ECLI:NL:GHARL:2024:2778

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
23 april 2024
Publicatiedatum
23 april 2024
Zaaknummer
200.321.996
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geen mogelijkheid voor contactherstel tussen vader en kinderen

In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, is op 23 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van een vader om contact te herstellen met zijn kinderen, [de minderjarige1] en [de minderjarige2]. De vader, vertegenwoordigd door mr. M.A. de Boer, had eerder in de rechtbank Midden-Nederland een verzoek ingediend om gezamenlijk gezag met de moeder te verkrijgen, wat was afgewezen. Het hof heeft in een eerdere tussenbeschikking van 13 juni 2023 bepaald dat de moeder verplicht is om informatie aan de vader te verstrekken over de kinderen, maar dat het contact tussen de vader en de kinderen niet wenselijk is als de kinderen dat niet willen. De bijzondere curator is benoemd om de wensen van de kinderen te onderzoeken.

Tijdens de mondelinge behandeling op 26 maart 2024 is gebleken dat de kinderen, die al geruime tijd geen contact meer hebben met hun vader, geen interesse hebben in contactherstel. De bijzondere curator heeft gerapporteerd dat de kinderen gesloten zijn en dat er geen mogelijkheden zijn voor contactherstel. De vader heeft aangegeven dat hij alles heeft gedaan om contact te krijgen, maar dat hij denkt dat de kinderen beïnvloed zijn door andere gezinsleden. De moeder heeft verklaard dat de kinderen geen belangstelling voor de vader tonen en dat zij hen niet wil dwingen tot contact.

Het hof heeft, na het horen van de standpunten van alle partijen en het advies van de raad voor de kinderbescherming, geconcludeerd dat er op dit moment geen mogelijkheden zijn voor contactherstel. De situatie is complex en de kinderen zijn in een loyaliteitsconflict verwikkeld. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd en het verzoek van de vader afgewezen, met de hoop dat de kinderen in de toekomst weer belangstelling voor hun vader zullen krijgen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem
afdeling civiel recht
zaaknummer gerechtshof 200.321.996
(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland 541313)
beschikking van 23 april 2024
in de zaak van
[verzoeker],
wonende in [woonplaats1] ,
verzoeker in hoger beroep,
verder te noemen: de vader,
advocaat: mr. M.A. de Boer in Zeist,
en
[verweerster],
wonende in [woonplaats1] ,
verweerder in hoger beroep,
verder te noemen: de moeder,
Als overige belanghebbende is aangemerkt:
[de bijzondere curator] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verder te noemen: de bijzondere curator.

1.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep

1.1
Voor het verloop van het geding tot 13 juni 2023 verwijst het hof naar zijn tussenbeschikking van die datum.
1.2
Partijen zijn de ouders van:
  • [de meerderjarige] , die is geboren [in] 2004 en die inmiddels meerderjarig is;
  • [de minderjarige1] , die is geboren [in] 2006;
  • [de minderjarige2] , die is geboren [in] 2009.
1.3
In de tussenbeschikking van 13 juni 2023:
- is de beslissing van de rechtbank waarbij het verzoek van de vader om hem gezamenlijk met de moeder met het gezag te belasten afgewezen, door het hof bekrachtigd;
  • is bepaald dat de moeder de informatieregeling uit de bestreden beschikking moet nakomen op de wijze als omschreven in 5.8 (de moeder moet steeds uiterlijk op 1 januari, 1 april, 1 juni en 1 oktober van ieder kalenderjaar informatie aan de vader versturen), waarbij zij een dwangsom verbeurt van € 250,- per keer dat zij hieraan niet voldoet;
  • is de bijzondere curator benoemd en is hem opgedragen het hof te rapporteren en te adviseren over de intrinsieke wensen van [de minderjarige1] en [de minderjarige2] met betrekking tot het contact met hun vader.
1.4
Het hof heeft op 10 november 2023 een rapport van 8 november 2023 met een begeleidende brief van 9 november 2023 van de bijzondere curator ontvangen.
1.5
Bij journaalbericht van 13 november 2023 heeft mr. De Boer een brief van diezelfde datum en producties 17 tot en met 25 ingediend.
Bij journaalbericht van 1 december 2023 heeft mr. De Boer een brief van diezelfde datum en producties 26 en 27 ingediend.
Bij journaalbericht van 11 maart 2024 heeft mr. De Boer een brief van diezelfde datum en producties 28, 29 en 30 ingediend.
1.6
Op 26 maart 2024 is er opnieuw een mondelinge behandeling in deze zaak geweest.
Aanwezig waren:
  • de vader met zijn advocaat;
  • de moeder;
  • de bijzondere curator;
  • een vertegenwoordiger van de raad voor de kinderbescherming (verder te noemen: de raad).

2.De verdere motivering van de beslissing

2.1
Het hof blijft bij hetgeen is overwogen en beslist in de tussenbeschikking van 13 juni 2023, voor zover hierna niet anders wordt overwogen of beslist.
2.2
Ter beoordeling liggen nog voor de verzoeken van de vader tot herstel van het contact/omgang met [de minderjarige1] en [de minderjarige2] .
In de tussenbeschikking heeft het hof overwogen dat het in beginsel in het belang van [de minderjarige1] en [de minderjarige2] is dat zij contact hebben met de vader. Tegelijkertijd vindt het hof het niet wenselijk dat [de minderjarige1] en [de minderjarige2] hiertoe gedwongen worden, als zij dat contact (nu) echt niet willen. Verder heeft [de minderjarige1] ambivalentie laten zien ten aanzien van het contact met de vader en is het in zijn belang dat onderzocht wordt waar dat vandaan komt. Het hof vindt het in het belang van [de minderjarige2] dat hij een beeld krijgt van de vader dat gebaseerd is op zijn eigen ervaringen en dat hij – eventueel – een band met hem kan opbouwen. Mede omdat [de minderjarige1] en [de minderjarige2] hun mening niet aan het hof hebben kenbaar gemaakt, is het noodzakelijk om een bijzondere curator te benoemen.
bevindingen bijzondere curator
2.3
De bijzondere curator heeft samengevat het volgende gerapporteerd:
- De moeder is met de vader uitgenodigd voor een informatief gesprek. De moeder wilde hieraan niet deelnemen. Het gesprek heeft daarom alleen met de vader plaatsgevonden. De vader heeft de bijzondere curator verteld dat door het niet handelen van de gezinsvoogd het contact met zijn kinderen is verslechterd. Er zijn in het verleden voorvallen geweest die erg heftig waren voor de kinderen. De kinderen zijn bij de vader uit huis weggehaald met drie gewapende politieagenten en later verklaarde de GI dat er niets aan de hand was. Toen er nog omgang met de kinderen was liepen de kinderen bij hem weg tijdens de omgang. De vader vindt het belangrijk dat de kinderen te weten krijgen dat de zedenzaak waarin hij verdachte was, is geseponeerd. De bijzondere curator heeft met de vader afgesproken dat de vader een brief zal schrijven aan de kinderen;
- De vader heeft vervolgens meerdere keren gebeld en gevraagd of er nog met de kinderen kan worden gesproken om te bekijken wat hun reactie op zijn brief is. Hij voelt zich gefrustreerd en geeft aan hoe makkelijk het is voor een moeder om het contact tegen te houden. De vader doet aanvullende verzoeken waarop de bijzondere curator niet kan ingaan binnen zijn huidige opdracht;
- [de minderjarige2] heeft de bijzondere curator in een gesprek verteld dat het heel goed gaat en dat hij bang is dat dit verandert als hij contact met zijn vader moet hebben. Hij heeft zijn vader twee jaar geleden voor het laatst gezien. Het contact is gestopt omdat hij er niets aan had. Zijn vader voelt niet als een vader en hij vindt het niet nodig om hem te zien. Zijn moeder heeft hem verteld dat ze hem niet kunnen dwingen;
- [de minderjarige1] heeft de bijzondere curator in een gesprek verteld dat wat hij eerder heeft verteld, namelijk dat hij benieuwd is naar zijn vader, niet klopt. Hij wil niet naar zijn vader, omdat hij geen aardige man is. Dat komt door wat zijn oudste broer heeft meegemaakt. Wat zijn oudste broer zegt, klopt volgens hem. Zijn vader lijdt aan een narcistische stoornis. [de minderjarige1] had vroeger buikpijn en dat bleek te komen door stress omdat hij niet bij zijn vader wilde zijn;
- Aan het eind van de gesprekken is de brief van de vader door de bijzondere curator overhandigd aan de kinderen. Per alinea is een samenvatting gegeven. [de minderjarige1] weigerde de brief aan te nemen en [de minderjarige2] nam hem met enige twijfel aan. Na een aantal weken heeft de bijzondere curator de kinderen gebeld, ze reageerden nauwelijks op vragen en gaven aan geen reactie te willen geven.
De bijzondere curator concludeert dat de kinderen gesloten waren tegenover hem. Daarnaast had vooral [de minderjarige1] een zeer uitgesproken mening. De problemen met de kinderen spelen al heel lang. De bijzondere curator is van mening dat er geen mogelijkheden zijn voor contactherstel tussen de vader en de kinderen. Ook al heeft [de minderjarige2] misschien enige twijfels over het contact met zijn vader, geforceerd contact is omdat [de minderjarige2] bij de moeder woont vanwege de gezinsdynamiek moeilijk uitvoerbaar. [de minderjarige2] zal daardoor misschien in een spagaat terechtkomen. Normalisering van contact tussen de vader en de kinderen lijkt zo goed als uitgesloten. Misschien kan een deskundigenonderzoek meer licht op de zaak werpen, maar de bijzondere curator betwijfelt of dit het contact tussen de vader en de kinderen dichterbij kan brengen.
standpunt vader
2.4
De vader heeft tijdens de mondelinge behandeling op 26 maart 2024 meegedeeld dat hij met de onlangs overgelegde stukken wil laten zien dat hij er echt alles aan heeft gedaan om zijn kinderen te kunnen zien. De zedenzaak is geseponeerd, dus hij is onschuldig, maar de beschuldigingen tegen hem hebben een grote rol gespeeld in het afhouden van het contact met zijn kinderen. Hetgeen [de minderjarige1] en [de minderjarige2] verklaard hebben aan de bijzondere curator geeft sterke vermoedens dat zij beïnvloed zijn door de oudere gezinsleden. De vader vraagt zich af of wat [de minderjarige1] en [de minderjarige2] aan de bijzondere curator hebben verklaard ook overeenkomt met wat zij echt bedoelen en vinden. Hij wil ontzettend graag (begeleid) contact hebben met de kinderen. Mogelijk werpt een deskundigenonderzoek of een onderzoek naar ouderverstoting op basis van uitsluitend de stukken meer licht op de zaak. De vader ervaart veel pijn door de gang van zaken gedurende de afgelopen jaren.
standpunt moeder
2.5
De moeder heeft ter zitting verteld dat de kinderen, met name [de minderjarige1] , in hun gedrag wel een reactie hebben laten zien op het gesprek met de bijzondere curator. Voor [de minderjarige1] was het gesprek met de bijzondere curator een verplichting, hij is echt helemaal klaar met de situatie. [de minderjarige2] is jonger en beweegt wellicht daardoor makkelijker mee, maar hij heeft de brief van de vader later verbrand. De moeder stelt dat het niet alleen gaat om het sepot. Zij zijn als ouders veertien jaar uit elkaar en er is zoveel gebeurd dat zij de kinderen niet wil dwingen om contact met de vader te hebben. De kinderen geven bij haar aan dat ze geen persoonlijke belangstelling van de vader voelen. De moeder betwist dat er sprake is van ouderverstoting en aanvullende onderzoeken zullen ook weer een grote impact op de kinderen hebben.
advies raad
2.6
De vertegenwoordiger namens de raad heeft tijdens de mondelinge behandeling meegedeeld dat zij ook onvoldoende mogelijkheden ziet om beweging in deze zaak te krijgen. Zelfs al zou er bij [de minderjarige2] een hele kleine opening zijn voor contact, het is op dit moment niet realiseerbaar. Er is in het verleden met diverse vormen van hulpverlening al zoveel geprobeerd en dat alles heeft geen enkel resultaat gehad. Er is zelfs geen ruimte om een begeleid gesprek tussen de vader en de kinderen uit te voeren. Een aanvullend onderzoek door een deskundige is waarschijnlijk belastend voor de kinderen en naar verwachting ook niet zinvol. De bijzondere curator is van beroep psycholoog en ziet ook geen openingen. Een ouderverstotingsonderzoek zoals de vader graag wil, zal geen verandering in de vastgelopen situatie brengen, ook al is het begrijpelijk dat de vader nog graag iets wil inzetten.
oordeel hof
2.7
Het hof is op grond van het onderzoek van de bijzondere curator, de standpunten en stukken van partijen en het advies van de raad, net als de rechtbank van oordeel dat er op dit moment geen mogelijkheid is voor contact tussen de vader en [de minderjarige1] en [de minderjarige2] .
Er is geen verklaring te vinden voor het feit dat de mening van [de minderjarige1] is veranderd ten opzichte van enkele jaren geleden. Het hof leidt hieruit wel af dat de [de minderjarige1] klem zit.
Ten aanzien van [de minderjarige2] overweegt het hof dat hij wat minder stellig was in zijn uitlatingen, maar dat dit niet maakt dat bij hem wel moet worden ingezet op contactherstel met de vader. Tijdens de mondelinge behandeling in hoger beroep is gebleken dat dit mede vanwege de afwijzende houding van de andere gezinsleden jegens de vader niet haalbaar is. [de minderjarige2] is wel onderdeel van dit gezinssysteem en zal hierdoor in loyaliteitsproblemen komen.
De vader komt steeds terug op de oorzaak van het ontstaan van de huidige situatie, maar dat is voor het hof minder relevant. Vast staat dat de inzet van meerdere vormen van hulpverlening en de zelfs inzet van een beschermingsmaatregel de ontstane situatie niet hebben kunnen doorbreken. Integendeel, de situatie is zelfs verder gestold. Dat de dynamiek in het gezin bij de moeder hierin een grote rol speelt is aannemelijk, maar dat maakt dat een eventueel opgelegd contact tussen [de minderjarige1] en [de minderjarige2] en de vader op dit moment te belastend voor [de minderjarige1] en [de minderjarige2] zal zijn.
Het hof ziet gelet op de inhoud van het verslag van de bijzondere curator ook geen aanleiding voor verdergaand onderzoek door een deskundige. Het hof is van oordeel dat er voldoende geprobeerd is. Dit geldt ook voor een onderzoek op basis van de stukken naar ouderverstoting. Zelfs als zou blijken dat daadwerkelijk sprake is van ouderverstoting, betekent dat nog niet dat daarmee mogelijkheden beschikbaar zijn het contact tussen de vader enerzijds en [de minderjarige1] en [de minderjarige2] anderzijds te herstellen. Een dergelijk onderzoek is daarom niet van belang voor de beslissing in deze procedure.
Het hoger beroep van de vader slaagt daarom niet ten aanzien van het contact tussen hem en [de minderjarige1] en [de minderjarige2] . Het hof zal de bestreden beschikking op dit punt bekrachtigen.
2.8
Het hof begrijpt dat de vader teleurgesteld zal zijn over de beslissingen van het hof in deze procedure. Niet alleen omdat zijn verzoeken grotendeels worden afgewezen, maar ook omdat hij als het ware gerehabiliteerd wil worden tegenover de kinderen. Daarvoor leent deze procedure zich echter niet. Het hof heeft gezien dat de vader zeer volhardend is geweest is zijn pogingen om het contact met [de minderjarige1] en [de minderjarige2] te herstellen en dat hij er veel verdriet van heeft dat hij geen contact heeft met zijn kinderen. Zoals hiervoor is uitgelegd, ziet het hof nu echter geen mogelijkheden om de situatie te veranderen. Het hof hoopt dat er op enig moment bij de kinderen weer belangstelling voor hun vader zal ontstaan.

3.De beslissing

Het hof:
bekrachtigt de beschikking van de rechtbank Midden-Nederland van 31 oktober 2022 voor wat betreft de beslissing over het contact tussen de vader en [de minderjarige1] en [de minderjarige2] ;
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mrs. R. Feunekes, H. Phaff en I.J. Pieters, bijgestaan door de griffier, en is op 23 april 2024 uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier.