In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 7 mei 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Nederland. De verdachte, geboren in 1949, heeft op 26 juni 2021 de benadeelde partij mishandeld door deze te trappen. De politierechter had de verdachte veroordeeld tot een geldboete van € 750,00, subsidiair 15 dagen hechtenis, en de vordering van de benadeelde partij tot € 500,00 toegewezen. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
Tijdens de zitting op 23 april 2024 heeft het hof de zaak behandeld. De advocaat-generaal heeft verzocht om het vonnis van de rechtbank te vernietigen en de verdachte vrij te spreken. Het hof heeft kennisgenomen van de argumenten van de verdediging, die zich baseerden op een schrijven van neuroloog [naam neuroloog], waarin werd gesteld dat de verdachte zeer waarschijnlijk een licht traumatisch hersenletsel heeft opgelopen, wat heeft geleid tot ongericht agressief gedrag zonder dat hij zich daarvan bewust was.
Het hof heeft geoordeeld dat er sprake was van een tijdelijke ziekelijke stoornis van de geestvermogens, waardoor het bewezenverklaarde feit niet aan de verdachte kan worden toegerekend. De verdachte is daarom ontslagen van alle rechtsvervolging. De vordering van de benadeelde partij is toegewezen, en de verdachte is verplicht om € 500,00 te betalen als schadevergoeding. Het hof heeft de wettelijke rente vanaf 26 juni 2021 vastgesteld.