ECLI:NL:GHARL:2024:3279

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
8 mei 2024
Publicatiedatum
13 mei 2024
Zaaknummer
21-001457-24-04(s)
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot schorsing van voorlopige hechtenis in strafzaak met betrekking tot de verdachte

Op 8 mei 2024 heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden in raadkamer beslist op een verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte, geboren in 1986 en verblijvende in P.I. [verblijfplaats]. De verdachte had eerder een voorlopige hechtenis die op 28 januari 2021 begon en die op 26 februari 2021 onder voorwaarden was geschorst. Deze voorwaarden zijn in de loop der tijd gewijzigd, en de rechtbank heeft op 19 maart 2024 het bevel tot voortduren van de voorlopige hechtenis opgeheven. De raadsvrouw heeft een gemotiveerd verzoek ingediend voor een nieuwe schorsing, waarbij de verdachte zich altijd aan de voorwaarden heeft gehouden. De advocaat-generaal heeft zich echter verzet tegen de schorsing, onder verwijzing naar de ernst van de feiten en de geschokte rechtsorde. Het hof heeft de persoonlijke belangen van de verdachte afgewogen tegen de belangen van de samenleving. Het hof heeft besloten de voorlopige hechtenis opnieuw te schorsen onder strikte voorwaarden, waaronder begeleide contacten met de kinderen en toezicht door de reclassering. De schorsing gaat in op 10 mei 2024 om 9.00 uur.

Uitspraak

pkn: 21-001457-24 – 04 (s)
Het gerechtshof heeft te beslissen op een verzoek in raadkamer van heden gedaan, namens de verdachte,
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1986,
verblijvende in P.I. [verblijfplaats] ,
tot schorsing van het tegen die verdachte rechtens gegeven en nog van kracht zijnde bevel tot voortduren van de voorlopige hechtenis.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal en verdachte, bijgestaan door
mr. S.C. Sassen, advocaat te Utrecht , in raadkamer van heden. Het onderzoek heeft plaatsgevonden in aanwezigheid van mevrouw [naam reclasserings medewerkster] namens Reclassering Nederland.

OVERWEGINGEN:

De raadsvrouw heeft een onderbouwd verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis gedaan.
In eerste aanleg is het voorarrest – dat is aangevangen op 28 januari 2021 – geschorst geweest vanaf 26 februari 2021 onder het stellen van algemene en bijzondere voorwaarden. Deze voorwaarden zijn gewijzigd bij beslissingen van 29 april 2021, 14 juni 2021, 21 juli 2022 en 20 december 2022. Een vijfde verzoek de schorsingsvoorwaarden te wijzigen is op 21 juli 2023 afgewezen. De rechtbank heeft op 19 maart 2024 vonnis gewezen, waarbij de schorsing van de voorlopige hechtenis is opgeheven.
In raadkamer heeft mevrouw [naam reclasserings medewerkster] als informant verklaard dat verdachte zich steeds aan alle schorsingsvoorwaarden heeft gehouden, en dat zowel SAFE als de reclassering kunnen instemmen met een nieuwe schorsing onder de laatst geldende voorwaarden.
Door de raadsvrouw is aangegeven dat de (vrijwillige) OTS van de kinderen voortduurt tot 18 mei a.s., en daarna met instemming van alle betrokken partijen opnieuw verlengd zal worden.
De advocaat-generaal heeft zich gemotiveerd verzet tegen de schorsing.
Het hof heeft enerzijds gelet op de ernst van de feiten en de aard van de gronden. De verlenging van het bevel voorlopige hechtenis is met toepassing van artikel 75, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering mede gebaseerd op de grond dat in het bestreden vonnis een vrijheidsbenemende straf is opgelegd van ten minste even lange duur als de door verdachte in voorlopige hechtenis doorgebrachte tijd na verlenging. Daarmee is met de voorlopige hechtenis van verdachte – ook al is de veroordeling van verdachte, waarbij aan haar 11 jaren gevangenisstraf is opgelegd, nog niet onherroepelijk – sprake van vrijheidsbeneming als bedoeld in artikel 5, eerste lid, aanhef en onder a, EVRM. In zo’n geval geldt (in sterkere mate dan in aanloop naar een berechting in eerste aanleg) dat er slechts ruimte is voor een schorsing van de voorlopige hechtenis als zich bijzondere, zwaarwegende persoonlijke omstandigheden voordoen op grond waarvan het belang dat de samenleving heeft bij het voortduren van de voorlopige hechtenis moet wijken voor het persoonlijk belang van de verdachte. Dit klemt te meer nu er – mede getuige de aandacht voor de zaak in de media – sprake is van een geschokte rechtsorde.
Het hof heeft anderzijds acht geslagen op de in raadkamer gestelde persoonlijke belangen, en op het feit dat de inhoudelijke behandeling van de strafzaak niet binnen afzienbare tijd zal plaatsvinden. Verdachte is in eerste aanleg langdurig geschorst geweest, waarbij zich geen incidenten hebben voorgedaan. Het is juist het gezin – waar een eventueel recidive risico zich zou kunnen manifesteren – dat grote waarde hecht aan de vrijheid van verdachte, zodat zij haar rol als moeder zoveel mogelijk vorm kan geven. Tijdens de eerdere schorsing zijn de toepasselijke gronden tot aanvaardbare proporties teruggebracht door het stellen van een in een veiligheidsplan opgenomen omvangrijke set voorwaarden, welke voorwaarden door verdachte stipt zijn nageleefd. De betrokkenheid van de diverse hulpverlenende instanties en de gezinsvoogden zou ook in geval van een nieuwe schorsing onverminderd voortduren.
Alles afwegend zal het hof de voorlopige hechtenis onder het stellen van navolgende voorwaarden opnieuw schorsen in afwachting van de inhoudelijke behandeling van de strafzaak in hoger beroep.
Het hof heeft gelet op het bepaalde in artikel 80 e.v. van het Wetboek van Strafvordering.

BESLISSING:

Het hof beveelt dat de voorlopige hechtenis van verdachte wordt geschorst
met ingang van vrijdag 10 mei 2024 om 9.00 uur, zulks onder de navolgende voorwaarden:
dat de verdachte, indien de opheffing van de schorsing mocht worden bevolen, zich aan de tenuitvoerlegging van het bevel tot voorlopige hechtenis niet zal onttrekken;
dat de verdachte, in geval van veroordeling tot andere dan vervangende vrijheidsstraf wegens het feit waarvoor de voorlopige hechtenis is bevolen, zich aan de tenuitvoerlegging daarvan niet zal onttrekken;
dat de verdachte zich gedurende de schorsingsperiode niet schuldig zal maken aan enig strafbaar feit of zich op enige andere wijze zal misdragen;
dat de verdachte, voor zover aan de schorsing voorwaarden zijn verbonden betreffende het gedrag van de verdachte, ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
dat de verdachte zal verschijnen op iedere oproep van politie of justitie;
dat de verdachte bij wijziging van haar adres het nieuwe adres zal doorgeven aan de advocaat-generaal;
dat de verdachte aanwezig zal zijn bij de inhoudelijke behandeling van de strafzaak;
dat de verdachte zich houdt aan alle aanwijzingen die de Reclassering Nederland ( [adres 1] te [plaats] ) aan verdachte oplegt;
dat de verdachte meewerkt aan behandeling bij [naam instelling 1] , en dat zij alle door of namens de behandelaar(s) opgegeven afspraken nakomt, zo lang de behandelaar(s) of de reclassering dit noodzakelijk acht(en); verdachte zal zich gedurende de behandeling houden aan de aanwijzingen van de behandelaar(s);
dat de verdachte op geen enkele wijze anders dan in het hierna uitgewerkte schema – direct of indirect – contact heeft met haar kinderen;
dat de verdachte zich houdt aan alle afspraken en voorwaarden die hieronder zijn vastgesteld, te weten:
Algemeen:- Videobellen tussen de verdachte en de kinderen ’s avonds voor het slapen gaan;
- De verdachte woont/verblijft bij haar ouders dan wel in eigen woonruimte, niet zijnde [adres 2] te [plaats] ;
- De verdachte is het verboden om medicatie/middelen/vitamines te geven aan de kinderen, al dan niet door toevoeging aan eten en/of drinken;
- De verdachte bereidt geen eten en/of drinken voor de kinderen;
- [naam instelling 1] en de reclassering wisselen onderling informatie uit met als doel risico’s te vermijden;
- de reclassering benadert het sociale netwerk van betrokkene (partner, (schoon-) ouders) en stelt hen op de hoogte van deze afspraken.
Begeleide contacten tussen verdachte en de kinderen:- De verdachte mag op alle dagen van 08.00 uur tot 19.00 uur in de woning aan [adres 2] te [plaats] aanwezig zijn, doch uitsluitend onder begeleiding van haar partner dan wel een ander familielid;
- de verdachte mag niet de voeding van de kinderen bereiden; overige activiteiten met en voor de kinderen (eten geven, baden, wandelen, spelen etc.) zijn wel geoorloofd;
- de verdachte mag deelnemen aan familieweekenden en vieringen van feestdagen (met meer personen dan het kerngezin); hierbij zijn verdachte en haar kinderen altijd onder begeleiding van een andere volwassene; bij deze bijeenkomsten geldt geen tijdsbeperking; deze gelegenheden dienen 2 weken tevoren gemeld te worden aan [naam instelling 2] en de reclassering.
Onbegeleide contacten tussen verdachte en de kinderen:- De verdachte mag met voornoemde tijdsbeperking van 08.00 uur tot 19.00 uur buitenshuis zonder begeleiding met haar kinderen zijn, teneinde haar kinderen naar sport of andere activiteiten te halen/brengen, of samen met hen deze activiteiten te bezoeken.
12. dat de verdachte meewerkt aan onderzoek, controle en behandeling van [persoon] door [naam]
Het hof geeft opdracht aan de reclassering om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden, en verdachte te begeleiden.
Aldus gegeven op 8 mei 2024 door mr. M.H.D.M. van Leent, voorzitter,
mr. A.B.A.P.M. Ficq en mr. M. Nooijen, raadsheren, in tegenwoordigheid van
M. Özbas, griffier, en ondertekend door de voorzitter en de griffier.