In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 25 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van de vader om samen met de moeder belast te worden met het gezag over hun minderjarige kind. De rechtbank Overijssel had eerder, op 26 juni 2023, dit verzoek afgewezen. De vader heeft de afgelopen vijf jaar geen contact gehad met de minderjarige, wat heeft geleid tot een gebrek aan inzicht in de belangen van het kind. Bovendien is de vader niet in staat gebleken om in het belang van de minderjarige te handelen, mede door zijn eerdere detenties en de verstoorde relatie met de moeder. De moeder heeft ernstige angst voor de vader, die herhaaldelijk heeft gedreigd het kind te ontvoeren. Het hof heeft geoordeeld dat gezamenlijk gezag niet in het belang van de minderjarige is, omdat dit zou leiden tot een onveilige situatie voor het kind. De vader heeft tijdens de procedure aangegeven niet met de moeder te willen samenwerken, wat de situatie verder compliceert. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bekrachtigd en benadrukt dat de vader in de komende tijd geen contact met de minderjarige zal hebben, wat zijn betrokkenheid in het leven van het kind verder beperkt.