ECLI:NL:GHARL:2024:2658

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
21 maart 2024
Publicatiedatum
18 april 2024
Zaaknummer
p23/378
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging van de verlenging van terbeschikkingstelling met twee jaar en toekenning van een verlenging met één jaar

In deze zaak heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 21 maart 2024 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, van 27 oktober 2023. De rechtbank had de terbeschikkingstelling van de terbeschikkinggestelde met twee jaar verlengd. Het hof heeft deze beslissing vernietigd en de terbeschikkingstelling met slechts één jaar verlengd. Dit besluit is genomen op basis van positieve ontwikkelingen in de behandeling van de terbeschikkinggestelde, die zijn gestopt met drugsgebruik en bereid zijn tot behandeling. Het hof heeft de advocaat-generaal en de raadsman van de terbeschikkinggestelde gehoord tijdens de zitting op 7 maart 2024. De advocaat-generaal stelde dat, hoewel er positieve ontwikkelingen zichtbaar zijn, de terbeschikkingstelling voor twee jaar nog steeds noodzakelijk is vanwege het recidivegevaar. Het hof heeft echter geoordeeld dat de positieve ontwikkelingen voldoende zijn om de verlenging te beperken tot één jaar, met als doel de voortgang van de behandeling te blijven volgen. De terbeschikkinggestelde heeft geen opmerkingen gemaakt over de gewijzigde bijzondere voorwaarden die door de rechtbank waren vastgesteld. Het hof heeft ook de voorwaarden van de terbeschikkingstelling gewijzigd, zodat deze nu strikter zijn en gericht op het bevorderen van de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde. De beslissing is openbaar uitgesproken en de voorwaarden zijn uitgebreid beschreven, waaronder de verplichting tot deelname aan klinische en ambulante behandelingen, het naleven van leefregels, en het meewerken aan reclasseringseisen.

Uitspraak

TBS P23/378
Beslissing van 21 maart 2024
De kamer van het hof als bedoeld in artikel 67 van de Wet op de rechterlijke organisatie heeft te beslissen op het beroep van
[terbeschikkinggestelde](hierna: de terbeschikkinggestelde),
geboren te [plaats] op [geboortedag] 1992,
wonende aan de [adres] .
Het beroep is ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, van 27 oktober 2023. Deze beslissing houdt in de verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van twee jaar en een wijziging van de bijzondere voorwaarden.
Het hof heeft gelet op dezelfde stukken als de rechtbank en daarnaast op:
- het proces-verbaal van het onderzoek in eerste aanleg;
- de beslissing waarvan beroep;
- de akte van 31 oktober 2023 waarbij de terbeschikkinggestelde beroep heeft ingesteld;
- de appelschriftuur van 3 november 2023, opgesteld door mr. S. van Minderhout;
- de aanvullende informatie van de reclassering ( [verslavingszorgkliniek] van 21 februari 2024.
Het hof heeft ter zitting van 7 maart 2024 gehoord de advocaat-generaal, mr. R. Segerink, en de terbeschikkinggestelde, bijgestaan door zijn raadsman, mr. H.M. Dunsbergen, advocaat te Breda.

Overwegingen

Het standpunt van de terbeschikkinggestelde
De terbeschikkinggestelde heeft verzocht de maatregel met slechts één jaar in plaats van twee jaren te verlengen. Sinds de procedure bij de rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde een positieve ontwikkeling doorgemaakt. Hij is gestopt met het gebruiken van drugs en is bereid tot het volgen van een behandeling. Verder is hij doende met het vinden van dagbesteding en hij krijgt veel steun van zijn begeleider [naam begeleider] . Verlengen met één jaar biedt de terbeschikkinggestelde een stimulans om door te gaan op de ingeslagen weg. Namens de terbeschikkinggestelde zijn geen opmerkingen gemaakt over de door de rechtbank aangepaste bijzondere voorwaarde.
Het standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft zich op het standpunt gesteld dat de beslissing van de rechtbank kan worden bevestigd. Er zijn wel voorzichtig positieve ontwikkelingen zichtbaar, maar deze ontwikkelingen moeten nog bestendigd worden. De behandeling voor zijn verslaving en een goede dagbesteding moeten opnieuw worden opgestart. Aan de voorwaarden voor verlenging is voldaan. Zonder de terbeschikkingstelling wordt het risico op recidive ingeschat als matig tot hoog. Daarom is een verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van twee jaren nog nodig.
Het oordeel van het hof
Vernietiging
Het hof zal de beslissing van de rechtbank vernietigen, omdat het tot een andere beslissing komt over de duur van de verlenging.
Indexdelicten
De rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, heeft de terbeschikkinggestelde bij vonnis van 31 oktober 2019 veroordeeld tot de maatregel van terbeschikkingstelling onder voorwaarden voor (onder andere) mishandeling, terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge had. Dit misdrijf was gericht tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen. De terbeschikkingstelling is daarom niet in duur beperkt. De terbeschikkingstelling is dadelijk uitvoerbaar verklaard en is daarom, anders dan de rechtbank in haar beslissing heeft opgenomen, op 31 oktober 2019 aangevangen.
Stoornis en recidivegevaar
Bij de terbeschikkinggestelde is sprake van een neurocognitieve stoornis door een somatische aandoening, een lichte verstandelijke beperking, trekken van een antisociale persoonlijkheidsstoornis en van een ernstige stoornis in het gebruik van cocaïne en cannabis (in remissie). Het risico op recidive door de terbeschikkinggestelde is ingeschat op matig tot hoog zonder het huidige risicomanagement van de terbeschikkingstelling.
Verlenging
Op grond van de hiervoor genoemde rapporten stelt het hof vast dat bij de terbeschikkinggestelde sprake is van een stoornis en dat vanwege het recidivegevaar de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel is vereist.
Duur van de verlenging
Het hof heeft als uitgangspunt dat de terbeschikkingstelling verlengd dient te worden met een termijn van twee jaren wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van met een termijn van een jaar.
Het hof ziet in dit specifieke geval aanleiding om van voormeld uitgangspunt af te wijken. Gelet op de aanvullende informatie van de reclassering en gelet op de andere omstandigheden die op de zitting verder naar voren zijn gekomen, is er een zodanige positieve ontwikkeling te zien in de behandeling van de terbeschikkinggestelde dat het hof aanleiding ziet om de terbeschikkingstelling te verlengen met slechts één jaar met als doel zo de ontwikkelingen te bezien. Bij bestendiging van de positieve ontwikkelingen kunnen mogelijk binnen dat jaar de mogelijkheden van verdere resocialisatie en begeleiding van de terbeschikkinggestelde in andere kaders worden bezien.
Aan deze verlenging met één jaar mag de terbeschikkinggestelde overigens niet de verwachting ontlenen dat na afloop van dit jaar de terbeschikkingstelling zal worden beëindigd of opnieuw slechts met één jaar zal worden verlengd.
Wijziging voorwaarden
Gelijk aan de rechtbank ziet het hof aanleiding de voorwaarden van de terbeschikkingstelling te wijzigen, zodat deze komen te luiden zoals hieronder weergegeven.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigtde beslissing van de rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Leeuwarden, van 27 oktober 2023 met betrekking tot de terbeschikkinggestelde, [terbeschikkinggestelde] .
Verlengtde terbeschikkingstelling met een termijn van
een jaar.
Wijzigtde voorwaarden van de terbeschikkingstelling met voorwaarden, waardoor de voorwaarden nu komen te luiden dat de terbeschikkinggestelde:
  • verblijft in [kliniek] of soortgelijke instelling, althans een door IFZ/DIZ geïndiceerde en aangewezen kliniek, meewerkt aan een klinische behandeling, ook als dit overbruggingszorg inhoudt, en zich zal houden aan de daar geldende huis- en leefregels c.q. voorwaarden die daar aan hem gesteld worden en zich hierin begeleidbaar opstelt, ook als dit inhoudt inname van voorgeschreven medicatie;
  • na afloop van de klinische behandeling meewerkt en zich conformeert aan een ambulante behandeling bij een door de reclassering geïndiceerde instelling, ook als dit inhoudt inname van voorgeschreven medicatie;
  • zich houdt aan de voorschriften en aanwijzingen die zijn en worden gegeven door de reclassering en zich meldt zo frequent als de reclassering dat nodig acht;
  • meewerkt aan huisbezoeken door de reclassering;
  • geen strafbare feiten pleegt;
  • zich actief zal inzetten voor het vinden en behouden van dagbesteding;
  • open is over zijn netwerk en er geen bezwaar tegen heeft dat de personen met wie hij omgang heeft op gepaste en discrete wijze door de reclassering worden gescreend;
  • zich zal onthouden van alcohol- en druggebruik en zich niet zal onttrekken aan controles hierop;
  • inzicht geeft in zijn financiën als daarom wordt verzocht en dat hij, als de reclassering dit nodig acht, bewindvoering of andersoortige financiële ondersteuning accepteert;
  • ervoor zorgt dat hij altijd bereikbaar is voor zijn begeleiders en behandelaren;
  • toestemming geeft aan de reclassering voor het opvragen en uitwisselen van informatie aan alle instellingen die zij relevant achten en die van belang zijn voor een goede behandeling c.q. begeleiding in dit kader. Ook verleent verdachte zijn medewerking aan het maken van een digitale foto ten behoeve van zijn dossier en verleent hij ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking aan het nemen van een of meer vingerafdrukken en biedt hij zijn identiteitsbewijs als bedoeld in artikel I van de Wet op de identificatieplicht aan;
  • toestemming geeft aan de reclassering en aan zijn begeleiders, dat in geval van ongeoorloofde afwezigheid of calamiteiten en het niet nakomen van bovengenoemde voorwaarden, deze informatie aan alle betrokken partijen gemeld wordt;
  • als de reclassering dat nodig vindt en de terbeschikkinggestelde daarmee instemt, hij voor een time-out kan worden opgenomen in een FPK, FPA of een soortgelijke instelling. Deze time-out duurt totdat de reclassering of de terbeschikkinggestelde deze beëindigt, maar maximaal zeven weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal zeven weken, tot maximaal veertien weken per jaar;
  • zich niet zonder toestemming van het Openbaar Ministerie buiten het Europese deel van het Koninkrijk der Nederlanden begeeft.
Aldus gedaan door
mr. O.O. van der Lee, voorzitter,
mr. M.J. Vos en mr. W.A. Holland, raadsheren,
en drs. I.A.M. Breukel en drs. D.M.L. Versteijnen, raden,
in tegenwoordigheid van mr. C. Aalders, griffier,
en op 21 maart 2024 in het openbaar uitgesproken.
Mr. Van der Lee en de raden zijn buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.