ECLI:NL:GHARL:2024:326
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk gezag en geen omgangsregeling vastgesteld tussen ouders van minderjarige
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 16 januari 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep inzake het gezag over een minderjarige, geboren in 2018 in Zwitserland. De vader, wonende in Zwitserland, en de moeder, wonende in Nederland, zijn verwikkeld in een geschil over het gezamenlijk gezag en de omgangsregeling. Het hof heeft in een eerdere tussenbeschikking de raad voor de kinderbescherming verzocht om onderzoek te doen naar het gezag en de zorg- en omgangsregeling. Uit het raadsrapport blijkt dat er al geruime tijd geen contact is tussen de vader en de minderjarige, wat heeft geleid tot de conclusie dat het gezamenlijk gezag niet langer in het belang van het kind is. Het hof heeft besloten het gezamenlijk gezag te beëindigen en het gezag alleen aan de moeder toe te kennen, in lijn met het advies van de raad.
Daarnaast heeft het hof geen omgangsregeling vastgesteld tussen de vader en de minderjarige. De raad heeft aangegeven dat de hechtingsrelatie tussen de vader en de minderjarige al geruime tijd is onderbroken en dat er belemmeringen zijn voor contactherstel. De vader heeft de minderjarige al twee jaar niet meer fysiek gezien en er zijn zorgen over de emotionele ondersteuning die de moeder kan bieden tijdens contactmomenten. Het hof concludeert dat het in het belang van de minderjarige is om geen omgangsregeling vast te stellen, gezien de kwetsbaarheid van het kind en de huidige situatie tussen de ouders.
Tot slot heeft het hof geen informatieregeling vastgesteld, maar de moeder heeft toegezegd de vader op de hoogte te houden van belangrijke zaken met betrekking tot de minderjarige. De beschikking van de rechtbank Gelderland is vernietigd en het hof heeft de nieuwe beslissing uitvoerbaar bij voorraad verklaard.