Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
1.[verzoekster1]
[verzoekster2]
verzoeksters in hoger beroep,
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep over de benoeming van een bewindvoerder en mentor voor [naam1], een meerderjarig kind met Downsyndroom. De moeder en haar dochter [verzoekster2] hebben in hoger beroep beroep aangetekend tegen de eerdere beschikkingen van de kantonrechter van 4 augustus 2023, waarin [verweerster] als bewindvoerder en mentor was benoemd. De moeder en [verzoekster2] stelden dat zij gezamenlijk of alleen als bewindvoerder en mentor moesten worden benoemd, omdat de moeder altijd goed voor [naam1] heeft gezorgd en de vader geen gegronde redenen had om tegen hun benoeming te zijn. De vader voerde verweer en stelde dat een onafhankelijke mentor en bewindvoerder beter zou zijn in het belang van [naam1]. Het hof heeft de bezwaren van de vader niet gegrond bevonden en oordeelde dat de moeder, als hoofdverzorgster, het beste in staat is om de belangen van [naam1] te behartigen. Het hof heeft de eerdere beschikkingen vernietigd en de moeder benoemd tot bewindvoerder en mentor van [naam1]. De kosten van het hoger beroep zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.