Uitspraak
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
- onder Coöperatieve Rabobank U.A., statutair gevestigd te Amsterdam, en kantoorhoudende te (3521 CB) Utrecht aan de Croeselaan op alle vorderingen, gelden en/of geldswaarden die Coöperatieve Rabobank U.A. aan [geïntimeerde] verschuldigd is en/of verschuldigd zal worden uit hoofde van een ten tijde van het te leggen beslag reeds bestaande rechtsverhouding;
- op de onroerende zaak (woonhuis) gelegen te [woonplaats1] aan de [adres1] , kadastraal aangeduid met [de gemeente] , welke onroerende zaak volledig eigendom is van [geïntimeerde] ;
- op het (onverdeelde) aandeel van [geïntimeerde] in de vennootschap onder firma Lasbedrijf [geïntimeerde] gevestigd te [woonplaats1] aan de [adres2] met KvK-nummer [nummer1] ;
- op de roerende zaak (klein vaartuig) van het merk Bayliner, type 2455 Sundeck (blauw/wit) (met een motor van het merk Mercruiser) met kenteken [kenteken1] en registratieteken [kenteken2] en voertuigidentificatienummer: [nummer2] , volledig eigendom van [geïntimeerde] .
3.Het oordeel van het hof
€ 42.572,53 bedraagt. Dit bedrag zal conform de beslagsyllabus met 30% worden vermeerderd vanwege rente en kosten, waardoor de vordering van [appellante] wordt begroot op € 55.343,60.