ECLI:NL:GHARL:2024:3214

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
7 mei 2024
Publicatiedatum
8 mei 2024
Zaaknummer
21-002092-23
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenarrest inzake onderzoekswensen na heropening onderzoek in strafzaak

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 mei 2024 een tussenarrest gewezen in het hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel, dat op 20 april 2023 was uitgesproken. De verdachte, geboren in Syrië in 2004 en momenteel verblijvende in een penitentiaire inrichting, heeft hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank. Tijdens de regiezitting op 23 april 2024 heeft de raadsman van de verdachte, mr. F.T. Sakrak, een verzoek ingediend om getuigen te horen, wat door de advocaat-generaal niet werd betwist. Het hof heeft geoordeeld dat er voldoende noodzaak is om de getuige te horen en heeft het verzoek toegewezen.

Daarnaast heeft de raadsman verzocht om een (half)open verwijzing naar het kabinet van de raadsheer-commissaris voor het horen van de aangeefster, indien het getuigenverhoor van de getuige aanleiding geeft. Het hof heeft dit verzoek eveneens toegewezen, met de opmerking dat de verdediging zich kan wenden tot het kabinet van de raadsheer-commissaris.

Het hof heeft ook ambtshalve besloten dat de Reclassering moet rapporteren over de mogelijkheden voor een eventuele schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte. Het onderzoek is geschorst voor een periode van langer dan een maand, maar niet langer dan drie maanden, om praktische redenen met betrekking tot het zittingsrooster van het hof. De zaak zal worden hervat op een nog nader te bepalen datum, waarbij de verdachte en een tolk in de Arabische taal zullen worden opgeroepen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-002092-23
Uitspraak d.d.: 7 mei 2024
TEGENSPRAAK
Tussenarrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, van 20 april 2023 met parketnummer 08-246997-22 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] ( Syrië ) op [geboortedag] 2004,
thans verblijvende in P.I. [locatie] .

Het hoger beroep

De verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de regiezitting van het hof van 23 april 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Ter terechtzitting van 6 februari 2024 is de zaak tegen verdachte inhoudelijk behandeld.
Na sluiting van het onderzoek heeft het hof op 17 februari 2024 nieuwe stukken ontvangen van mr. F. Tosun en heeft de raadsvrouw het hof verzocht de zaak te heropenen. Voorts heeft zij een onderzoekswens ingediend.
Het hof heeft op 20 februari 2024 bij tussenarrest het onderzoek heropend, omdat de stukken die na sluiting van het onderzoek zijn ontvangen mogelijk een ander licht werpen op hetgeen verdachte wordt verweten.
Op de regiezitting van 23 april 2024 heeft het hof kennisgenomen van hetgeen namens verdachte door zijn raadsman mr. F.T. Sakrak (waarnemend voor mr. F. Tosun) naar voren is gebracht. Het hof heeft ook kennisgenomen van wat er door de advocaat-generaal op deze zitting naar voren is gebracht.

Getuigenverzoek

Op de terechtzitting van 23 april 2024 heeft mr. Sakrak – conform de eerder schriftelijk ingediende onderzoekswens – het hof verzocht te beslissen om [persoon] als getuige te (doen) horen.
De advocaat-generaal heeft geen bezwaar tegen voornoemd verzoek.
Oordeel van het hof
Het hof stelt voorop dat het verzoek aan de hand van het noodzaakscriterium dient te worden beoordeeld. Het hof wijst het verzoek toe, nu de noodzaak tot het horen van voornoemde getuige voldoende is gebleken.

Verzoek (half)open verwijzing kabinet RHC

Mr. Sakrak heeft verzocht om een (half)open verwijzing naar het kabinet van de raadsheer-commissaris in dit hof teneinde het nader horen van aangeefster indien het getuigenverhoor van [persoon] hiertoe aanleiding geeft.
De advocaat-generaal heeft zich ter terechtzitting verzet tegen een (half)open verwijzing naar het kabinet van de raadsheer-commissaris.
Oordeel van het hof
Naar het oordeel van het hof kan de verdediging zich wenden tot het kabinet van de raadsheer-commissaris met het verzoek om aangeefster te horen indien het getuigenverhoor van [persoon] hiertoe aanleiding geeft.

Ambtshalve beslissing

Het hof acht het noodzakelijk dat de Reclassering rapporteert over verdachte omtrent de mogelijkheden voor een (eventuele) schorsing van de voorlopige hechtenis. Het hof geeft derhalve de advocaat-generaal ambtshalve de opdracht hiervoor zorg te dragen.

BESLISSING

Het hof:
Heropent het onderzoek.
Wijst toe de door de verdediging gedane verzoeken zoals hiervoor omschreven.
Stelt de stukken in handen van de raadsheer-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in dit hof teneinde als getuige te horen:
- [persoon] .
Geeft aan de raadsheer-commissaris de opdracht om na genoemd verhoor te beslissen of het noodzakelijk is om aangeefster [slachtoffer] opnieuw te horen.
Draagt de advocaat-generaal op er voor zorg te dragen dat de Reclassering rapporteert over de mogelijkheden voor een (eventuele) schorsing van de voorlopige hechtenis van verdachte.
Schorst het onderzoek langer dan een maand, maar niet langer dan drie maanden, om de klemmende reden dat het zittingsrooster van het hof een eerdere behandeling niet toelaat.
Bepaalt dat het onderzoek zal worden hervat tegen een nog nader te bepalen terechtzitting.
Beveelt de oproeping van de verdachte en een tolk in de Arabische (Syrisch-Libanees) taal tegen het nog nader te bepalen tijdstip waarop het onderzoek ter terechtzitting zal worden hervat, met tijdige kennisgeving daarvan aan de raadsvrouw van verdachte, de benadeelde partij/het slachtoffer en haar advocaat.
Aldus gewezen door
mr. H.M.E. Tebbenhoff Rijnenberg, voorzitter,
mr. D. Visser en mr. J.H. van Dijk, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. H.E. Schoenmakers, griffier,
en op 7 mei 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. J.H. van Dijk is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.