In deze zaak heeft de koper van een dertig jaar oude bus de verkoper aangesproken op grond van non-conformiteit en wanprestatie. De koper, die de bus had aangeschaft om personen te vervoeren, stelde dat de bus gebreken vertoonde die deze ongeschikt maakten voor het beoogde gebruik. De procedure begon met een dagvaarding in hoger beroep, nadat de kantonrechter de vorderingen van de koper had afgewezen. De koper vorderde onder andere betaling van reparatie- en stallingskosten, alsook een verklaring voor recht dat de verkoper tekortgeschoten was in de nakoming van de overeenkomst.
De kantonrechter had geoordeeld dat de koper onvoldoende bewijs had geleverd dat de bus niet voldeed aan de overeenkomst. In hoger beroep heeft het hof de feiten en omstandigheden opnieuw beoordeeld. Het hof concludeerde dat de koper onvoldoende had aangetoond dat de bus op het moment van levering gebreken vertoonde die de geschiktheid voor normaal gebruik in de weg stonden. De koper had de bus gekocht zonder garantie en was zich bewust van de leeftijd en de staat van het voertuig. Het hof bekrachtigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde de koper tot betaling van de proceskosten.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van de koper bij de aankoop van een oud voertuig en de noodzaak om voldoende bewijs te leveren bij claims van non-conformiteit. Het hof oordeelde dat de koper niet kon terugvallen op consumentenbescherming, omdat niet was aangetoond dat de verkoper handelde in de uitoefening van een beroep of bedrijf.