ECLI:NL:GHARL:2024:2661

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
18 april 2024
Publicatiedatum
19 april 2024
Zaaknummer
P23/0377
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Penitentiair strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering terbeschikkingstelling met voorwaarden en wijziging van voorwaarden

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 18 april 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, van 9 november 2023. De rechtbank had bepaald dat de terbeschikkinggestelde van overheidswege zou worden verpleegd. Het hof heeft deze beslissing vernietigd en de vordering van het openbaar ministerie afgewezen. De terbeschikkingstelling met voorwaarden is op 7 september 2022 aangevangen, en de vordering van het OM dateert van 28 september 2023. Ondanks eerdere overtredingen van de voorwaarden en twee voortijdige beëindigingen van klinische opnames, ziet het hof nog mogelijkheden voor voortzetting van de tbs met voorwaarden. Het hof overweegt dat de terbeschikkinggestelde op korte termijn kan worden opgenomen in een forensisch psychiatrische kliniek (FPK), wat een meer passende behandeling biedt dan een forensisch psychiatrische afdeling (FPA). Het hof wijst op de noodzaak van aandacht voor medicatiegebruik in het kader van de behandeling en resocialisatie. De beslissing van het hof is gebaseerd op de relatief korte duur van de huidige terbeschikkingstelling en de ernst van de overtredingen. Het hof heeft de voorwaarden gewijzigd om rekening te houden met de beoogde opname in de FPK en de noodzaak van een time-out-opname. De terbeschikkinggestelde moet zich houden aan diverse voorwaarden, waaronder het meewerken aan reclasseringstoezicht en het gebruik van geen drugs of alcohol.

Uitspraak

TBS P23/0377
Beslissing van 18 april 2024
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde],
geboren te [plaats 1] op [datum] ,
verblijvende in PI [plaats 2] ,
verder te noemen: de terbeschikkinggestelde.
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, van 9 november 2023. Deze beslissing houdt in het bevel dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en daarnaast op:
‒ het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
‒ de beslissing waarvan beroep;
‒ de akte van 10 november 2023 waarbij de terbeschikkinggestelde beroep heeft ingesteld;
‒ het adviesrapport van 21 maart 2024 van [reclasseringsinstelling] (hierna: de reclassering).
Het hof heeft ter zitting van 4 april 2024 gehoord:
‒ de advocaat-generaal, mr. R.J.A. Segerink,
‒ de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman, mr. E. van der Meer, advocaat te Groningen, en
‒ als deskundige: [naam] , reclasseringswerker.

Overwegingen

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
Aan beide voorliggende opties, voortzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden en omzetting in terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege, zijn voor- en nadelen verbonden. Kijkend naar de opname op FPA [plaats 3] valt op dat die redelijk goed verliep, totdat de moeder van de terbeschikkinggestelde overleed. Dat heeft veel impact op hem gehad. Vervolgens heeft zich een aantal incidenten voorgedaan, waarvan de ernst ook moet worden bezien in het licht van zijn stoornis. Zo is er voor hem in het kader van verlof geen verschil tussen een winkelbezoek samen met een ander enerzijds en een overnachting met een vrouw in een hotel anderzijds. Omdat hij het verschil niet ziet, maakt hij van zo’n overnachting geen melding bij de instelling. Het is uiteraard niet aan hem om te bepalen dat melding van een hotelovernachting met een vrouw niet nodig is, maar het illustreert wel hoe hij dergelijke situaties beleeft.
Het heeft de voorkeur van de terbeschikkinggestelde om nog een kans te krijgen in het kader van de terbeschikkingstelling met voorwaarden. Daarvoor pleit in de eerste plaats dat hij in dat geval op een vrij korte termijn terechtkan in een kliniek, terwijl de omzetting in terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege gepaard zou gaan met een lange wachttijd voordat de terbeschikkinggestelde terechtkan in een kliniek. Een tweede argument is dat de terbeschikkingstelling met verpleging een zeer ingrijpend instrument is en dus terughoudend moet worden toegepast. Weliswaar functioneert de terbeschikkinggestelde goed in het strakke kader van PI [plaats 2] , waaraan de verwachting zou kunnen worden ontleend dat hij het ook goed zal doen in het strakke kader van de terbeschikkingstelling met verpleging, maar van belang voor de terbeschikkinggestelde is nu juist dat hij leert omgaan met vrijheden. Zo kan hij zich voorbereiden op zijn terugkeer in de samenleving.
Concluderend heeft de raadsman bepleit dat het hof de beslissing van de rechtbank zal vernietigen en zal beslissen tot afwijzing van de vordering van het openbaar ministerie.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De terbeschikkingstelling is opgelegd in 2022. De opleggingsrechter overwoog daarbij onder meer dat het niet verantwoord is de terbeschikkinggestelde onbehandeld te laten terugkeren in de maatschappij. Psychiater Kemperman en psycholoog Van Toorn, die in die strafzaak hebben gerapporteerd, hebben in die rapporten de terbeschikkingstelling met voorwaarden afgewogen tegen de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege. Dat deden zij in de wetenschap dat de terbeschikkinggestelde al eerder een terbeschikkingstelling met voorwaarden heeft doorlopen, maar nadien is teruggevallen in het plegen van misdrijven waarvoor een terbeschikkingstelling kan worden opgelegd. Die eerdere terbeschikkingstelling is afgerond in 2010. De rapporteurs gingen er in 2022 van uit dat de terbeschikkinggestelde meer dan tien jaar later beter in staat zou zijn tot het naleven van de voorwaarden. Door het verloop van de huidige terbeschikkingstelling is echter opnieuw de vraag gerezen of de terbeschikkingstelling met voorwaarden wel een geschikt kader is voor de terbeschikkinggestelde. Nadat een eerste opname voortijdig is beëindigd en na een korte time-out-plaatsing, ging het opnieuw mis in de tweede kliniek waarin hij was opgenomen.
De voorliggende vraag is of het zinvol is om de terbeschikkinggestelde nog de mogelijkheid tie bieden tot een derde behandelpoging in het kader van de terbeschikkingstelling met voorwaarden. De reclassering meent dat dit niet zinvol zou zijn, op basis van de verwachting dat de terbeschikkinggestelde dan sociaal wenselijk gedrag zal vertonen, zonder dat de behandeling daadwerkelijk effect zal hebben op het recidivegevaar. Als die gedachtegang wordt gevolgd, zal een derde behandelpoging slechts leiden tot uitstel van de beslissing tot omzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden in een terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege. Niet alleen zou dat nadelig zijn voor de samenleving, ook zou dat niet in het belang zijn van de terbeschikkinggestelde. Een ander punt dat kan meespelen is wat in de verschillende scenario’s de wachttijd is voorafgaand aan de opname in een kliniek. Volgens recente informatie van het ministerie van Justitie en Veiligheid moet in het geval van omzetting in een terbeschikkingstelling met verpleging rekening worden gehouden met een wachttijd van negen maanden voordat de terbeschikkinggestelde wordt opgenomen in een kliniek. In de tussentijd zal hij verblijven in een PI. Bij voortzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden kan, afgaande op de informatie van de reclassering, de terbeschikkinggestelde waarschijnlijk nog vóór het einde van april 2024 worden opgenomen in FPK [zorginstelling 1] .
Wat het openbaar ministerie betreft heeft de terbeschikkinggestelde voldoende kansen gekregen in het kader van de terbeschikkingstelling met voorwaarden. Daarbij is in aanmerking genomen dat de terbeschikkinggestelde al eerder een terbeschikkingstelling met voorwaarden heeft doorlopen. Hij is nog relatief jong en mede daarom is het van groot belang dat de behandeling op een voortvarende wijze en in een voldoende strak kader wordt voortgezet. De advocaat-generaal heeft geconcludeerd tot bevestiging van de beslissing van de rechtbank.
Het oordeel van het hof
Het hof vernietigt de beslissing van de rechtbank, omdat het hof – anders dan de rechtbank – beslist tot afwijzing van de vordering van het openbaar ministerie. Hiertoe overweegt het hof het volgende.
De terbeschikkingstelling met voorwaarden is opgelegd bij vonnis van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, van 28 juli 2022 voor onder meer een tweetal bedreigingen met enig misdrijf tegen het leven gericht. De rechtbank heeft overwogen dat de terbeschikkingstelling wordt opgelegd ter zake van misdrijven die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De terbeschikkingstelling is aangevangen op 7 september 2022.
Aanvankelijk is de terbeschikkinggestelde opgenomen op de forensisch psychiatrische afdeling (FPA) [plaats 3] . Die opname is op 19 april 2023 voortijdig beëindigd door de kliniek. De hoofdreden daarvoor was dat de kliniek de veiligheid op de afdeling niet meer kon garanderen doordat de terbeschikkinggestelde onvoldoende betrouwbaar was gebleken. De kliniek verweet de terbeschikkinggestelde onder meer dat hij niet open was geweest over een verlof dat hij in februari 2023 heeft doorgebracht in een hotel met een vrouwelijke kennis. Verder waren er aanwijzingen dat de terbeschikkinggestelde:
‒ een naaktfoto van een vrouwelijke medepatiënt naar de afdelingstelefoon heeft gestuurd;
‒ een relatie heeft gehad met diezelfde medepatiënt, terwijl dat niet bekend was bij de reclassering en de kliniek;
‒ in WhatsApp-berichten bedreigingen heeft geuit naar diezelfde vrouwelijke medepatiënt en een mannelijke medepatiënt;
‒ handelde in verdovende middelen.
Nadat de terbeschikkinggestelde enige tijd in een PI had verbleven, werd hij op 19 juni 2023 opgenomen op de FPA van [zorginstelling 2] . Op 27 september 2023 is ook die opname beëindigd, onder meer vanwege een gebrek een openheid aan de zijde van de terbeschikkinggestelde, een positieve urinecontrole met betrekking tot MDMA of XTC en aanwijzingen voor betrokkenheid van de terbeschikkinggestelde bij handel in verdovende middelen.
Op 28 september 2023 diende het openbaar ministerie de onderhavige vordering in, die ertoe strekt dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Uit informatie van de reclassering blijkt dat de terbeschikkinggestelde is aangemeld bij [zorginstelling 1] voor een opname in de forensisch psychiatrische kliniek van die zorginstelling. Op 13 maart 2024 heeft FPK [zorginstelling 1] laten weten dat de terbeschikkinggestelde nog bij hen op de wachtlijst staat en dat het vier tot zes weken kan duren voordat er een plek is voor de terbeschikkinggestelde.
Het hof oordeelt als volgt.
Hoewel de terbeschikkinggestelde een aantal keren de gestelde voorwaarden niet heeft nageleefd en tweemaal een klinische opname voortijdig negatief is beëindigd, ziet het hof (onder wijziging van de voorwaarden) nog een reële mogelijkheid om de terbeschikkingstelling met voorwaarden voort te zetten. Het hof neemt hierbij in aanmerking dat de terbeschikkinggestelde (bij voortzetting van de terbeschikkingstelling met voorwaarden) naar verwachting bij voorkeur onmiddellijk, maar in ieder geval op zeer korte termijn zal worden opgenomen in FPK [zorginstelling 1] . Eerder is de terbeschikkinggestelde tweemaal opgenomen geweest op een forensisch psychiatrische afdeling (FPA). De behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in een FPK acht het hof meer passend, omdat de FPK over intensievere modaliteiten van toezicht en begeleiding beschikt dan een FPA. Het hof vraagt bij de opname in de FPK in het bijzonder aandacht voor de medicatie van de verdachte en de positieve rol die medicatiegebruik kan vervullen in het kader van de verdere behandeling en resocialisatie.
Bij de beslissing om de terbeschikkinggestelde nog een behandelmogelijkheid in het kader van de terbeschikkingstelling met voorwaarden te bieden, neemt het hof in aanmerking dat de terbeschikkingstelling met voorwaarden is aangevangen op 7 september 2022, terwijl de onderhavige vordering van het openbaar ministerie dateert van 28 september 2023. De terbeschikkingstelling liep toen dus nog relatief kort. Voorts heeft het hof nog gelet op de ernst en de aard van de overtredingen van de voorwaarden.
Gelet op het voorgaande is het hof van oordeel dat het belang van de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen op dit moment niet eist dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd. Dit brengt mee dat het hof de vordering van het openbaar ministerie afwijst.
Wijziging van de voorwaarden
In verband met de beoogde opname van de terbeschikkinggestelde in FPK [zorginstelling 1] wijzigt het hof de voorwaarde die betrekking heeft op een opname in een zorginstelling. In de nieuwe formulering is ook rekening gehouden met een eventuele plaatsing ter overbrugging van de periode voordat de terbeschikkinggestelde in die kliniek terechtkan.
Daarnaast wijzigt het hof de voorwaarde die betrekking heeft op een time-out-opname. Conform de beslissing van het hof van 15 december 2022, ECLI:NL:GHARL:2022:10739, wordt de voorwaarde zo geformuleerd dat zij betrekking heeft op een time-out-plaatsing op basis van vrijwilligheid. Voor een onvrijwillige time-out-plaatsing biedt artikel 6:6:10a van het Wetboek van Strafvordering een grondslag.
Verder brengt het hof een aantal redactionele wijzigingen aan in de formulering van de voorwaarden.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Assen, van 9 november 2023 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde, [terbeschikkinggestelde] .
Wijst af de vordering van het openbaar ministerie van 28 september 2023 die ertoe strekt dat de terbeschikkinggestelde alsnog van overheidswege zal worden verpleegd.
Wijzigt de gestelde voorwaarden zodanig dat deze als volgt komen te luiden.
De terbeschikkinggestelde verleent ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of biedt een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aan.
De terbeschikkinggestelde maakt zich niet schuldig aan een strafbaar feit.
De terbeschikkinggestelde werkt mee aan het reclasseringstoezicht. Deze medewerking houdt onder andere in:
de terbeschikkinggestelde meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe vaak dat nodig is;
de terbeschikkinggestelde houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om de terbeschikkinggestelde te helpen bij het naleven van de voorwaarden;
de terbeschikkinggestelde helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid;
de terbeschikkinggestelde werkt mee aan huisbezoeken;
de terbeschikkinggestelde geeft de reclassering inzicht in de voortgang van de begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
de terbeschikkinggestelde vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de reclassering;
de terbeschikkinggestelde werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met de terbeschikkinggestelde, als dat van belang is voor het toezicht.
De terbeschikkinggestelde gaat niet naar het buitenland of het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden, zonder toestemming van de reclassering.
De terbeschikkinggestelde laat zich opnemen in FPK [zorginstelling 1] of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start direct in aansluiting op de detentie en duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Indien de reclassering een overbruggingsplaatsing nodig acht omdat de terbeschikkinggestelde niet onmiddellijk terechtkan in de beoogde zorginstelling, dan zal de terbeschikkinggestelde hieraan meewerken. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de terbeschikkinggestelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing.
Als de reclassering dat nodig vindt en de terbeschikkinggestelde daarmee instemt, kan de terbeschikkinggestelde voor een time-out worden opgenomen in een forensisch psychiatrisch centrum (FPC) of andere instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de terbeschikkinggestelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar.
De terbeschikkinggestelde laat zich behandelen door de forensische polikliniek van [zorginstelling 3] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start direct volgend op het klinisch verblijf en duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
De terbeschikkinggestelde verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start direct volgend op het klinisch verblijf en duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. De terbeschikkinggestelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
De terbeschikkinggestelde werkt mee aan het vinden en behouden van passende dagbesteding en doet dit in overleg met de reclassering.
De terbeschikkinggestelde geeft openheid over zijn sociale contacten.
De terbeschikkinggestelde gebruikt geen drugs en werkt mee aan controle op de naleving van dit verbod. De controle gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak de terbeschikkinggestelde wordt gecontroleerd.
De terbeschikkinggestelde gebruikt geen alcohol, en werkt mee aan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) om de naleving van dit alcoholverbod te controleren. De reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak de terbeschikkinggestelde wordt gecontroleerd.
De terbeschikkinggestelde geeft de reclassering en begeleiders inzage in zijn financiën en werkt mee aan onderbewindstelling of budgetbeheer indien de reclassering dit noodzakelijk acht.
Aldus gedaan door
mr. W.A. Holland, voorzitter,
mr. M. Keppels en mr. P.C. Vegter, raadsheren,
en drs. I.M. van Woudenberg en drs. J.L.M. Dinjens, raden,
in tegenwoordigheid van mr. D. van der Geld, griffier,
en op 18 april 2024 in het openbaar uitgesproken.
Mr. Vegter en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.