Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep na verwijzing
- een journaalbericht namens de vrouw van 19 januari 2024 met een begeleidende brief;
- een journaalbericht namens de man van 29 januari 2024 met een begeleidende brief en
- de advocaat van de man en
- de vrouw en haar advocaat.
2.De motivering van de beslissing
wat betreft de kinderalimentatieals eerste in Marokko of als eerste in Nederland aanhangig was. Hierbij geldt dat het tijdstip van aanhangig maken van de buitenlandse procedure moet worden bepaald naar het - door de rechter ambtshalve toe te passen - recht van de desbetreffende staat, dus in dit geval naar Marokkaans recht. In het onderhavige geval zal ook moeten worden onderzocht het betoog van de man dat de Marokkaanse rechter die over de echtscheiding oordeelt, ambtshalve is gehouden te oordelen over kinderalimentatie.
aanhangig gemaakte zaak” restrictief worden uitgelegd. Wat betreft de kinderalimentatie was (dus) geen sprake van een in de zin van artikel 12 Rv reeds bij een vreemde rechter aanhangig gemaakte zaak over het hetzelfde onderwerp. Het gerechtshof 'sHertogenbosch had daarom kunnen en moeten beslissen over de kinderalimentatie.
(…)
- de duurzame ontwrichting tussen de verzoeker en de verweerder vast te stellen;
- de verantwoordelijkheid van de verweerder in de duurzame ontwrichting vast te stellen;
- de bepalingen van de artikelen 94, 95 en 97 van de Mudawwana toe te passen;
- de echtscheiding op grond van duurzame ontwrichting uit te spreken, indien een herstelpoging niet mogelijk blijkt te zijn, met de passende, wettelijke gevolgen die hieruit voortvloeien.”