ECLI:NL:GHARL:2024:2839

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
24 april 2024
Publicatiedatum
24 april 2024
Zaaknummer
21-003406-21
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroving en ontvoering in samenwerkingsverband met geweld en wapens

In deze zaak heeft het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 24 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Overijssel. De verdachte, geboren in 1997, was betrokken bij een beroving en ontvoering van een slachtoffer, waarbij geweld en wapens zijn gebruikt. De feiten vonden plaats tussen 11 en 17 april 2020, waarbij de verdachte het slachtoffer had gelokt en vervolgens samen met medeverdachten geweld heeft toegepast. De rechtbank had de verdachte eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden, maar het hof heeft dit vonnis vernietigd en een gevangenisstraf van 4 jaren en 9 maanden opgelegd. Het hof oordeelde dat de verdachte een significante rol had gespeeld in de voorbereiding en uitvoering van de misdrijven, en dat haar betrokkenheid niet alleen beperkt was tot het lokken van het slachtoffer, maar ook het gebruik van geweld omvatte. De verdachte werd vrijgesproken van de poging tot doodslag, omdat niet bewezen kon worden dat zij opzet had op de dood van het slachtoffer. De uitspraak benadrukt de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer, die ernstig gewond raakte en psychisch leed ondervond door de gewelddadige handelingen.

Uitspraak

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 21-003406-21
Uitspraak d.d.: 24 april 2024
TEGENSPRAAK
Arrestvan de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Zwolle,
gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Almelo , van 12 juli 2021 met parketnummer 08-760019-20 in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1997,
wonende te [woonadres] .

Het hoger beroep

De verdachte en de officier van justitie hebben tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.

Onderzoek van de zaak

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van het hof van 6 maart 2024 en 24 april 2024 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422 van het Wetboek van Strafvordering, het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal. Deze vordering is na voorlezing aan het hof overgelegd. Het hof heeft verder kennisgenomen van hetgeen door verdachte en haar raadsman, mr. D.A.W. Dekker, naar voren is gebracht.

Het vonnis waarvan beroep

De rechtbank heeft verdachte ter zake van het medeplegen van – kort gezegd – een gewelddadige diefstal en een wederrechtelijke vrijheidsberoving veroordeeld tot een gevangenisstraf van 42 maanden met aftrek van de in voorarrest doorgebrachte tijd.
Het hof zal het vonnis waarvan beroep vernietigen omdat het tot een andere bewijsbeslissing en strafoplegging komt en daarom opnieuw rechtdoen.

De tenlastelegging

Aan verdachte is -na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting in eerste aanleg- tenlastegelegd dat:
1. primair
zij in of omstreeks de periode van 11 april 2020 tot en met 17 april 2020, te [pleegplaats 1] en/of te [pleegplaats 2] , gemeente [pleeggemeente] en/althans (elders) in Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte en/of haar mededader(s) voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een persoon, genaamd [slachtoffer 4] van het leven te beroven,
met dat opzet meermalen, althans eenmaal, die [slachtoffer 4]
-naar een bepaalde plek heeft/hebben gelokt en/of laten komen en/of
-(onder dwang) mee heeft/hebben genomen in een auto en/of naar een bos en/of een afgelegen plek en/of
-vast heeft/hebben gebonden (aan een boom) en/of
-meermalen, althans eenmaal (met kracht) met een of meer (slag)wapen(s) en/of voorwerp(en) en/of gebalde vuist(en) op/tegen zijn hoofd en/of gezicht en/of het (boven)lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of
-meermalen, althans eenmaal (met kracht) op/tegen het hoofd en/of gezicht en/of (boven)lichaam heeft/hebben getrapt en/of geschopt en/of
-een (vuur)wapen op/tegen het hoofd heeft/hebben gezet en/of getoond en/of daarmee gedreigd en/of
-een gat heeft/hebben laten graven en/of (hem) in een gat heeft/hebben laten staan en/of
-met zijn hoofd/lichaam onder water heeft/hebben gedrukt en/of gehouden en/of
-heeft/hebben gedreigd zijn vingers eraf te knippen en/of gezegd dat hij die dag dood zal gaan, althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
welke vooromschreven poging tot doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten een diefstal met geweld (in vereniging) en/of een afpersing (in vereniging) van geld en/of een telefoon en/of een sleutel en/of kleding en/of persoonlijke spullen van die [slachtoffer 4] (gepleegd tegen die [slachtoffer 4] ) en/of een poging tot afpersing van 12.000,-
althans enig geldbedrag (gepleegd ten die [slachtoffer 4] ),
welke poging tot doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat/die feit(en) voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan andere deelnemer(s) aan dat feit straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;
1. subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 6] en/of een of meer andere personen, in of omstreeks de periode van 11 april 2020 tot en met 17 april 2020, te [pleegplaats 1] en/of te [pleegplaats 2] , gemeente [pleeggemeente] en/althans (elders) in Nederland,
ter uitvoering van het door haar/hem/hen voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk een persoon, genaamd [slachtoffer 4] van het leven te beroven, met dat opzet meermalen, althans eenmaal, die [slachtoffer 4]
-(onder dwang) mee heeft/hebben genomen in een auto en/of naar een bos en/of een afgelegen plek en/of
-vast heeft/hebben gebonden (aan een boom) en/of
-meermalen, althans eenmaal (met kracht) met een of meer (slag)wapen(s) en/of voorwerp(en) en/of gebalde vuist(en) op/tegen zijn hoofd en/of gezicht en/of het (boven)lichaam heeft/hebben geslagen en/of gestompt en/of
-meermalen, althans eenmaal (met kracht) op/tegen het hoofd en/of gezicht en/of (boven)lichaam heeft/hebben getrapt en/of geschopt en/of
-een (vuur)wapen op/tegen het hoofd heeft/hebben gezet en/of getoond en/of daarmee gedreigd en/of
-een gat heeft/hebben laten graven en/of (hem) in een gat heeft/hebben laten staan en/of
-met zijn hoofd/lichaam onder water heeft/hebben gedrukt en/of gehouden en/of
-heeft/hebben gedreigd zijn vingers eraf te knippen en/of gezegd dat hij die dag dood zal gaan, althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
welke vooromschreven poging tot doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit, te weten een diefstal met geweld (in vereniging) en/of een afpersing (in vereniging) van geld en/of een telefoon en/of een sleutel en/of kleding en/of persoonlijke spullen van die [slachtoffer 4] (gepleegd tegen die [slachtoffer 4] ) en/of een poging tot afpersing van 12.000,- althans enig geldbedrag (gepleegd ten die [slachtoffer 4] ),
welke poging tot doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat/die feit(en) voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan andere deelnemer(s) aan dat feit straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregen te verzekeren,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 april 2020 tot en met 17 april 2020, te [pleegplaats 1] en/of te [pleegplaats 3] en/of te [pleegplaats 2] , gemeente [pleeggemeente] en/althans (elders) in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door
- met die [slachtoffer 4] contact te leggen en te houden en/of af te spreken (in een hotel in [pleegplaats 3] ) en/of een (schijn)relatie aan te gaan met die [slachtoffer 4] en/of met die [slachtoffer 4] af te spreken in [pleegplaats 2] en/of die [slachtoffer 4] daar naar toe te lokken en/of te laten komen en/of met die [slachtoffer 4] naar een bepaalde (vooraf afgesproken) plek te rijden en/of (ondertussen) daarover afspraken te maken en/of contact te onderhouden met voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 6] en/of hem/hen op de hoogte te brengen en/of te houden van/over haar ontmoeting(en) en contacten met die [slachtoffer 4] en/of waar en wanneer verdachte die [slachtoffer 4] zou treffen en/of die locatie(s) met hem/hen te bespreken en/of te delen en/of aan hem/hen door te geven en/of met die [slachtoffer 4] en/of die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 6] mee te rijden;
1. meer subsidiair
zij in of omstreeks de periode van 11 april 2020 tot en met 17 april 2020, te [pleegplaats 1] en/of te [pleegplaats 2] , gemeente [pleeggemeente] en/althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
-een geldbedrag en/of
-een telefoon en/of
-een sleutel en/of
-kleding en/of persoonlijke spullen,
in elk geval enig goed/geldbedrag, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 4] ,
heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
door die [slachtoffer 4]
-naar een bepaalde plek te lokken en/of te laten komen en/of
-(onder dwang) mee te nemen in een auto en/of naar een bos en/of een afgelegen plek en/of -vast te binden (aan een boom) en/of
-meermalen, althans eenmaal (met kracht) met een of meer (slag)wapen(s) en/of voorwerp(en) en/of gebalde vuist(en) op/tegen zijn hoofd en/of gezicht en/of het (boven)lichaam te slaan en/of te stompen en/of
-meermalen, althans eenmaal (met kracht) op/tegen het hoofd en/of gezicht en/of (boven)lichaam te trappen en/of te schoppen en/of
-een (vuur)wapen op/tegen het hoofd te zetten en/of te tonen en/of daarmee te dreigen en/of -een gat te laten graven en/of (hem) in een gat te laten staan en/of
-met zijn hoofd/lichaam onder water te drukken en/of gedrukt te houden en/of
-te (be)dreigen zijn vingers eraf te knippen en/of dat hij die dag dood zal gaan, althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking;
en/of
zij in of omstreeks de periode van 11 april 2020 tot en met 17 april 2020, te [pleegplaats 1] en/of te [pleegplaats 2] , gemeente [pleeggemeente] en/althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot de afgifte van:
-een geldbedrag en/of
-een telefoon en/of
-een sleutel en/of
-kleding en/of persoonlijke spullen,
in elk geval enig goed/geldbedrag, dat geheel of ten dele aan die [slachtoffer 4] toebehoorde, door die [slachtoffer 4]
-naar een bepaalde plek te lokken en/of te laten komen en/of
-(onder dwang) mee te nemen in een auto en/of naar een bos en/of een afgelegen plek en/of -vast te binden (aan een boom) en/of
-meermalen, althans eenmaal (met kracht) met een of meer (slag)wapen(s) en/of voorwerp(en) en/of gebalde vuist(en) op/tegen zijn hoofd en/of gezicht en/of het (boven)lichaam te slaan en/of te stompen en/of
-meermalen, althans eenmaal (met kracht) op/tegen het hoofd en/of gezicht en/of (boven)lichaam te trappen en/of te schoppen en/of
-een (vuur)wapen op/tegen het hoofd te zetten en/of te tonen en/of daarmee te dreigen en/of -een gat te laten graven en/of (hem) in een gat te laten staan en/of
-met zijn hoofd/lichaam onder water te drukken en/of gedrukt te houden en/of
-te (be)dreigen zijn vingers eraf te knippen en/of dat hij die dag dood zal gaan, althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking;
1. meest subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 6] en/of een of meer andere personen,
in of omstreeks de periode van 11 april 2020 tot en met 17 april 2020,
te [pleegplaats 1] en/of te [pleegplaats 2] , gemeente [pleeggemeente] en/althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
-een geldbedrag en/of
-een telefoon en/of
-een sleutel en/of
-kleding en/of persoonlijke spullen,
in elk geval enig goed/geldbedrag, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [slachtoffer 4] ,
heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
door die [slachtoffer 4]
-(onder dwang) mee te nemen in een auto en/of naar een bos en/of een afgelegen plek en/of -vast te binden (aan een boom) en/of
-meermalen, althans eenmaal (met kracht) met een of meer (slag)wapen(s) en/of voorwerp(en) en/of gebalde vuist(en) op/tegen zijn hoofd en/of gezicht en/of het (boven)lichaam te slaan en/of te stompen en/of
-meermalen, althans eenmaal (met kracht) op/tegen het hoofd en/ofgezicht en/of (boven)lichaam te trappen en/of te schoppen en/of
-een (vuur)wapen op/tegen het hoofd te zetten en/of te tonen en/of daarmee te dreigen en/of -een gat te laten graven en/of (hem) in een gat te laten staan en/of
-met zijn hoofd/lichaam onder water te drukken en/of gedrukt te houden en/of
-te (be)dreigen zijn vingers eraf te knippen en/of dat hij die dag dood zal gaan, althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 april 2020 tot en met 17 april 2020, te [pleegplaats 1] en/of te [pleegplaats 3] en/of te [pleegplaats 2] , gemeente [pleeggemeente] en/althans (elders) in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door
-met die [slachtoffer 4] contact te leggen en te houden en/of af te spreken (in een hotel in [pleegplaats 3] ) en/of een (schijn)relatie aan te gaan met die [slachtoffer 4] en/of met die [slachtoffer 4] af te spreken in [pleegplaats 2] en/of die [slachtoffer 4] daar naar toe te lokken en/of te laten komen en/of met die [slachtoffer 4] naar een bepaalde (vooraf afgesproken) plek te rijden en/of (ondertussen) daarover afspraken te maken en/of contact te onderhouden met voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 6] en/of hem/hen op de hoogte te brengen en/of te houden van/over haar ontmoeting(en) en contacten met die [slachtoffer 4] en/of waar en wanneer verdachte die [slachtoffer 4] zou treffen en/of die locatie(s) met hem/hen te bespreken en/of te delen en/of aan hem/hen door te geven en/of met die [slachtoffer 4] en/of die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 6] mee te rijden;
en/of
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 6] en/of een of meer andere personen,
in of omstreeks de periode van 11 april 2020 tot en met 17 april 2020,
te [pleegplaats 1] en/of te [pleegplaats 2] , gemeente [pleeggemeente] en/althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 4] heeft gedwongen tot de afgifte van:
-een geldbedrag en/of
-een telefoon en/of
-een sleutel en/of
-kleding en/of persoonlijke spullen, in elk geval enig goed/geldbedrag, dat geheel of ten dele aan die [slachtoffer 4] toebehoorde, door die [slachtoffer 4]
-(onder dwang) mee te nemen in een auto en/of naar een bos en/of een afgelegen plek en/of -vast te binden (aan een boom) en/of
-meermalen, althans eenmaal (met kracht) met een of meer (slag)wapen(s) en/of voorwerp(en) en/of gebalde vuist(en) op/tegen zijn hoofd en/of gezicht en/of het (boven)lichaam te slaan en/of te stompen en/of
-meermalen, althans eenmaal (met kracht) op/tegen het hoofd en/of gezicht en/of (boven)lichaam te trappen en/of te schoppen en/of
-een (vuur)wapen op/tegen het hoofd te zetten en/of te tonen en/of daarmee te dreigen en/of -een gat te laten graven en/of (hem) in een gat te laten staan en/of
-met zijn hoofd/lichaam onder water te drukken en/of gedrukt te houden en/of
-te (be)dreigen zijn vingers eraf te knippen en/of dat hij die dag dood zal gaan, althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 april 2020 tot en met 17 april 2020, te [pleegplaats 1] en/of te [pleegplaats 3] en/of te [pleegplaats 2] , gemeente [pleeggemeente] en/althans (elders) in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door
-met die [slachtoffer 4] contact te leggen en te houden en/of af te spreken (in een hotel in [pleegplaats 3] ) en/of een (schijn)relatie aan te gaan met die [slachtoffer 4] en/of met die [slachtoffer 4] af te spreken in [pleegplaats 2] en/of die [slachtoffer 4] daar naar toe te lokken en/of te laten komen en/of met die [slachtoffer 4] naar een bepaalde (vooraf afgesproken) plek te rijden en/of (ondertussen) daarover afspraken te maken en/of contact te onderhouden met voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 6] en/of hem/hen op de hoogte te brengen en/of te houden van/over haar ontmoeting(en) en contacten met die [slachtoffer 4] en/of waar en wanneer verdachte die [slachtoffer 4] zou treffen en/of die locatie(s) met hem/hen te bespreken en/of te delen en/of aan hem/hen door te geven en/of met die [slachtoffer 4] en/of die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 6] mee te rijden;
2. primair
zij in of omstreeks de periode van 11 april 2020 tot en met 17 april 2020, te [pleegplaats 1] en/of te [pleegplaats 2] , gemeente [pleeggemeente] en/althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een persoon, genaamd [slachtoffer 4] , wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft/hebben verdachte en/of haar mededader(s)
-die [slachtoffer 4] naar een bepaalde plek gelokt en/of laten komen en/of
-die [slachtoffer 4] in een auto gedrukt, geduwd en/of gezet en/of (onder dwang) mee genomen in een auto en/of naar een bos en/of een afgelegen plek en/of
-die [slachtoffer 4] (in een auto) vastgehouden met een riem en/of
-die [slachtoffer 4] vast gebonden (aan een boom) en/of
-die [slachtoffer 4] gedurende enige tijd vastgehouden in een auto en/of op een (voor hem) onbekende plek en/of daarbij geweld tegen die [slachtoffer 4] gebruikt en/of hem bedreigd en/of
-met gebruikmaking van hun psychisch en getalsmatig overwicht voor die [slachtoffer 4] een dusdanige situatie gecreëerd dat hij belet werd zijn eigen bewegingsvrijheid te bepalen en zich te onttrekken aan de gewelddadige en/of intimiderende en/of bedreigende invloedssfeer van verdachte en zijn mededaders en aldus die [slachtoffer 4] belet en belemmerd te gaan waarheen hij zich wilde begeven en/of voor die [slachtoffer 4] (voortdurend) een bedreigende situatie doen ontstaan waaraan hij zich niet kon onttrekken;
2. subsidiair
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 6] en/of een of meer andere personen,
in of omstreeks de periode van 11 april 2020 tot en met 17 april 2020,
te [pleegplaats 1] en/of te [pleegplaats 2] , gemeente [pleeggemeente] en/althans (elders) in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk een persoon, genaamd [slachtoffer 4] , wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, immers heeft/hebben [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 6] en/of een of meer andere personen,
-die [slachtoffer 4] in een auto gedrukt, geduwd en/of gezet en/of (onder dwang) mee genomen in een auto en/of naar een bos en/of een afgelegen plek en/of
-die [slachtoffer 4] (in een auto) vastgehouden met een riem en/of -die [slachtoffer 4] vast gebonden (aan een boom) en/of
-die [slachtoffer 4] gedurende enige tijd vastgehouden in een auto en/of op een (voor hem) onbekende plek en/of daarbij geweld tegen die [slachtoffer 4] gebruikt en/of hem bedreigd en/of
-met gebruikmaking van hun psychisch en getalsmatig overwicht voor die [slachtoffer 4] een dusdanige situatie gecreëerd dat hij belet werd zijn eigen bewegingsvrijheid te bepalen en zich te onttrekken aan de gewelddadige en/of intimiderende en/of bedreigende invloedssfeer van verdachte en zijn mededaders en aldus die [slachtoffer 4] belet en belemmerd te gaan waarheen hij zich wilde begeven en/of voor die [slachtoffer 4] (voortdurend) een bedreigende situatie doen ontstaan waaraan hij zich niet kon onttrekken,
tot en/of bij het plegen van welk misdrijf verdachte in of omstreeks de periode van 1 april 2020 tot en met 17 april 2020, te [pleegplaats 1] en/of te [pleegplaats 3] en/of te [pleegplaats 2] , gemeente [pleeggemeente] en/althans (elders) in Nederland, opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft en/of opzettelijk behulpzaam is geweest, door
- met die [slachtoffer 4] contact te leggen en te houden en/of af te spreken (in een hotel in [pleegplaats 3] ) en/of een (schijn)relatie aan te gaan met die [slachtoffer 4] en/of met die [slachtoffer 4] af te spreken in [pleegplaats 2] en/of die [slachtoffer 4] daar naar toe te lokken en/of te laten komen en/of met die [slachtoffer 4] naar een bepaalde (vooraf afgesproken) plek te rijden en/of (ondertussen) daarover afspraken te maken en/of contact te onderhouden met voornoemde [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 6] en/of hem/hen op de hoogte te brengen en/of te houden van/over haar ontmoeting(en) en contacten met die [slachtoffer 4] en/of waar en wanneer verdachte die [slachtoffer 4] zou treffen en/of die locatie(s) met hem/hen te bespreken en/of te delen en/of aan hem/hen door te geven en/of met die [slachtoffer 4] en/of die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 7] en/of [medeverdachte 4] en/of [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 6] mee te rijden.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Vrijspraak ten aanzien van het onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde

Het hof is met de advocaat-generaal en de raadsman van oordeel dat niet bewezen kan worden dat verdachte of haar medeverdachten het opzet op de dood van [slachtoffer 4] hadden. Het hof spreekt verdachte daarom vrij van de onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde feiten.
Overweging met betrekking tot het bewijs van het onder 1 meer subsidiair en onder 2 tenlastegelegde.
Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot een bewezenverklaring van de onder 1 meer subsidiair en 2 primair tenlastegelegde feiten: het medeplegen van diefstal met geweld en het medeplegen van wederrechtelijke vrijheidsberoving.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit om verdachte vrij te spreken van het onder feit 1 en feit 2 primair tenlastegelegde en daartoe, onder meer aangevoerd – kort samengevat en zakelijk weergegeven – :
Verdachte heeft haar verklaring gewijzigd en erkent inmiddels dat zij op verzoek van [medeverdachte 7] het adres van [slachtoffer 4] heeft achterhaald, dat zij een afspraak voor een date met [slachtoffer 4] heeft gemaakt en ook dat zij haar live-locatie aan [medeverdachte 1] heeft gegeven nadat zij [slachtoffer 4] had afgezet bij [naam discotheek] in [pleegplaats 2] . Zij was daarbij echter in de veronderstelling dat [medeverdachte 7] en [medeverdachte 1] slechts met hem wilden praten en was zich er niet van bewust dat die nacht strafbare feiten met betrekking tot [slachtoffer 4] gepleegd zouden worden. Zij heeft zich, gelet op haar persoonlijkheid en achtergrond, te makkelijk laten gebruiken door de personen die hierbij betrokken zijn geweest. Zij heeft geen opzet gehad op de diefstal met geweld of het medeplegen van een wederrechtelijke vrijheidsberoving en gelet op haar persoonlijkheid kan evenmin worden gezegd dat zij had moeten weten dat strafbare handelingen zouden plaatsvinden nadat zij [slachtoffer 4] bij [naam discotheek] in [pleegplaats 2] had afgezet.
Verdachte is na het afzetten van [slachtoffer 4] bij [naam discotheek] in [pleegplaats 2] ook niet meer in zijn nabijheid geweest en heeft dus ook geen geweld toegepast. [slachtoffer 4] heeft valse verklaringen afgelegd en onjuist verklaard over de aanwezigheid van verdachte in het bos. Zijn verklaringen lijken te zijn ingegeven door wraakgevoelens en verschillen bovendien op essentiële onderdelen, waardoor zijn verklaringen niet voor het bewijs kunnen worden gebezigd. Hetgeen overigens door de raadsman ter nadere onderbouwing van zijn standpunt is aangevoerd, is vermeld in de overgelegde pleitaantekeningen, die aan het proces-verbaal zijn gehecht en waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast wordt beschouwd.

Oordeel van het hof

Betrouwbaarheid van de in het onderzoek afgelegde verklaringen
Het hof stelt voorop dat door verschillende getuigen en medeverdachten belastende verklaringen zijn afgelegd, die mogelijk, vanwege hun eigen belang en rol binnen het criminele circuit, motieven zouden kunnen hebben om een ander onterecht te belasten. Daarom wordt door het hof met de nodige behoedzaamheid omgegaan met deze verklaringen en zal het hof alleen (delen van) die verklaringen voor het bewijs bezigen indien en voor zover deze op essentiële punten steun vinden in andere bewijsmiddelen.
Dezelfde behoedzaamheid neemt het hof in acht bij de beoordeling en waardering van de verklaringen van [slachtoffer 4] . Het hof stelt in navolging van de verdediging vast dat [slachtoffer 4] op een aantal punten is teruggekomen op zijn eerdere verklaringen zoals afgelegd bij de politie. Om die reden en ook omdat er aanwijzingen zijn dat [slachtoffer 4] betrokken was bij een conflict gelegen in het criminele circuit, gaat het hof behoedzaam om met zijn verklaringen. De enkele omstandigheid dat [slachtoffer 4] ten aanzien van bepaalde onderdelen van zijn verklaring bij de politie heeft verklaard dat die niet kloppen, betekent echter niet dat zijn verklaringen volledig ongeloofwaardig zouden zijn en daarmee onbruikbaar voor het bewijs zoals de verdediging heeft gesteld. Zijn verklaringen komen namelijk grotendeels overeen en zijn in overwegende mate als consistent aan te merken. Zijn verklaringen vinden op essentiële punten steun in andere bewijsmiddelen, zoals tapgesprekken, baken- en mastgegevens en de verklaringen van anderen. Het hof gebruikt daarom zijn verklaringen uitsluitend voor zover deze op van belang zijnde onderdelen steun vinden in de andere bewijsmiddelen.
Vaststelling van de feiten en omstandigheden door het hof
Op grond van de bewijsmiddelen zoals opgenomen in de bijlage bij dit arrest en waarop de hierna weer te geven bewezenverklaringen steunen, stelt het hof de volgende feiten en omstandigheden vast.
Wat zich heeft afgespeeld voorafgaand aan de avond van 16 april 2020
De inhoud van de bewijsmiddelen die hieronder worden besproken, is in samengevatte vorm en zakelijk weergegeven.
Voordat verdachte op 16 april 2020 met [slachtoffer 4] afspreekt in [pleegplaats 2] , zijn er op verschillende momenten al contacten geweest tussen de medeverdachten onderling en tussen verdachte en [slachtoffer 4] .
Medeverdachte [medeverdachte 7] en verdachte hebben op 29 maart 2020 al contact met elkaar over dat ‘er mensen lastig aan het doen zijn en dat [medeverdachte 7] dan even langs gaat en dat ze dan niet meer de hoogste toon zingen’. Op 31 maart 2020 spreken ze over iemand afpersen en ‘dat ene ding doen bij het hotel’. Een aantal dagen later, op 11 april 2020 zoekt verdachte voor het eerst via Whatsapp contact met [slachtoffer 4] . Vervolgens sturen ze verspreid over meerdere dagen veel berichten naar elkaar. Een gedeelte van deze chats werd aangetroffen op de telefoon van medeverdachte [medeverdachte 1] en een ander gedeelte op de telefoon van [medeverdachte 7] . [medeverdachte 7] blijft contact houden met verdachte over [slachtoffer 4] en op 14 april 2020 gebiedt hij verdachte rustig te zijn als zij al met [slachtoffer 4] wil afspreken en hij geeft aan dat hij op dat moment nog met andere dingen bezig is.
Op 15 april 2020 spreken verdachte en [slachtoffer 4] af in een hotel in [pleegplaats 3] . Daar wordt zij afgezet door [medeverdachte 7] en medeverdachte [medeverdachte 6] , die zich tegenover [slachtoffer 4] voordoen als respectievelijk haar stiefvader en oom.
[medeverdachte 1] heeft op 16 april 2020 contact met [medeverdachte 7] over de betalingsafspraken met verdachte voor het regelen van een adres van [slachtoffer 4] . [medeverdachte 7] zegt tegen [medeverdachte 1] dat [medeverdachte 6] aanwezig is geweest toen hij met verdachte een afspraak heeft gemaakt over de vergoeding die zij zou krijgen voor het contact maken met [slachtoffer 4] . Ook instrueert [medeverdachte 1] die dag [getuige] om ‘vandaag in het bos te zijn, want [slachtoffer 4] .’ [getuige] moet de eerste klap geven en hij mag verder wel kijken hoe [medeverdachte 1] het doet. Aan het begin van de avond van 16 april 2020 belt [medeverdachte 1] met [getuige] en zegt hij toe te zullen bellen, zodra ‘hij’ in zijn kofferbak ligt en dat hij iemand al die kant op heeft gestuurd. Ze gaan [slachtoffer 4] naaien en zijn aan het uitzoeken hoe ze het gaan doen.
Afspraak bij [naam discotheek] in [pleegplaats 2] en de ontvoering
Later op die avond van 16 april 2020 spreekt verdachte rond 22.30 uur weer af met [slachtoffer 4] , ditmaal in [pleegplaats 2] op de parkeerplaats voor de discotheek [naam discotheek] . [slachtoffer 4] stapt bij haar in de auto (een Seat) en verdachte brengt de auto kort daarna tot stilstand, omdat van [slachtoffer 4] naar een kapot achterlicht van de Seat wil kijken. Op dat moment komt er een andere auto (een Mercedes) aanrijden, waar [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 4] uitstappen. [slachtoffer 4] wordt meegenomen en direct door [medeverdachte 2] met een boksbeugel geslagen en krijgt van iedereen klappen.
De Mercedes en de Seat rijden vervolgens met [slachtoffer 4] naar de achterkant van het [locatie 2] te [plaats 1] , aan het kanaal. [slachtoffer 4] zit daar bebloed in de auto naast [medeverdachte 1] en [medeverdachte 1] belt met de telefoon van verdachte en stuurt zijn locatie naar [medeverdachte 7] en er wordt hem uitgelegd waar [medeverdachte 7] heen moet komen. Verdachte is op dat moment samen met [medeverdachte 2] , [medeverdachte 4] en [medeverdachte 1] bij [slachtoffer 4] .
[medeverdachte 7] rijdt vervolgens in zijn Mitsubishi Carisma samen met [medeverdachte 6] vanuit [plaats 2] naar het [locatie 2] en ze komen om ongeveer 23:15 uur aan bij Het [locatie 2] . [slachtoffer 4] heeft verklaard dat hij hier door [medeverdachte 7] is vastgehouden, terwijl alle anderen op hem insloegen. Vanaf deze locatie nemen ze [slachtoffer 4] vervolgens mee naar het industrieterrein, bij [locatie 3] . Om 23:45 uur belt [medeverdachte 7] met een telefoonnummer op naam van [medeverdachte 3] en hij geeft de instructie om naar een industrieterrein, bij [locatie 3] te rijden. Er wordt besproken om daar van auto en kleding te switchen.
Bij [locatie 3] ziet [medeverdachte 6] , zo verklaart hij, dat iemand [slachtoffer 4] – die op dat moment in de Mercedes zit – een gordel om de nek doet en hem daarmee zo ongeveer wurgt zodat [slachtoffer 4] blijft zitten. [slachtoffer 4] wordt vervolgens in de inmiddels gearriveerde auto van [medeverdachte 7] achterin neergezet tussen [medeverdachte 6] en [medeverdachte 2] in en men rijdt vervolgens met [slachtoffer 4] naar de [adres 1] in [plaats 3] . Daar is [slachtoffer 4] wederom mishandeld en ook onder water gehouden in de waterplas bij het bosperceel ter plaatse.
[slachtoffer 4] is vervolgens afgezet bij een brug, waar [getuige] hem heeft opgehaald. [slachtoffer 4] zat volgens [getuige] helemaal onder het zand en was nat. Hij had een dikke neus en lippen, een ‘glup’ (het hof begrijpt: een snee) boven zijn wenkbrauw en bovenop zijn hoofd, last van zijn ribben en oog en gescheurde kleding. Ook bloedde hij veel en bij [slachtoffer 4] waren zijn jas, zijn telefoon, geld, sleutel, pet, tas en de ID-kaart op naam van [slachtoffer 4] weggenomen. Daarbij is tegen hem gezegd dat ze willen dat hij hen € 12.000,- betaalt. Daarnaast is hij bedreigd met een pistool als hij zou vluchten en is er gezegd dat zijn vingers eraf zouden worden geknipt.
De politie ontving op 17 april 2020 rond 05:39 uur een melding dat er bij het [ziekenhuis] in [pleegplaats 1] een vervelend persoon zou zijn. De verbalisanten treffen daar [slachtoffer 4] aan die een bebloed hoofd, een gescheurde trui en een broek met bloedvlekken heeft. Door een arts wordt vastgesteld dat [slachtoffer 4] meerdere verwondingen in zijn gezicht, een gebroken neus en een kneuzing van de borstkas heeft. Daarnaast is er vermoeden van niet uitwendig waarneembaar letsel. Later verklaarde [slachtoffer 4] nog steeds last te hebben van zijn oog dat volgens hem voor 30% is beschadigd.
Forensische onderzoeken
Het bovenstaande vindt op van belang zijnde punten bevestiging in de forensische onderzoeken die hebben plaatsgevonden. Bij het bosperceel met een waterplas aan de [adres 1] in [plaats 3] zijn in de bosjes papieren zakdoekjes aangetroffen met rode verkleuringen. Deze zijn op DNA bemonsterd en komen overeen met het DNA-profiel van [slachtoffer 4] . De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig persoon overeenkomt met de DNA-profielen van de zakdoeken is kleiner dan één op één miljard.
Ook zijn er in de Mercedes van [medeverdachte 1] op de hemel aan de binnenzijde van het voertuig, de rugleuning van de bijrijdersstoel en het deurpaneel van het bijrijdersportier bloedsporen bemonsterd, waarbij is vastgesteld dat het celmateriaal in alle drie de gevallen afkomstig kan zijn van [slachtoffer 4] . De kans dat het profiel matcht met het DNA-profiel van een willekeurig persoon, is in de drie gevallen kleiner dan één op één miljard.
In de Mitsubishi van [medeverdachte 7] zijn bloedsporen op de hoofdsteun van de bijrijdersstoel en een boksbeugel aangetroffen en bemonsterd. Het celmateriaal in het bloedspoor van de bijrijdersstoel kan afkomstig zijn van [slachtoffer 4] . De kans dat het profiel matcht met het DNA-profiel van een willekeurig persoon, is kleiner dan één op één miljard.
Uit het forensisch onderzoek is voorts gebleken dat het bloedspoor op de impactzijde van de in de Mitsubishi van [medeverdachte 7] (in de middenconsole) aangetroffen boksbeugel, een relatief grote hoeveelheid DNA bevat dat afkomstig kan zijn van [slachtoffer 4] en een onbekende man. Dat de DNA bemonstering van de boksbeugel DNA bevat van [slachtoffer 4] en drie willekeurige onbekende personen, is 1 miljard keer waarschijnlijker dan wanneer het DNA bevat van vier willekeurige onbekende personen.
Betrokkenheid van verdachte
Door en namens de verdachte is betoogd dat zij niet meer heeft gedaan dan [slachtoffer 4] in contact te brengen met de groep [medeverdachte 1] / [medeverdachte 7] en met hem af te spreken bij de [naam discotheek] te [pleegplaats 2] zodat [medeverdachte 1] hem daar konden treffen. Verdachte wist niet en kon dat redelijkerwijs ook niet weten, dat het de bedoeling was van [medeverdachte 1] om [slachtoffer 4] vanaf die plek te ontvoeren en hem – zo nodig met geweld – te dwingen geld aan hen te betalen. Het hof is van oordeel dat de door de verdediging geschetste gang van zaken niet aannemelijk is geworden en feitelijk weerlegd wordt door de bewijsmiddelen die in de hierna aan het arrest gehechte aanvulling zijn opgenomen. Uit die bewijsmiddelen volgt immers dat verdachte, al voordat zij contact had met [slachtoffer 4] , met [medeverdachte 7] sprak over mensen ‘die lastig aan het doen zijn, klappen en langsgaan bij mensen’. Uit de bewijsmiddelen blijkt verder dat zij als ‘lokvogel’ nauw en direct betrokken is geweest bij de voorbereiding van het plan. Die samenwerking ging zo ver dat zij zelfs op een aantal momenten erop heeft aangedrongen bij haar medeverdachten om het plan om met [slachtoffer 4] af te spreken al voor 16 april 2020 ten uitvoer te leggen. Daarnaast blijkt uit bewijsmiddelen (tapgesprekken) dat er van tevoren ook afspraken met haar zijn gemaakt over een financiële vergoeding voor haar activiteiten in dit kader. Verdachte heeft daarover zelf bij [medeverdachte 1] navraag gedaan. Uit de in de aanvulling bewijsmiddelen vermelde tapgesprekken 1 en 4 van bewijsmiddel 9 blijkt dat verdachte [medeverdachte 1] ook op de hoogte hield over haar live-locatie toen zij met [slachtoffer 4] afsprak. Dat verdachte geen idee zou hebben gehad wat de bedoeling was van de afspraak die zij op verzoek van [medeverdachte 1] met [slachtoffer 4] moest maken, verwijst het hof op grond van het vorenstaande naar het rijk der fabelen.
Uit de bewijsmiddelen volgt tevens dat verdachte wist dat [medeverdachte 1] . [slachtoffer 4] geld en/of goederen afhandig wilde maken. Zij zegt namelijk al ongeveer twee weken voor 16 april 2020 tegen [medeverdachte 7] : ‘nou die moeten we afpersen dan ja’. Naderhand vraagt ze nog aan [medeverdachte 7] : ‘ [slachtoffer 4] is nu opgelost dus?’, waaruit het hof eveneens afleidt dat zij op de hoogte was van de kwestie die [medeverdachte 1] . met [slachtoffer 4] had en dat de beroving en ontvoering deel uitmaakten van de ‘oplossing’ van dat conflict. Ook blijkt in het tapgesprek van 16 april 2020 18.29.08 uur tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 7] over het geld dat verdachte zou krijgen dat [medeverdachte 7] aangeeft dat ‘de afspraak was dat als ze hem te pakken hadden dan het geld verdeeld zou worden en dat als wij die [slachtoffer 4] wat, dan wordt de buit verdeeld. Klaar.’
De verdachte heeft ter terechtzitting in eerste aanleg verklaard dat het klopt dat zij heeft gevraagd of “we hem moeten afpersen”. Ze verklaart daarover verder dat ze onwetend en naïef was en niet eens wist wat afpersen betekende.
Het hof gelooft niets van deze verklaring van verdachte. Het woord afpersen wordt door verdachte in het betreffende gesprek niet alleen gebruikt op een manier die past bij de betekenis van het woord maar sluit ook naadloos aan bij de inhoud van de overige contacten die zij met [medeverdachte 1] . heeft gehad over [slachtoffer 4] .
Voor haar actieve betrokkenheid bij en aanwezigheid tijdens de ontvoering en diefstal met (bedreiging met) geweld jegens [slachtoffer 4] is verder van belang dat uit de verklaringen van [slachtoffer 4] , het tapgesprek met [medeverdachte 7] om 22:59 uur (sessienummer [code 1] ), de herkenning van de vrouwelijke stem tijdens genoemd gesprek door twee verbalisanten als de stem van de verdachte – waarbij dient te worden opgemerkt dat verdachte ook zelf ter terechtzitting alsnog heeft verklaard dat zij haar stem herkende – en de aanwezigheid van dezelfde vrouwelijke stem in het tapgesprek van 16 april 2020 om 23:45 (Gesprek 10 sessienummer [code 2] ) blijkt onmiskenbaar dat verdachte na het wegrijden met [slachtoffer 4] in de auto bij de [naam discotheek] , ook nog aanwezig was en is meegegaan naar de plaatsen waar [medeverdachte 1] . met [slachtoffer 4] is geweest. Zij gaf [medeverdachte 7] – die er in eerste instantie nog niet bij was – zelfs instructies om naar het [locatie 2] te komen en is ook aanwezig bij [medeverdachte 7] en de medeverdachten op het moment dat hij [medeverdachte 4] belt en hem naar [locatie 3] laat komen. Er is ook dan immers een vrouwenstem te horen en verdachte is zonder enige twijfel de enige vrouw in het gezelschap geweest.
[slachtoffer 4] heeft met betrekking tot het tegen hem gepleegde geweld, onder meer, verklaard dat iedereen hem heeft geslagen. [medeverdachte 7] heeft hem vastgehouden bij de armen waarop iedereen hem sloeg, aldus [slachtoffer 4] . Bij de rechter -commissaris heeft hij verklaard dat [verdachte] in het bos was, dat zij zijn riem heeft afgepakt en hem heeft geslagen terwijl [medeverdachte 2] hem vasthield. Door de verdediging is aangevoerd dat de verklaring van [slachtoffer 4] onbetrouwbaar is en buiten beschouwing zou moeten blijven.
Het hof beschouwt de door de verdediging genoemde verklaring in een telefoongesprek tegenover [betrokkende] niet als een ontlastende verklaring. Bij het horen van [slachtoffer 4] bij de rechter-commissaris is hem het betreffende gesprek voorgehouden waarop hij aan heeft gegeven: Ik zeg hier maar wat. Het is hetzelfde wanneer men je vraagt met hoeveel personen je naar de bioscoop bent geweest en je zegt: met 5 man. Je zegt niet met 2 mannen en 3 vrouwen. Daarmee komt hij naar het oordeel van het hof ten aanzien van het slaan door verdachte niet terug op zijn eerdere verklaring. Ook de daarin door hem gedane uitspraken sluiten niet uit dat verdachte hem ook heeft geslagen, terwijl [medeverdachte 7] hem vasthield en vormen daarvan geen ontkenning.
Juridische kwalificatie van het handelen van verdachte
Op grond van het bovenstaande en de aan dit arrest gehechte aanvulling van de bewijsmiddelen, een en ander in onderling(e) verband en samenhang bezien, acht het hof bewezen dat verdachte zowel betrokken is geweest bij de voorbereiding als bij de uitvoering van hetgeen [slachtoffer 4] op 16 april 2020 is aangedaan. Het hof vindt in navolging van de advocaat-generaal dat zij met haar rol als ‘lokvogel’ een significante en wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan de totstandkoming van de wederrechtelijke vrijheidsberoving en geweldpleging jegens [slachtoffer 4] . Het is bijna ondenkbaar dat het slachtoffer zonder deze prominente rol van verdachte ook in aanraking zou zijn gekomen met de medeverdachten. Zij heeft actief bijgedragen aan de planvorming en met haar was afgesproken dat zij hiervoor een geldelijke beloning zou krijgen
Het hof acht daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte in vereniging met anderen [slachtoffer 4] met (bedreiging met) geweld heeft bestolen op de wijze zoals hierna door het hof bewezen is verklaard.
Ten aanzien van de wederrechtelijke vrijheidsberoving heeft het hof hiervoor reeds de rol van verdachte daarbij geschetst. Zij heeft hem naar de plek gelokt ( [naam discotheek] in [pleegplaats 2] ) en er op die manier voor gezorgd dat hij recht in de armen van haar medeverdachten ‘liep’ en tegen zijn wil kon worden meegenomen naar diverse min of meer afgelegen plekken waar geweld tegen hem is gebruikt en hij is bestolen van geld en goederen. Verdachte heeft ook zelf geweld tegen hem gebruikt, is bij de groep gebleven en heeft daarmee een wezenlijk aandeel gehad ook in de vrijheidsberoving van [slachtoffer 4] en het van zijn vrijheid beroofd houden.
Het hof acht daarom eveneens wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de wederrechtelijke vrijheidsberoving op de wijze zoals hierna door het hof bewezen wordt verklaard.
Het hof is op grond van het voorgaande en de door het hof gebruikte – in de aanvulling vermelde – bewijsmiddelen van oordeel dat bij beide feiten sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten. Verdachte wordt op grond daarvan als medepleger ook verantwoordelijk en strafrechtelijk aansprakelijk gehouden voor de diefstal van geld en/of goederen en voor de geweldshandelingen die door de medeverdachten in haar afwezigheid zijn verricht.

Bewezenverklaring

Door wettige bewijsmiddelen, waarbij de inhoud van elk bewijsmiddel -ook in onderdelen- slechts wordt gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop het blijkens de inhoud kennelijk betrekking heeft, en waarin zijn vervat de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewezenverklaring steunt, acht het hof wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 meer subsidiair en 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1.meer subsidiair
zij in
of omstreeksde periode van 11 april 2020 tot en met 17 april 2020,
te [pleegplaats 1] en/of te [pleegplaats 2] , gemeente [pleeggemeente] en/althans (elders)in Nederland,
tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen
, althans alleen,
-een geldbedrag en
/of
-een telefoon en
/of
-een sleutel en
/of
-kleding en
/ofpersoonlijke spullen,
in elk geval enig goed/geldbedrag,die
geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorden,
te wetenaan [slachtoffer 4] ,
heeft/hebben weggenomen met het oogmerk om zich deze wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en
/of gevolgd van geweld en/ofbedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden ofgemakkelijk te maken
, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
door die [slachtoffer 4]
-naar een bepaalde plek te lokken
en/of te laten komenen
/of
-(onder dwang) mee te nemen in een auto en
/ofnaar een bos
en/of een afgelegen plek en
/of -vast te binden (aan een boom) en/of
-
meermalen, althans eenmaal(met kracht) met een of meer (slag)wapen(s) en/of voorwerp(en) en/of gebalde vuist(en) op/tegen zijn hoofd en/of gezicht en/of het (boven)lichaam te slaan en/of te stompen en
/of
-
meermalen, althans eenmaal(met kracht) op/tegen het hoofd en/of gezicht en/of (boven)lichaam te trappen en/of te schoppen en/of
-een (vuur)wapen op/tegen het hoofd te zetten en/of te tonen en
/ofdaarmee te dreigen en
/of -een gat te laten graven en/of (hem) in een gat te laten staan en/of
-met zijn hoofd/lichaam onder water te drukken en/of gedrukt te houden en/of
-te (be)dreigen zijn vingers eraf te knippen en/of dat hij die dag dood zal gaan, althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking;
en/of
zij in of omstreeks de periode van 11 april 2020 tot en met 17 april 2020, te [pleegplaats 1] en/of te [pleegplaats 2] , gemeente [pleeggemeente] en/althans (elders) in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 4] heeft gedwongen tot de afgifte van:
-een geldbedrag en/of
-een telefoon en/of
-een sleutel en/of
-kleding en/of persoonlijke spullen,
in elk geval enig goed/geldbedrag, dat geheel of ten dele aan die [slachtoffer 4] toebehoorde, door die [slachtoffer 4]
-naar een bepaalde plek te lokken en/of te laten komen en/of
-(onder dwang) mee te nemen in een auto en/of naar een bos en/of een afgelegen plek en/of -vast te binden (aan een boom) en/of
-meermalen, althans eenmaal (met kracht) met een of meer (slag)wapen(s) en/of voorwerp(en) en/of gebalde vuist(en) op/tegen zijn hoofd en/of gezicht en/of het (boven)lichaam te slaan en/of te stompen en/of
-meermalen, althans eenmaal (met kracht) op/tegen het hoofd en/of gezicht en/of (boven)lichaam te trappen en/of te schoppen en/of
-een (vuur)wapen op/tegen het hoofd te zetten en/of te tonen en/of daarmee te dreigen en/of -een gat te laten graven en/of (hem) in een gat te laten staan en/of
-met zijn hoofd/lichaam onder water te drukken en/of gedrukt te houden en/of
-te (be)dreigen zijn vingers eraf te knippen en/of dat hij die dag dood zal gaan, althans woorden van soortgelijke aard en/of strekking;
2.primair
zij in
of omstreeksde periode van 11 april 2020 tot en met 17 april 2020,
te [pleegplaats 1] en/of te [pleegplaats 2] , gemeente [pleeggemeente] en/althans (elders)in Nederland, tezamen en in vereniging met
een ander ofanderen
, althans alleen, opzettelijk een persoon, genaamd [slachtoffer 4] , wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en
/ofberoofd gehouden, immers heeft/hebben verdachte en/of haar mededader
(s
)
-die [slachtoffer 4] naar een bepaalde plek gelokt
en/of laten komenen
/of
-die [slachtoffer 4]
in een auto gedrukt, geduwd en/of gezet en/of(onder dwang) mee genomen in een auto en
/ofnaar een bos
en/of een afgelegen plek en
/of
-die [slachtoffer 4]
(in een auto
)vastgehouden met een riem en
/of
-die [slachtoffer 4] vast gebonden (aan een boom) en/of
-die [slachtoffer 4] gedurende enige tijd vastgehouden in een auto en
/ofop een (voor hem) onbekende plek en
/ofdaarbij geweld tegen die [slachtoffer 4] gebruikt en
/ofhem bedreigd en
/of
-met gebruikmaking van hun
psychisch engetalsmatig overwicht voor die [slachtoffer 4] een dusdanige situatie gecreëerd dat hij belet werd zijn eigen bewegingsvrijheid te bepalen en zich te onttrekken aan de gewelddadige en
/ofintimiderende en
/ofbedreigende invloedssfeer van verdachte en zijn mededaders en aldus die [slachtoffer 4] belet en belemmerd te gaan waarheen hij zich wilde begeven en
/ofvoor die [slachtoffer 4] (voortdurend) een bedreigende situatie doen ontstaan waaraan hij zich niet kon onttrekken.
Het hof acht niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard, zodat deze daarvan behoort te worden vrijgesproken.
Het hof heeft verdachte voor wat betreft het onder 1 meer subsidiair bewezenverklaarde feit vrijgesproken van het gedachtestreepje: “met zijn hoofd/lichaam onder water te drukken en/of gedrukt te houden” omdat niet is komen vast te staan dat verdachte aanwezig is geweest bij dit incident, terwijl evenmin is gebleken dat zij ervan op de hoogte was dat dit zou gebeuren of zou kunnen gebeuren in die zin dat zij daarmee redelijkerwijs rekening moest houden.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het onder 1 meer subsidiair bewezenverklaarde levert op:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het onder 2 primair bewezenverklaarde levert op:
medeplegen van: opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven en beroofd houden.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar aangezien geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die verdachte niet strafbaar zou doen zijn.

Oplegging van straf

Vordering van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft een gevangenisstraf van vier jaren gevorderd, met aftrek van de in voorarrest doorgebrachte tijd.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit om geen langere onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen dan verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht, met hoogstens een extra voorwaardelijk deel. Hiermee wordt rekening gehouden met de kwetsbaarheid en beïnvloedbare persoonlijkheid van verdachte. Verdachte heeft zich sinds de schorsing van haar voorlopige hechtenis gemotiveerd opgesteld en is aan de slag gegaan met zichzelf, hetgeen ook blijkt uit het reclasseringsadvies. Bovendien is de rol van de verdachte ondergeschikt geweest aan die van de medeverdachten en is zij geconfronteerd met de gevolgen van negatieve media-aandacht.
Oordeel van het hof
De hierna te melden strafoplegging is in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich met haar medeverdachten schuldig gemaakt aan een zeer gewelddadige diefstal en een ontvoering die vele uren heeft geduurd. Zij heeft het slachtoffer volgens een tevoren gemaakt plan naar een plek gelokt waarbij zij hem eerst op geraffineerde wijze heeft ingepalmd door te doen alsof ze hem leuk vond en een relatie met haar tot de mogelijkheden behoorde. Nadat zij voor de tweede keer met hem had afgesproken, heeft zij hem met de auto opgepikt waarna de medeverdachten klaar stonden om hem van zijn vrijheid te beroven en vervolgens grof geweld op hem toe te passen om hem uiteindelijk te kunnen ontdoen van zijn spullen. Het slachtoffer is gedurende de nacht tegen zijn wil naar verschillende plekken gereden, waarbij de groep op afschuwelijke wijze op hem is losgegaan. Daarbij is een autogordel om zijn nek getrokken, is hij bedreigd, geschopt en geslagen, ook met wapens en is hij uiteindelijk gewond en als oud vuil ergens achtergelaten. Het is weerzinwekkend hoe ver de deelnemers aan deze ontvoering zijn gegaan in hun agressie en gewelddadige gedragingen jegens het slachtoffer [slachtoffer 4] , terwijl het stelen van geld en bezittingen het enige doel lijkt te zijn geweest. Verdachte heeft een aanzienlijke rol gespeeld in de groep door het slachtoffer met haar charmes te verleiden en hem naar een bepaalde plek te lokken. Zonder die gespeelde aandacht en verdere gedragingen van verdachte was het slachtoffer mogelijk gevrijwaard gebleven van alle ellende die hem is overkomen nadat zij hem bij [naam discotheek] in [pleegplaats 2] had opgepikt.
Uit de gedragingen van de groep verdachten spreekt een onvoorstelbare kwaadaardigheid en een bijna duivels genoegen om iemand pijn te doen en doodsangsten uit te laten staan. Het slachtoffer moet op diverse momenten hebben gevreesd voor zijn leven en deze buitengewoon traumatische ervaringen zullen hem – zo kan als feit van algemene bekendheid worden aangenomen – nog langdurig achtervolgen en in zijn functioneren kunnen belemmeren. Er is door de verdachte en haar medeverdachten een forse inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van het slachtoffer.
De verdachte heeft met name bij de voorbereiding van de ontvoering van het slachtoffer een bepalende rol gehad, maar heeft ook in de uitvoering van de bewezenverklaarde feiten, die gepaard is gegaan met intimidatie, bedreiging en mishandeling – waarbij zij ook zelf het slachtoffer heeft geslagen terwijl deze werd vastgehouden door een medeverdachte – haar aandeel genomen. Verdachte heeft weliswaar in hoger beroep de door haar eerder afgelegde verklaringen enigszins gewijzigd, maar van een bekennende verklaring ten aanzien van haar aandeel, laat staan het tonen van medeleven met of spijt over wat het slachtoffer [slachtoffer 4] is overkomen, kan niet worden gesproken. Verdachte heeft geen enkel inzicht getoond in de verwijtbaarheid van haar gedragingen, maar wel laten zien en vooral aandacht gevraagd voor haar eigen situatie en problemen.
Het hof heeft verder acht geslagen op het Uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 29 januari 2024. Hieruit volgt dat verdachte eerder is veroordeeld voor diefstallen, hetgeen strafverzwarend zal worden meegewogen, omdat verdachte kennelijk niet heeft geleerd van deze eerdere veroordelingen voor vermogensdelicten.
Daarnaast heeft het hof ook kennisgenomen van de over verdachte uitgebrachte reclasseringsrapporten, waaronder het advies van 4 maart 2024. Daaruit volgt dat verdachte een belaste geschiedenis heeft en is gediagnosticeerd met een licht-verstandelijke beperking, psychotrauma in de voorgeschiedenis, hechtingsproblematiek en afhankelijke persoonlijkheidsproblematiek. Het maakt haar beïnvloedbaar en naïef en het is moeilijk om de bedoelingen van andere mensen in te schatten en om voor zichzelf op te komen. Sinds haar reclasseringsbegeleiding heeft ze zich ontwikkeld tot meer zelfstandig en volwassen en heeft zij beter grip gekregen op haar grenzen, kwetsbaarheden en behoeftes en heeft ze een behandeling gevolgd bij [zorginstelling] . Ze heeft inmiddels een eigen huurwoning en ontvangt ambulante begeleiding voor praktische zaken. Ze blijft wel gevoelig voor mentale overbelasting en wordt snel overvraagd, maar weet inmiddels daarvoor op tijd de juiste hulp te vragen. Haar budgetbeheer verloopt goed en ze is bezig met de gemeente en haar ambulant begeleiders om een werkplek te vinden. De reclassering adviseert een werkstraf met eventueel gecombineerd met een voorwaardelijk strafdeel.
Het hof heeft nadrukkelijk kennis genomen van het feit dat de reclassering uitzonderlijk positief is over verdachtes huidige situatie en dat het mogelijk grote gevolgen zal hebben voor haar leven wanneer zij terug naar de gevangenis moet. Het hof is echter van oordeel dat de door de reclassering geschetste positieve ontwikkeling van verdachte niet opweegt tegen de bijzondere ernst van de feiten en het daardoor bij het slachtoffer veroorzaakte leed. Verdachte presenteert zichzelf als iemand die onwetend is, gemakkelijk is te beïnvloeden en die door haar lagere intelligentie in deze situatie terecht is gekomen. Het hof stelt vast dat verdachte in het onderzoek als een heel ander persoon naar voren komt, namelijk als iemand die berekenend is en op slinkse wijze te werk gaat. Daarbij schuwt zij het niet om geweld te gebruiken en komt uit het dossier naar voren dat zij na het plegen van het onderhavige feit opnieuw was betrokken bij het plannen van een mogelijke afpersing.
Het hof betrekt bij de strafoplegging de landelijke oriëntatiepunten van het LOVS ten aanzien van een overval en beroving. Het oriëntatiepunt is bij een overval in een woning met meer dan licht geweld, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van vijf jaar. Gelet op de omstandigheden waaronder [slachtoffer 4] is mishandeld en bestolen, sluit dit oriëntatiepunt naar het oordeel van het hof het beste aan bij de in deze zaak bewezenverklaarde feiten. Het betreft een van de zwaarste categorieën van een beroving vanwege het samenwerkingsverband, het gebruik van wapens, het toegepaste geweld dat gedurende de nacht voortduurde en de omstandigheid dat het slachtoffer daarnaast ook nog eens lange tijd van zijn vrijheid is beroofd en beroofd gehouden.
Gelet op de ernst van de feiten, de belangrijke rol van verdachte, die er van begin af aan bij betrokken is geweest, en de oriëntatiepunten, acht het hof een gevangenisstraf van vijf jaar in beginsel op zijn plaats. Daarmee komt het hof tot een hogere vrijheidsbenemende straf dan gevorderd door de advocaat-generaal, omdat die vordering onvoldoende recht doet aan de bijzondere ernst van het bewezenverklaarde.
Het hof houdt er rekening mee met dat de redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens is overschreden, waarbij voor verdachte die zich in voorlopige hechtenis bevond als uitgangspunt geldt dat de zaak in hoger beroep binnen zestien maanden na het instellen van het hoger beroep afgedaan had moeten worden. Er is in dit geval sprake van een overschrijding van ongeveer een jaar en vijf maanden en het hof legt daarom een gevangenisstraf van vier jaar en negen maanden op.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

Inbeslaggenomen goed

Namens verdachte is een last tot teruggave verzocht van een aan de verdachte toebehorende iPhone.
Evenals de rechtbank, is het voor het hof niet geheel duidelijk of daadwerkelijk beslag ligt op een iPhone die onder de verdachte in beslag zou zijn genomen. Het hof is van oordeel dat, indien en voor zover een aan de verdachte toebehorende iPhone van verdachte onder haar in beslag is genomen, deze moet worden verbeurdverklaard, omdat het een voorwerp betreft met behulp van welke de feiten zijn begaan en voorbereid.
Voorlopige hechtenis
Het hof ziet in de bijzondere ernst van de bij dit arrest bewezenverklaarde, door verdachte gepleegde feiten, aanleiding de eerder bevolen schorsing van de voorlopige hechtenis op te heffen. Het hof heeft bij de belangenafweging ook acht geslagen op de persoonlijke belangen van verdachte, maar is van oordeel dat het algemeen belang, dat gediend is met herleving van het bevel tot voorlopige hechtenis, in dit geval dient te prevaleren boven de persoonlijke belangen van de verdachte. Het hof zal om die reden de opheffing bevelen van de schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Het hof heeft gelet op de artikelen 24, 33, 33a, 47, 57, 282 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair en 1 subsidiair is tenlastegelegd en spreekt haar daarvan vrij.
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 meer subsidiair en 2 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 1 meer subsidiair en 2 primair bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren en 9 (negen) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdhet in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
-een iPhone 11 (rood), goednummer [code 3] .
Heft opde schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van heden.
Aldus gewezen door
mr. A.J. Smit, voorzitter,
mr. G. Mintjes en mr. H. Heins, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R.H.P. Kats griffier,
en op 24 april 2024 ter openbare terechtzitting uitgesproken.