ECLI:NL:GHARL:2024:2721

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
26 maart 2024
Publicatiedatum
22 april 2024
Zaaknummer
200.319.851/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen en bewijslevering omtrent leveringen en kortingen in het kader van koopovereenkomsten voor voedselproducten

In deze zaak, die voor het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is behandeld, staat de verschuldigdheid van een aantal facturen van Crownfood XL B.V. ter discussie. Crownfood heeft negen facturen gestuurd aan de geïntimeerde, die betrekking hebben op leveringen van voedselproducten voor de horeca, met een totaalbedrag van € 14.530,89. De geïntimeerde betwist de ontvangst van een aantal leveringen en beroept zich op verrekening met een korting waar hij aanspraak op maakt. De kantonrechter heeft de vorderingen van Crownfood integraal afgewezen, waarna Crownfood in hoger beroep is gegaan.

Tijdens de mondelinge behandeling is naar voren gekomen dat de geïntimeerde stelt dat hij een aantal facturen al heeft voldaan door middel van een mondelinge afspraak over korting. Het hof heeft vastgesteld dat Crownfood in haar memorie van grieven geen duidelijke klacht heeft geformuleerd tegen de afwijzing van de vordering met betrekking tot de eerste twee facturen. Voor de overige facturen heeft de geïntimeerde aangevoerd dat deze grotendeels zijn voldaan door verrekening met een korting, maar Crownfood betwist dat er een mondelinge afspraak over korting is gemaakt.

Het hof heeft geoordeeld dat de geïntimeerde moet bewijzen dat de mondelinge afspraak over korting inderdaad is gemaakt. Daarnaast heeft het hof geconcludeerd dat de vordering ter zake van twee facturen, die betrekking hebben op leveringen die de geïntimeerde betwist, niet al op voorhand vaststaat. Het hof heeft Crownfood in de gelegenheid gesteld om tegenbewijs te leveren. De beslissing over de kosten en rente is aangehouden, en het hof heeft verdere instructies gegeven voor het getuigenverhoor dat zal plaatsvinden op 9 april 2024.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.319.851/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 9642185)
arrest van 26 maart 2024
in de zaak van
Crownfood XL B.V.,
die is gevestigd in Enschede,
die hoger beroep heeft ingesteld,
bij de rechtbank: eiseres,
hierna:
Crownfood,
advocaat: mr. E.T. van den Hout uit Amsterdam,
tegen
[geïntimeerde] ,
h.o.d.n. [naam1] , m.h.o.d.n. [naam2],
die woont in [woonplaats1] ,
die in hoger beroep is gedagvaard,
hierna:
[geïntimeerde],
advocaat: mr. H.C.L. Crozier uit Sneek.

1.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep

1.1
Na de mondelinge behandeling van 11 mei 2023 hebben partijen memories van eis en antwoord ingediend. Daarna heeft op 7 maart 2024 op verzoek van Crownfood opnieuw een enkelvoudige mondelinge behandeling plaatsgehad. Ook daarvan is een verslag gemaakt (proces-verbaal). Vervolgens heeft het hof beslist opnieuw uitspraak te doen.

2.De kern van de zaak

2.1
In deze zaak staat de verschuldigdheid van een aantal facturen van Crownfood ter discussie die betrekking hebben op diverse bestellingen. [geïntimeerde] voert aan dat hij een aantal bestellingen niet heeft gekregen en beroept zich verder op verrekening met een korting waar hij zegt nog aanspraak op te kunnen maken. Dat alles heeft de volgende feitelijke achtergrond.
2.2
Tussen Crownfood en [geïntimeerde] zijn overeenkomsten tot stand gekomen met betrekking tot de koop en verkoop van voedselproducten voor de horeca. Daarvoor heeft Crownfood negen facturen gestuurd tot een totaal van € 14.530,89. Dit bedrag is onder te verdelen in drie groepen:
€ 2.952,97 facturen 20275805 en 20276609
€ 9.192,42 facturen 21303414, 21304643, 21304648, 21305530 en 20315531
€ 2.385,50 facturen 21310674 en 2131065
2.3
Crownfood heeft bij de kantonrechter het saldo van deze facturen gevorderd, vermeerderd met handelsrente en kosten. Die vorderingen zijn integraal afgewezen. De bedoeling van het hoger beroep is, dat alsnog toewijzing volgt.

3.Het oordeel van het hof

3.1
Het hof zal de vorderingen van Crownfood aan de hand van de hiervoor gegeven onderverdeling behandelen.
De facturen 20275805 en 20276609 (€ 2.952,97)
3.2
[geïntimeerde] voert aan dat een tweetal facturen van december 2020 al zijn voldaan door verrekening met een korting voor dat jaar.
3.3
Het hof constateert dat Crownfood in haar memorie van grieven geen duidelijke klacht heeft geformuleerd tegen de afwijzing van dit deel van de vordering; in onderdeel 43 van de grieven concludeert zij dat [geïntimeerde] door een betaling van € 1.866,97 niet aan zijn betalingsverplichtingen jegens haar heeft voldaan, nu zij hiermee de vordering van € 9.192,42 niet volledig heeft betaald. Die conclusie volgt op bespreking van een beroep op verrekening van [geïntimeerde] , maar beperkt zich kennelijk tot de hierna nog te bespreken facturen 21303414, 21304643, 21304648, 21305530 en 20315531.
De facturen 21303414, 21304643, 21304648, 21305530 en 20315531 (€ 9.192,42)
3.4
[geïntimeerde] voert aan dat vijf facturen uit augustus en september 2021 grotendeels zijn voldaan door verrekening met een korting (€ 7.325,45). Het resterende deel van € 1.866,97 heeft hij op 14 februari 2022 betaald.
3.5
Crownfood bestrijdt dat mondeling een korting van 10% is afgesproken. Volgens haar heeft [geïntimeerde] dat wel voorgesteld, maar is zij er niet mee akkoord gegaan. De afspraak waar [geïntimeerde] zich op beroept, strookt ook niet met de gebruikelijke procedures die Crownfood hanteert. Daaronder valt de strikte eis dat dergelijke afspraken schriftelijk worden vastgelegd. Als dat niet is gebeurd, kan zij niet met een dergelijke afspraak akkoord gaan. Bovendien bestrijdt Crownfood dat enige korting mondeling met haar bestuurder is overeengekomen.
3.6
Het hof constateert dat de betaling van € 1.866,97 is erkend. De vordering
(en de daarmee samenhangende vordering tot betaling van rente en kosten) moet daarom in ieder geval deels worden afgewezen.
3.7
Het hof ziet daarnaast niet in dat [geïntimeerde] heeft moeten begrijpen dat de afspraak tot het verlenen van korting afhankelijk was van schriftelijke vaststelling of andere formele vereisten aan de zijde van Crownfood. Voor honorering van het beroep op verrekening is daarom voldoende dat de door [geïntimeerde] gestelde mondelinge afspraak komt vast te staan. [geïntimeerde] zal die moeten bewijzen, en is daar voorshands ook in geslaagd. De afspraak lijkt immers te worden bevestigd in een whatsapp van een medewerker van Crownfood, en meerdere medewerkers van [geïntimeerde] hebben verklaard dat die afspraak in hun bijzijn is gemaakt.
3.8
Crownfood zal in de gelegenheid worden gesteld tot het leveren van tegenbewijs.
De facturen 21310674 en 21310675 (€ 2.385,50)
3.9
Twee facturen hebben betrekking op leveringen die op 13 oktober 2021 zouden hebben plaatsgehad bij de vestiging van [geïntimeerde] in Buitenpost (74) en Burgum (75). Hij bestrijdt die leveringen en beroept zich daarbij allereerst op e-mails van 19 oktober 2021 aan Crownfood, waarin wordt opgemerkt dat de in rekening gebrachte producten niet zijn geleverd. Dat is in een bericht van 21 oktober 2021 nog eens herhaald. Dat deze mededelingen door Crownfood zijn ontvangen en dat zij daar toen niet op heeft gereageerd, staat niet ter discussie. Daarnaast beroept [geïntimeerde] zich op een drietal schriftelijke verklaringen van medewerkers, die allemaal opmerken dat op 13 oktober 2021 geen levering van Crownfood heeft plaatsgehad. Een vaste medewerker in de bediening en een kok verklaren dat ten aanzien van de vestiging in Buitenpost ( [medewerker1] en [medewerker2] ) en
[medewerker3] verklaart het ten aanzien van Burgum. [medewerker3] was vanaf augustus 2021 als bedrijfsleider op die locatie werkzaam en zegt de bestelling telefonisch te hebben geannuleerd. Ten slotte wijst [geïntimeerde] erop dat voor deze leveringen geen pakbonnen zijn afgetekend.
3.1
Hier staat een verklaring van een chauffeur van Crownfood tegenover. Hij heeft verklaard de bestelde goederen op 13 oktober 2021 wel degelijk te hebben afgeleverd.
3.11
Het hof concludeert dat de vordering ter zake van deze twee facturen afdoende is bestreden. Die vordering staat op basis van de verklaring van de chauffeur van Crownfood niet al op voorhand vast, temeer omdat geen ondertekende pakbonnen beschikbaar zijn. Omdat Crownfood wel bewijs van de leveringen heeft aangeboden, zal zij daartoe in de gelegenheid worden gesteld.
Kosten en rente (de datum van het ingetreden verzuim)
3.12
Crownfood gaat ervan uit dat [geïntimeerde] in verzuim is geraakt door het verstrijken van de in de facturen genoemde betalingstermijn. Weliswaar is nadien meegedeeld dat
‘binnen 7 dagen’ moet worden betaald, maar dat betekent volgens Crownfood niet dat van het eerder ingetreden verzuim niet langer kan worden uitgegaan.
3.13
Het hof houdt elk oordeel hierover aan.

4.De beslissing

Het hof laat Crownfood toe:
- tegenbewijs te leveren van het voorshands bewezen verweer van [geïntimeerde] dat korting is overeengekomen voor de geleverde producten, waarvoor in augustus en september 2021 in totaal € 9.192,42 is gefactureerd;
- te bewijzen dat de in de facturen 21310674 en 21310675 in rekening gebrachte bestellingen op 13 oktober 2021 zijn afgeleverd.
Als getuigen worden gehoord, zal raadsheer-commissaris mr. Zandbergen de getuigen verhoren in het paleis van justitie aan het Wilhelminaplein 1 in Leeuwarden. Partijen moeten daar zelf bij aanwezig zijn.
Crownfood moet op
dinsdag 9 april 2024laten weten hoeveel getuigen zij wil laten horen met opgave van de verhinderdagen van die getuigen, van partijen en van hun advocaten. Daarna stelt het hof de dag en het tijdstip van het verhoor vast. Dat gebeurt ook als de opgave onvolledig is.
Crownfood moet de namen en woonplaatsen van de getuigen ten minste een week voor het getuigenverhoor aan [geïntimeerde] en de griffier van het hof opgeven.
Een partij die tijdens het getuigenverhoor nieuwe stukken wil indienen, moet het hof en de wederpartij daarvan uiterlijk twee weken voor de dag van de zitting een kopie sturen.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
Dit arrest is gewezen door M.W. Zandbergen, D.H. De Witte en M. Aksu, en is door de rolraadsheer in tegenwoordigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op
26 maart 2024.