 een geregistreerd partnerschap aangegaan op partnerschapsvoorwaarden. De partnerschapsvoorwaarden, vastgelegd bij notariële akte op 21 december 2011, luiden – voor zover hier van belang – als volgt:
Uitsluiting
Artikel 1
De partners sluiten elke gemeenschap van goederen uit.
(…)
Vergoedingsrechten
Artikel 4
Een partner heeft een vergoedingsrecht jegens de andere partner, indien een bedrag of waarde ten behoeve van die andere partner aan zijn vermogen is onttrokken. De vergoeding is gelijk aan het bedrag of de waarde ten tijde van de onttrekking en is direct opeisbaar, tenzij redelijkheid en billijkheid zich tegen die opeisbaarheid verzetten.
(…)
Inkomen
Artikel 6
(…)
4. Onder inkomen worden tevens begrepen de werkelijke inkomsten uit vermogen zoals rente, huur- en pachtopbrengsten en voordelen uit effecten. Deze inkomsten worden verminderd met:
a. de redelijkerwijs daaraan toe te rekenen kosten;
b. de belasting over de rendementsgrondslag, voor zover deze is toe te rekenen aan de vermogensbestanddelen die de voordelen hebben opgeleverd, verminderd met de op die vermogensbestanddelen betrekking hebbende schulden.
(…)
Kosten van de huishouding
Artikel 7
1. De kosten van de gemeenschappelijke huishouding worden door de partners gedragen naar evenredigheid van ieders inkomen. Zijn de inkomens onvoldoende, dan worden de kosten gedragen naar evenredigheid van ieders vermogen. Een en ander geldt niet voor zover bijzondere omstandigheden zich daartegen verzetten.
(…)
Verrekening bij het einde van het geregistreerd partnerschap
Artikel 11
1. Bij het eindigen van het geregistreerd partnerschap door overlijden, ontbinding krachtens
rechterlijke uitspraak alsmede bij beëindiging van het geregistreerd partnerschap met wederzijds goedvinden wordt tussen de partners of tussen de langstlevende partner en de rechtverkrijgenden van de overleden partner afgerekend alsof tussen de partners de wettelijke gemeenschap van geregistreerd partnerschap had bestaan (hieronder te begrijpen de wettelijke gemeenschap zoals die volgens de wet op heden van kracht moet worden begrepen).
2. Binnen acht maanden na de ontbinding of de beëindiging van het geregistreerd partnerschap wordt het vermogen van ieder van de partners beschreven.
3. Onder het vermogen van een partner wordt verstaan het saldo van zijn bezittingen en schulden.(…)
4. De beschrijving van de vermogens van de partners en de waardering van de daartoe behorende bezittingen en schulden geschiedt, ingeval van overlijden, per de datum van het eindigen van het geregistreerd partnerschap, bij ontbinding krachtens rechterlijke uitspraak op de datum waarop het daartoe strekkende verzoekschrift is ingediend en bij beëindiging met wederzijds goedvinden op het tijdstip waarop de overeenkomst daartoe is gesloten. De waardering van de goederen en schulden vindt plaats in onderling overleg en bij gebreke daarvan door een of meer deskundigen, te benoemen door de kantonrechter genoemd in artikel 679 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
5. De verrekening vindt plaats doordat de ene partij aan de andere partij een zodanig bedrag uitkeert dat na de uitkering ieders vermogen gelijk is aan de helft van de gezamenlijke vermogens van de partners.
6. De uitkering vindt plaats in geld binnen een jaar na het eindigen, de ontbinding of de beëindiging van het geregistreerd partnerschap, tenzij partijen anders overeenkomen of de eisen van redelijkheid en billijkheid anders meebrengen.
7. Er vindt geen verrekening op grond van dit artikel plaats indien op het tijdstip van het eindigen, de ontbinding of de beëindiging van het geregistreerd partnerschap op een partner de schuldsanering van toepassing is verklaard of een partner in staat van faillissement of surséance van betaling verkeert.
Indien na afloop van de schuldsanering, het faillissement of de surseance van betaling het vermogen van de partner positief blijkt te zijn wordt de verrekening alsnog uitgevoerd. Verrekening vindt voorts niet plaats wanneer het vermogen van een partner zodanig negatief is dat meer dan de helft van hetgeen hij krachtens de verrekening zou ontvangen aan zijn schuldeisers ten goede zou komen.
8. In de verrekening worden niet betrokken:
- de goederen die ieder van de partners heeft bij het aangaan van het geregistreerd partnerschap;
- al hetgeen krachtens zaaksvervanging voor bovengenoemde goederen in de plaats is getreden;
- de opbrengst van goederen die van de verrekening zijn uitgesloten.