Uitspraak
[appellant],
1.[geïntimeerde1] ,
[geïntimeerden]en ieder afzonderlijk
[geïntimeerde1]en
[geïntimeerde2],
1.Het verloop van de procedure in hoger beroep
2.De kern van de zaak
3.Het oordeel van het hof
- De stacaravan bevindt zich op het erf van de woning van [appellant] en is vanaf de openbare weg alleen bereikbaar via een deels verhard pad dat langs en achter de woning loopt. De stacaravan staat onmiddellijk naast de door [appellant] gebruikte moestuin.
- De stacaravan is voorheen door [appellant] zelf gebruikt en werd daarna door kennissen en vrienden van hem gebruikt.
- [appellant] is [geïntimeerde1] in zijn financiële problemen te hulp geschoten door hem eind 2010 / begin 2011 een groot bedrag te lenen waarmee [geïntimeerde1] een investeringsverplichting kon nakomen. Zij hebben afgesproken dat rente en aflossing pas na verloop van jaren – en niet eerder dan in mei 2015 – aan de orde zou komen.
- [appellant] is [geïntimeerde1] daarna opnieuw te hulp gekomen bij diens huisvesting. [geïntimeerde1] had naar eigen zeggen de bewoning van zijn woning in Spanje moeten beëindigen en zocht dringend woonruimte in Nederland. [appellant] heeft, zo is voldoende aannemelijk geworden, uit vriendschappelijke overwegingen in maart 2011 de stacaravan aan [geïntimeerde1] ter beschikking gesteld. De overeengekomen vergoeding voor gebruik van de stacaravan van € 175,- per maand moet als laag worden aangemerkt.
- Tussen [appellant] en [geïntimeerde1] is vervolgens een goede vriendschap ontstaan, die zich onder meer uitte in dagelijkse gezamenlijke wandelingen en – naar zeggen van [geïntimeerde1]