Uitspraak
[verdachte] ,
Het hoger beroep
Onderzoek van de zaak
Het vonnis waarvan beroep
De tenlastelegging
hij - als ambulant begeleider/hulpverlener bij [organisatie 1] - op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 mei 2019 tot en met 21 juni 2019 te [Plaats] , [gemeente] , (telkens) met de aan zijn zorg, opleiding en/of waakzaamheid toevertrouwede minderjarige, [slachtoffer] , geboren op [geboortedag slachtoffer] 2003 , die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het eén of meermalen duwen/drukken van zijn, verdachtes, vinger in de vagina van die [slachtoffer] ;
hij in of omstreeks de periode van 01 mei 2019 tot en met 21 juni 2019 te [Plaats] , [gemeente] , een persoon, te weten [slachtoffer] (geboren [geboortedag slachtoffer] 2003 ), van wie hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, met ontuchtig oogmerk ertoe heeft gedwongen getuige te zijn van zijn, verdachtes, seksuele handelingen, immers heeft hij, verdachte, tijdens een whatsappcontact met voornoemde [slachtoffer] die [slachtoffer] een film/video toegezonden waarop zijn, verdachtes, ontbloot onderlichaam zichtbaar is en/of (waarbij) hij, verdachte, zijn penis vastpakt en (vervolgens) zichzelf aftrekt;
hij in of omstreeks de periode van 01 mei 2019 tot en met 21 juni 2019, te [Plaats] , in de [gemeente] , één of meer afbeelding(en) of voorwerp(en), namelijk één of meer foto's van een stijf mannelijk geslachtsdeel, waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, heeft verstrekt, aangeboden en/of vertoond aan een minderjarige, te weten aan [slachtoffer] (geboren [geboortedag slachtoffer] 2003 ), van wie hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, dat deze jonger was dan zestien jaar.
Standpunten ten aanzien van het bewijs
Vrijspraak voor het onder 1 tenlastegelegde
Overweging met betrekking tot het bewijs
- De bekennende verklaring van verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 25 april 2024.
- Het proces-verbaal van bevindingen van 28 augustus 2019 (pagina’s 32 tot en met 44)
- Het proces-verbaal van bevindingen van 16 oktober 2019 (pagina’s 90 en 91)
- Het proces-verbaal van bevindingen van 19 november 2019 (pagina’s 102 tot en met 105).
Bewezenverklaring
hij op 14 mei 2019 te [Plaats] , [gemeente] ,
een persoon, te weten[slachtoffer] (geboren [geboortedag slachtoffer] 2003 ), van wie hij wist
of redelijkerwijs moest vermoedendat deze de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, met ontuchtig oogmerk ertoe heeft gedwongen getuige te zijn van zijn, verdachtes, seksuele handelingen, immers heeft hij, verdachte, tijdens een whats-appcontact met voornoemde [slachtoffer] die [slachtoffer] een film/video toegezonden waarop zijn, verdachtes, ontbloot onderlichaam zichtbaar is en
/of (waarbij)hij, verdachte, zijn penis vastpakt en
(vervolgens
)zichzelf aftrekt;
hij op 14 mei 2019, te [Plaats] ,
in de[gemeente] , één
of meerafbeelding
(en) of voorwerp(en), namelijk één
of meerfoto
'svan een stijf mannelijk geslachtsdeel, waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden de leeftijd van zestien jaar, heeft verstrekt,
aangeboden en/of vertoondaan een minderjarige, te weten aan [slachtoffer] (geboren [geboortedag slachtoffer] 2003 ), van wie hij wist
of redelijkerwijs moest vermoeden,dat deze jonger was dan zestien jaar;
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Strafbaarheid van de verdachte
Oplegging van straf en/of maatregel
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Toepasselijke wettelijke voorschriften
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) maanden.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 1.861,-- (duizend achthonderdeenenzestig euro) bestaande uit € 361,-- (driehonderdeenenzestig euro) materiële schade en € 1.500,-- (duizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.